Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2070814410
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over de aanstelling van een topambtenaar bij een universiteit. (Ingezonden 11
maart 2008)
1
Wat is uw oordeel over het artikel "Met 1,5 miljoen subsidie per jaar mocht een topambtenaar
hoogleraar worden"? 1)
2
Kunt u uitsluiten dat er een verband is tussen de benoeming van een van uw topambtenaren
(de heer Van Bochove) als hoogleraar en de aan zijn leerstoel verbonden OCW-subsidie van
1,5 miljoen?
3
Waarom is voor Van Bochove een versnelde sollicitatieprocedure gestart? Hoeveel
sollicitanten waren er naast de heer Van Bochove voor de functie?
4
Kunt u uitsluiten dat er sprake is van bevoordeling, aangezien de leidinggevende van de heer
Van Bochove heeft onderhandeld over de nieuwe baan van de heer Van Bochove?
5
Hoe oordeelt u over de constatering: "Wetenschappers zijn met reden bang om de overheid
tegen het hoofd te stoten" en dat de bezwaren gesmoord blijven uit angst onderzoeksgeld,
aanstellingen, samenwerking en gunstige beoordelingen mis te lopen?
6
Is het waar dat hoogleraren steeds vaker zelf geld mee moeten brengen en dat fondsenwerving
vaak in de functieomschrijving staat? Vindt u het terecht dat een wetenschapper wordt
afgerekend op zijn talenten als fondsenwerver?
7
Hoe voorkomt u de schijn van belangenverstrengeling bij de aanstelling van de heer Van
Bochove?
1) NRC, 8 maart 2008