Antwoorden op kamervragen van Kant en Van Gerven over de wachtlijsten voor niertransplantaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2829981
10 maart 2008
Antwoorden van minister Klink op Kamervragen van de Kamerleden Kant en
Van Gerven (beiden SP) over de wachtlijsten voor niertransplantaties
(2070809860).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de constatering dat iemand door de bestaande
financieringsstructuur langer moet wachten op een niertransplantatie
met een levende donor?
Antwoord 1
Het is ongewenst indien een patiënt onnodig lang moet wachten op een
transplantatie. De bestaande financieringsstructuur biedt ruimte voor
adequate bekostiging van alle zorgvormen. Zie ook mijn antwoord op
vraag 3.
Vraag 2
Is het waar dat op dit moment tussen de 110 en 120 mensen op de
wachtlijst staan voor een transplantatie van een levende donor? Is het
oplopen van de wachtlijst een ontwikkeling van de laatste paar
maanden? Zo ja, hoe komt dat?
Antwoord 2
Na een piek van 160 wachtende patiënten in 2005, schommelt het aantal
wachtenden in de periode 2006 tot 2008 rond de 100. De wachtlijst is
de laatste twee jaar stabiel. Daarentegen is in die periode het aantal
levende niertransplantaties fors toegenomen van 275 (ultimo 2005) tot
355 (ultimo 2007), een stijging van bijna 30%.
Vraag 3
Klopt het dat in de Diagnosebehandelingcombinatie (DBC) wel het
plaatsen van de nier wordt vergoed, maar niet het uithalen van de nier
bij de levende donor? Is het waar dat dit tot dusdanige belemmeringen
leidt dat het gemiddeld zes maanden duurt voordat een
transplantatie kan plaatsvinden?
Antwoord 3
Voor de vergoeding van niertransplantaties is niet het DBC systeem van
kracht maar het FB-budgetsysteem. Ten aanzien van niertransplantaties
kent het FB-budget, naast de reguliere vergoedingen voor opnames,
verpleegdagen enzovoort een aparte additionele budgetvergoeding ter
dekking van de kosten die met niertransplantaties samenhangen. Voor
2008 bedraagt de loonkostencomponent van deze additionele
budgetvergoeding EUR15.875,10 en de materiële kostencomponent
EUR5.853,07. Deze vergoeding is inclusief de kosten voor het uithalen
van de nier.
De wachttijden per centrum verschillen zeer sterk. Dat kan variëren
van enkele weken tot enkele maanden.
Vraag 4
Klopt het dat in het Universitair Medisch Centrum Nijmegen (UMCN)
vorig jaar twee transplantaties per week werden gedaan, en nu, vanwege
financiële redenen, nog maar één per week?
Antwoord 4
Vanwege de toename van de wachtlijst in Nijmegen heeft UMC St Radboud
het laatste kwartaal van 2007 zes transplantaties met een nier van een
levende donor per maand verricht (het gemiddelde van twee per week is
in de praktijk nooit gehaald). Daarvoor werden meestal 4
transplantaties met een nier van een levende donor per maand verricht.
Reden voor de uitbreiding was een toename van de wachtlijst in
Nijmegen.
De nieren voor deze operaties worden in Nijmegen laparoscopisch
uitgenomen. Dat heeft veel voordelen voor de donor, maar duurt langer
en vereist meer wenskracht. Dit leidt tot hogere kosten. Daarom is het
programma sinds januari 2008 weer teruggedraaid naar vier
transplantaties per maand.
Deze maatregel per 1 januari 2008 heeft tot commotie onder de
patiënten geleid, wat zeer begrijpelijk is. De Raad van Bestuur van
het UMC Nijmegen zoekt naarstig naar een oplossing en is inmiddels in
overleg met de verzekeraars. Vooruitlopend heeft de RvB besloten om
twee (en mogelijk zelfs drie) transplantaties met een nier van een
levende donor in Nijmegen per week uit te voeren.
Vraag 5
Welke maatregelen gaat u op korte termijn nemen om er zorg voor te
dragen dat mensen die een levende donor hebben gevonden niet onnodig
lang op de wachtlijst staan?
Antwoord 5
Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 2, is de laatste twee jaar het
aantal levende niertransplantaties fors (30%) toegenomen. Om het
aantal transplantaties nog verder op te kunnen voeren, heb ik in 2006
een vergunning verleend voor niertransplantatie aan het VUmc. De
capaciteit voor levende niertransplantatie is hiermee vergroot van
zeven naar acht centra.
Vraag 6
Deelt u de mening dat, gezien het feit dat nog 1284 mensen op de
wachtlijst staan, het ongewenst is dat er belemmeringen zijn in de
financieringsstructuur die leiden tot langere wachtlijsten bij
transplantaties met levende donoren?
Antwoord 6
Het aantal van 1284 mensen heeft betrekking op patiënten die wachten
op een orgaan van een post-mortale donor. Hiervan wachten 918
patiënten op een postmortale nier. De wachttijd voor een postmortaal
orgaan heeft geen relatie met de wijze van bekostiging maar komt door
het beperkte aanbod van post-mortale organen.
Vraag 7
Erkent u dat langer wachten op een transplantatie en het dus langer
ondergaan van dialyse, leidt tot verlies aan kwaliteit van leven en
tot minder kans op het welslagen van de operatie? Erkent u dat dit
niet kosteneffectief en niet bevorderlijk is voor de gezondheidswinst?
Wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 7
De kans op een succesvolle niertransplantatie wordt negatief beïnvloed
door de duur van de dialyse. Niertransplantatie leidt tot een grote
verbetering in de kwaliteit van leven en is buitengewoon
kosteneffectief.
In 2006 heb ik reeds de capaciteit voor niertransplantatie vergroot
door toekenning van een vergunning aan het VUmc. Daarnaast is het van
belang om het aantal donaties te vergroten.
In de coördinatiegroep Orgaandonatie leggen VWS en de veldpartijen de
laatste hand aan het Masterplan Orgaandonatie. Daarin zullen
voorstellen worden gedaan om het tekort aan donororganen te
verkleinen. De coördinatiegroep zal in het Masterplan ook de
knelpunten bij `donatie bij leven' aan de orde stellen. Komend
voorjaar wordt het Masterplan uitgebracht.