Universiteit van Tilburg
12 maart 2008
EMBARGO TOT DINSDAG 11 MAART, 17.00 UUR
Samenleving behoeft ook aandacht als slachtoffer van terrorisme
Van een terroristische aanslag zijn niet alleen de doden, gewonden en hun familie en vrienden het slachtoffer, maar ook leden van samenleving die het doelwit was. Europese overheden moeten maatregelen treffen om deze groep slachtoffers te bedienen. Dat zeggen onderzoekers van onder meer de Universiteit van Tilburg en de Katholieke Universiteit Leuven, die vandaag in Tilburg nieuwe Europese richtlijnen hebben voorgesteld voor hulp aan slachtoffers van terrorisme. De aanbevelingen van de onderzoekers vullen een hiaat op in de huidige Europese wetgeving. Ze zijn vastgelegd in een Verklaring voor hulp aan slachtoffers van terrorisme. De verklaring is bediscussieerd en opgesteld tijdens het congres Standards for Victims of Terrorism op 10 en 11 maart aan de Universiteit van Tilburg. Vertegenwoordigers van onder meer Verenigde Naties, de Raad van Europa, OVSE en Victim Support Europe hebben hun visie op de verklaring gegeven. Vice-voorzitter Franco Frattini van de Europese Commissie woonde de presentatie bij, die plaatsvond op de vierde Europese Dag voor Slachtoffers van Terrorisme. De Europese Unie zal uiteindelijk bepalen of ze deze aanbevelingen voor besluitvorming voorlegt. De ervaringen van slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten en later die in Londen en Madrid, hebben duidelijk gemaakt dat slachtoffers niet op vanzelfsprekende wijze hun recht kunnen halen. De bestaande richtlijnen houden geen rekening met de specifieke context van terrorisme en de verschillende effecten op slachtoffers en nabestaanden, maar ook op het brede publiek. Volgens de onderzoekers is het van groot belang te erkennen dat slachtoffers van een terroristische aanslag een grote groep vertegenwoordigen. Een aanzienlijk groep mensen die in de Verenigde Staten de aanslagen van 9/11 op de televisie hadden gezien, vertoonden bijvoorbeeld symptomen van posttraumatische stress. Woede van deze 'tertiaire' slachtoffers kan zich ook vertalen in vergeldingsacties. De overheid moet daarmee rekening houden door bijvoorbeeld geen ondoordachte meldingen van terreurdreiging te doen. Daarnaast zouden de media zich ervan bewust moeten zijn dat aandacht voor slachtoffers overweldigend en belastend kan zijn voor velen. Verder zou de (straf)rechtspleging beter moeten worden voorbereid op een grootschalige terroristische aanslag. De huidige voorzieningen voor onder andere strafrechtelijke slachtofferzorg en compensatie zijn niet berekend op grote groepen slachtoffers, die bovendien vaak internationaal zijn samengesteld, aldus de onderzoekers. Veel verzekeringen sluiten terrorisme expliciet uit. Het voorbereidende onderzoek voor de aanbevelingen uitgevoerd door het Tilburgse instituut voor victimologie INTERVICT, het Instituut voor Criminologie van de Katholieke Universiteit Leuven, het Britse Centre for the Study of Terrorism and Political Violence (CSTPV), het European Forum for Restorative Justice en Slachtofferhulp Nederland.