Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 10 maart 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/DGP-2008/2343 - Onderwerp
verkeersmodellen

Geachte voorzitter,

Met mijn brief van 7 november 2007 heb ik u een reactie gegeven op het onderzoek "Rekenfouten A4 en A74". Op 22 november 2007 heb ik met u daarover een algemeen overleg gevoerd. Ik heb u toegezegd dat bij rapportages over infrastructuurprojecten voortaan inzicht geboden zal worden in de gehanteerde aannames in de reken- en verkeersmodellen. Met deze brief geef ik aan op welke wijze ik dit ga doen.

Voor de verkenningen en planstudies Hoofdwegen zullen de belangrijkste uitgangspunten worden opgenomen in een bijlage bij de belangrijkste documenten per projectfase. Het gaat om het verkenningsrapport, de Trajectnota/MER, het Ontwerp-Tracébesluit (OTB) en het Tracébesluit (TB). Dit zijn documenten die in het kader van de Tracéwet en de Wet Milieubeheer ter visie worden gelegd en/of een belangrijke rol spelen in de besluitvorming. De uitgangspunten worden aangegeven volgens een vast format, zodat een goede vergelijking tussen projecten en projectfasen mogelijk wordt. Het gaat daarbij om de volgende gegevens:


1. Het gehanteerde economische scenario (ontleend aan de door gezamenlijke planbureau's vastgestelde toekomstbeelden);
2. De beleidsuitgangspunten (zoals de wijze waarop met prijsbeleid is omgegaan);
3. De veronderstellingen met betrekking tot aanwezige infrastructuur: voor het hoofdwegennet is uitgangspunt dat de categorieën 0 (realisatie) en 1 uit het MIRT-projectenboek, alsmede alle ZSM-projecten in het prognosejaar als gerealiseerd worden verondersteld (als die projecten in het prognosejaar volgens Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VENW/DGP-2008/2343

planning gerealiseerd zijn). Verder worden de voor de betreffende planstudie relevante projecten opgesomd;

4. Uitgangspunten rond regionale ruimtelijke ontwikkelingen;
5. Het prognosejaar en (specifiek voor Ontwerp-Tracébesluiten en Tracébesluiten) de in de studie te hanteren zichtjaren ten behoeve van de berekeningen voor geluidhinder en luchtkwaliteit.

Het vastleggen van deze uitgangspunten maakt deel uit van de verbeterde kwaliteitsborging zoals die binnen Rijkswaterstaat voor de verkeerscijfers in verkenningen en planstudies is ingezet.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings


---