Raad van State


dinsdag 11 maart 2008
Zitting over het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om eerder verstrekte subsidies aan Center Parcs Europe N.V. terug te vorderen. Het gaat om een subsidie ter hoogte van (omgerekend) ongeveer EUR 730.000 die is verstrekt voor het project "Upgradingsprogramma Gran Dorado Group". Deze subsidie heeft de minister destijds verstrekt op grond van de Subsidieregeling ESF Doelstelling 4 'Scholing voor behoud van werk'. Ernst & Young heeft voor de minister een zogeheten verificatieonderzoek gedaan naar de einddeclaratie en daarbij gebreken geconstateerd. Op grond van deze constatering heeft de minister het teveel aan subsidievoorschotten teruggevorderd. Center Parcs is het niet met deze terugvordering eens en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Rotterdam heeft in juli 2007 een eerder beroep van Center Parcs ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank zijn uitsluitend de kosten subsidiabel die toe te rekenen zijn aan het scholingsprogramma voor de doelgroep van de subsidie. Voor zover aan het scholingsprogramma ook wordt deelgenomen door anderen, zijn de kosten niet subsidiabel, aldus de rechtbank. (zaaknummer 200705855/1)

10.30 uur

Zitting over de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk van een verzoek van een inwoonster van de gemeente om op te treden tegen een tankstation aan de Parallelweg Noord in Waalwijk. Het gaat om een onbemand tankstation met een autowasserette. De vrouw die in de buurt van het tankstation woont, ondervindt naar eigen zeggen geluidsoverlast van het bedrijf. Ze heeft de gemeente om die reden verzocht om in te grijpen. De gemeente beroept zich echter op akoestische rapporten waaruit geen geluidsoverlast valt te constateren. Volgens de vrouw zijn die rapporten echter niet representatief. (zaaknummer 200702796/1) Zitting over de terugvordering door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van eerder verleende subsidie voor zover het gaat om bonussen die aan ID-werkgevers en ID-werknemers zijn verstrekt. Zogenoemde ID-banen zijn in- en doorstroombanen. In 2003 heeft de staatssecretaris in dit kader een subsidiebedrag van ruim EUR 126 miljoen toegekend aan de gemeente Amsterdam. De staatssecretaris heeft nadien bijna EUR 5 miljoen teruggevorderd, omdat dit bedrag niet zou zijn besteed aan arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen of aan voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling van werklozen, maar aan bonussen voor werkgevers en werknemers. Het gemeentebestuur van Amsterdam is het niet met de terugvordering eens. De subsidiegelden zijn volgens hem verstrekt als compensatie voor de substantieel lagere vergoedingen in dat jaar. Doel van die verstrekking was volgens de gemeente het behoud van die banen, in reactie op signalen dat de lagere vergoedingen voor veel werkgevers problematisch waren. De rechtbank in Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak van juni 2007 de staatssecretaris in het gelijk gesteld. Het gemeentebestuur van Amsterdam is het niet met die uitspraak eens en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200705782/1)

13.45 uur

wethouders van Hellendoorn van een bouwvergunning voor een pand ten behoeve van grootschalige detailhandel en een supermarkt aan de Smidsweg in Nijverdal. De bouwvergunning was aangevraagd door De Vries Planontwikkeling B.V. Aanvankelijk had het gemeentebestuur de bouwvergunning verleend, maar na bezwaren van onder meer Laurus Nederland B.V., heeft het gemeentebestuur de bouwvergunning alsnog geweigerd. Volgens de gemeente is het bouwplan in strijd met het Besluit Luchtkwaliteit en wordt door het bouwplan het uitzicht van omwonenden zo verslechterd dat de bouwvergunning niet had mogen worden verleend. De Vries Planontwikkeling heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank in Almelo. Die heeft in juli 2007 dat beroep gegrond verklaard, omdat het gemeentebestuur aanvullende adviezen bij zijn besluit had moeten betrekken. Laurus B.V. is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200705965/1)