Kamervragen van Thieme over ongewenste toevoegingen in kipfilets
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2833629
10 maart 2008
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
ongewenste toevoegingen in kipfilets. (Ingezonden 6 februari 2008).
Vraag 1
Kent u het bericht `pluimveeslachterijen naar rechter om
kiponderzoek'? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of u de bevindingen van de consumentenbond deelt? Zo
ja, op welke wijze geeft u gevolg aan de constatering van de
Consumentenbond dat de meeste kipfilets niet in orde zijn? Zo neen,
waarom niet en kunt u aangeven waarom u de bevindingen van het
Instituut voor Voedselveiligheid (RIKILT) in twijfel trekt?
Antwoord 2
Ik kan op basis van de beweringen van de Consumentenbond geen oordeel
vellen over de juistheid van het uitgevoerde onderzoek. Ik ga bij mijn
oordeel over het al dan niet toevoegen van water en andere
bestanddelen aan kip af op de bevindingen die de Voedsel en
Warenautoriteit (VWA) doet bij haar controles.
Het toevoegen van water aan kippenvlees is in de Europese Unie (EU)
toegestaan, mits dit adequaat wordt geëtiketteerd. (zie de
beantwoording van de vragen van het lid Van Velzen, 2060719460).
Vraag 3
Kunt u een reactie geven op de uitspraak van de voorzitter van de
Nepluvi, de heer Odink, dat `in een aantal gevallen de uitkomsten
zelfs onmogelijk zijn want de kip komt uit gesloten productieketens'?
Kunt u daarbij aangeven welke rol de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)
speelt in de controle en het uitsluiten van ongewenste toevoegingen en
of deze 100% garantie te allen tijde gegeven kan worden?
Antwoord 3
Garanties dat het bedrijfsleven zich altijd houdt aan Europese regels,
kan de overheid niet geven. De overheid controleert hierop
steeksproefsgewijs (zie de beantwoording van de vragen van het lid Van
Velzen, 2060719460). De VWA heeft een aantal jaren achtereen
steekproefsgewijs gekeken naar het watergehalte in
kippenvleesmonsters. Daar zijn overtredingen bij aangetroffen, die
volgens de geëigende weg zijn aangepakt (zie verder onder de vragen 4,
5 en 6). Ook voor 2008 staat een dergelijk onderzoek op de planning.
De pluimveesector zelf sluit het toevoegen van water en andere
bestanddelen uit. Met de uitspraak dat dit in gesloten productieketens
onmogelijk is, beweert de heer Odink dat het uitsluitend mogelijk is
dat water en andere bestanddelen kunnen worden toegevoegd wanneer er
een extra schakel is tussen de slachterij/uitsnijderij en de
detailhandel. De sector stelt dat deze schakel er vaak niet is en ook
niet aanwezig was in de ketens waaruit de onderzochte kipfilets
afkomstig waren. Ik kan dit niet beoordelen.
Vraag 4
Kunt u aangeven op welke wijze de VWA de producenten van kipfilets die
verantwoordelijk zijn voor deze ongewenste toevoegingen gaat
aanpakken? Kunt u daarbij aangeven of u het aantal steekproefsgewijze
controles gaat uitbreiden om sjoemelen met vlees en toevoegingen
harder aan te pakken? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn?
Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Kunt u aangeven op welke wijze de VWA overtreders van de
etiketteringsregels rond vermelde waterpercentages strenger heeft
aangepakt, conform uw antwoord op Kamervragen? 2) Kunt u daarbij
aangeven hoeveel overtreders zijn geconstateerd in 2006 en 2007 en
welke straffen zij opgelegd hebben gekregen?
Vraag 6
Kunt u aangeven of het aantal overtredingen van etiketteringsregels
rond vermelde waterpercentages is gedaald in het laatste half jaar? Zo
ja, is dit het resultaat van de strengere aanpak? Zo neen, welke
vervolgacties gaat u ondernemen om het aantal overtredingen terug te
dringen?
Antwoord 4, 5, en 6
De VWA doet onderzoek naar de etikettering van kipfilet.
In 2006 lag de nadruk van het onderzoek op het juist etiketteren van
het percentage kippenvlees. Hierbij werd een ondernemer beboet voor
het aangeven van een te hoog percentage kippenvlees in een kipproduct
en werd een ondernemer beboet voor het in de handel brengen van
kipfilet (vers vlees), terwijl het ging om een kipproduct
(vleesbereiding). In totaal werden negentien monsters onderzocht.
In 2007 lag de nadruk van het project op het in de handel brengen
onder de juiste benaming (kipfilet of kipproduct). Ook in 2007 werd
een ondernemer beboet voor het aangeven van een te hoog percentage
kippenvlees in een kipproduct en werd een ondernemer beboet voor het
in de handel brengen van kipfilet (vers vlees), terwijl het ging om
een kipproduct (vleesbereiding). In totaal werden twee en negentig
monsters onderzocht.
De resultaten van de VWA geven geen directe aanleiding om aan te nemen
dat er veel kipfilet en kipproducten niet goed geëtiketteerd worden.
Naar aanleiding van hierboven beschreven signalen heb ik het voornemen
de VWA te vragen om in 2008 deze problematiek nog eens grondig te
onderzoeken. Ik hecht er aan te benadrukken dat het in deze kwestie
niet gaat om een direct voedselveiligheidsrisico.
1) Agrarisch Dagblad, 5 februari 2008
2) Aanhangsel van de Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007,
nr. 2278