Fiscale nieuwsflits 11 maart 2008
nieuwsbericht | 11-03-2008 | nr 20080311 | Directie Voorlichting
* Vpb/IB: Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)
* AWR: Geen verlengde navorderingstermijn bij aftrekbaarheid van
kosten?
Vpb/IB: Vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)
o In dit besluit zijn standpunten opgenomen over de toepassing van het
regime van de vrijgestelde beleggingsinstelling. Verder enkele aanwijzingen
voor de uitvoering door de Belastingdienst. Bovendien bevat dit besluit twee
goedkeuringen.
Door middel van de Wet van 21 juli 2007, Staatsblad 2007, 269, is per
1 augustus 2007 in de Wet Vpb art. 6a opgenomen (introductie van de
vrijgestelde beleggingsinstelling). Voor beleggingsinstellingen die
aan de gestelde voorwaarden voldoen, geldt op verzoek een algehele
vrijstelling voor de vennootschapsbelasting. De inspecteur beslist op
het verzoek bij beschikking. Doel van de vrijstelling is Nederland
aantrekkelijker te maken voor de vestiging van beleggingsinstellingen.
De vrijstelling stelt blijkens de parlementaire behandeling onder meer
de eis dat sprake moet zijn van collectief beleggen, alsmede van een
oogmerk daartoe. Ook moet de beleggingsinstelling een zogenoemd
open-end karakter hebben.
Met dit besluit verstrekt de staatssecretaris de Belastingdienst
praktische richtlijnen ter beantwoording van de vraag of in een
concreet geval aan deze beide eisen wordt voldaan. Verder zijn twee
goedkeuringen opgenomen. Ten slotte wordt centrale afdoening geregeld
door de Belastingdienst.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 49.
Besluit van 10 maart 2008, CPP2008/291M, VpB 1969 6a en Wet IB 2001
4.14
AWR: Geen verlengde navorderingstermijn bij aftrekbaarheid van kosten?
o De staatssecretaris stelt geen cassatie in tegen de uitspraak waarin het
hof oordeelde dat de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar in dit geval
niet geldt.
X bv heeft in 1994 en 1995 vooruitbetalingen gedaan aan een in de VS
gevestigde advocaat gedaan. Deze betalingen heeft zij ten laste van
het resultaat gebracht. De inspecteur is van mening dat het hier gaat
om niet aftrekbare uitgaven. In verband hiermee heeft hij -buiten de
vijfjaarstermijn- navorderingsaanslagen opgelegd. Volgens hem geldt
hier namelijk de verlengde navorderingstermijn van 12 jaren. Hiertegen
komt X met succes in beroep.
Het hof leidt uit de wetsgeschiedenis af dat de wetgever met de
verlengde navorderingstermijn het oog heeft gehad op baten en niet op
de aftrekbaarheid van kosten en dat de verruiming van de bevoegdheid
tot navordering dient ter compensatie van het gebrek aan
controlebevoegdheden van de fiscus. Nu het in dit geval gaat om de
aftrekbaarheid van uitgaven en de fiscus niet was beperkt in de
controlemogelijkheden, geldt de verlengde navorderingstermijn niet.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting,
zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 28 februari 2008, nr. DGB 2008-697,
n.a.v. uitspraak Hof Arnhem van 23 januari 2008, 2005/00124, Awr 16
Meer informatie
* Toelichting staatssecretaris nr. DGB08-697
Bijlage | 11-03-2008 | PDF bestand, 17.0 kb
* Uitspraak Hof Den Bosch 2005/00124
* Besluit 10 maart 2008 nr. CPP08-291
* Laatst aangepast: 11-03-2008
Ministerie van Financiën