Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister-president, minister van Algemene Zaken over investeringen in onderzoek en innovatie. (Ingezonden 4 maart 2008)


1
Wat is uw oordeel over de evaluatie van het Innovatieplatform, waaruit blijkt dat extra investeringen in de kenniseconomie nodig zijn, wat voor de regering neerkomt op 1,5 miljard euro extra in deze kabinetsperiode? 1)

Ons land heeft de ambitie een kennissamenleving en internationale broedplaats voor talent te worden. Dit is nodig om concurrerend te blijven in de mondiale economie en antwoord te hebben op maatschappelijke vraagstukken als milieu en vergrijzing. Om die reden geeft dit kabinet een grote impuls aan onderwijs, kennis en innovatie, ter waarde van circa 2,5 miljard additionele middelen per jaar (zie ook het antwoord op vraag 3). In aanmerking nemend dat het kabinet verantwoordelijkheid draagt tot 2011 en de Kennisinvesteringsagenda een bandbreedte aangeeft van 3,5 tot 6 miljard extra publieke investeringen voor 2016, ben ik van mening dat de inzet van dit kabinet goed op koers is als het gaat om de ambities van de KIA. Overigens moet niet alleen worden gekeken naar de investeringen van de publieke sector. Ook die van de private sector worden in beeld gebracht bij de foto's van de KIA. De KIA is immers een publiek-private agenda.


2
Wordt deze oproep onderschreven door alle leden van het Innovatieplatform, dus ook door de minister- president en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? Zo ja, hoe gaat u uitvoering geven aan deze oproep? Zo neen, hoe verhoudt zich dit tot de Kennisinvesteringsagenda uit 2006?

De Kennisinvesteringsagenda is een breed gedragen en ambitieus richtsnoer voor 2016 met concrete doelen en maatregelen. De Kennisinvesteringsagenda is niet hetzelfde als kabinetsbeleid, maar vormt een publiek-private agenda die door maar liefst 20 partijen is ondertekend. De KIA vormt daarmee een gezamenlijk richtsnoer dat voor het kabinet een belangrijke inspiratiebron is. Dit kabinet is daarbij verantwoordelijk voor de investeringen tot 2011; een volgend kabinet zal een eigen koers varen en zijn eigen investeringsbeslissingen nemen.


3
Wat gaat u ondernemen om te bereiken dat in 2016 zes miljard euro bovenop de huidige budgetten in kennis en innovatie wordt geïnvesteerd?

De inspanningen van dit kabinet richten zich op de gehele kennisketen, van voorschoolse educatie tot en met een betere benutting van het wetenschappelijke onderzoek en innovatief ondernemerschap. Onderwijs, kennis en innovatie zijn belangrijke prioriteiten in het Coalitieakkoord. In dit verband wijs ik op het actieplan met consequenties voor de lerarensalarissen, nog eens bovenop de al forse investeringen in het onderwijs komt. Ook dient te worden gewezen op de investeringen die dit kabinet doet in maatschappelijke innovatie, een element dat nog niet in de KIA was meegenomen. Dit jaar nog komt het kabinet met maatschappelijke innovatieagenda's voor de sectoren zorg, energie, onderwijs en water. Hiermee zijn ook financiële middelen gemoeid. Ook het beleid op sleutelgebieden, waarin wordt ingezet op die terreinen waarin we internationaal kunnen excelleren wordt met kracht voortgezet. De investeringen in innovatieprogramma's op sleutelgebieden fungeren als hefboom voor de private investeringen in R&D en innovatie. Want het gaat niet alleen om de publieke investeringen, ook de private investeringen in de kennisketen moeten aanzienlijk omhoog. Verder onderneemt dit kabinet een offensief om innovatie in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren door de inzet van vouchers, IPC's en de verbreding van de WBSO.

Wat betreft de extra (structurele) investeringen ziet het beeld er als volgt uit. In pijler2 wordt structureel een bedrag oplopend tot 500 miljoen in 2011 ingezet voor kennis, innovatie en ondernemerschap. Daarnaast wordt nog eens een bedrag oplopend tot 500 miljoen in 2011 ingezet uit de lastenenveloppe economische structuurversterking, waarvan 115 miljoen voor de WBSO. In pijler 3 gaat 25 procent van de totaal 500 miljoen (2011) voor energie naar kennis en innovatie op dat terrein. Voor pijler 4 trekt het kabinet structureel een bedrag oplopend tot 1,2 miljard in 2011 uit, inclusief de extra inzet op het lerarendossier. Daarbovenop komen nog eens de (incidentele) middelen vanuit het FES, waarvan nu al duidelijk is dat bijna 300 miljoen beschikbaar zal zijn in dat kader. Samen komt dit op circa 2,5 miljard voor de periode tot 2011. Gezien de doelstelling van 6 miljard voor 2016 is dit

aan de maat. Voor alle genoemde structurele bedragen geldt dat ze staan op de Aanvullende Post bij Financiën.


4
Indien u erkent dat de extra investeringen niet gehaald worden, wat is volgens u dan nog het nut van het Innovatieplatform?

Het kabinet ziet de KIA als een ambitieus richtsnoer en geeft in de periode tot 2011 een forse impuls aan onderwijs, kennis en innovatie in de vorm van extra investeringen en intensiveringen die passen bij de ambities van de KIA. Ik ben het dus niet met u eens dat de extra investeringen niet worden gehaald. Dit kabinet maakt werk van zijn ambities. Het Innovatieplatform speelt hierbij een belangrijke rol als ijsbreker, aanjager en samenbinder van kennis, innovatie en ondernemerschap en richt zich mede op maatschappelijke vraagstukken zoals zorg, energie, onderwijs en water. Het Innovatieplatform komt met vernieuwende en strategische ideeën en acties die een impuls geven aan de Nederlandse kenniseconomie en die de wisselwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid verbeteren. Met de KIA foto's en andere lange termijn adviezen houdt het Innovatieplatform het onderwerp op de maatschappelijke agenda en de druk op prestaties hoog.


1) www.innovatieplatform.nl