abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten
Generaal
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
10 maart 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/NW2008/228/62501 2070810570
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Roemer over de
veiligheidssituatie rond ponten en de arbeidsomstandigheden van personeel van
onderaannemers van Rijkswaterstaat (Ingezonden 6 februari 2008).
1. Wat is het exacte onderscheid tussen een constructie van onderaannemen, zoals het
geval is bij Rijkswaterstaat Tilburg en het inhuren van een uitzendbureau voor de
bemanning van de nautische objecten?
1. Bij (onder)aanneming heeft Rijkswaterstaat de dienst `op de markt' gezet. Gevolg is
dat de aannemer, en niet Rijkswaterstaat de zorg en de verantwoordelijkheid draagt
voor het personeel. Bij het inhuren van personeel, bijvoorbeeld via een uitzendbureau,
stuurt Rijkswaterstaat dit personeel aan, als ware het eigen personeel.
2. Zijn overtredingen van de Arbeidstijdenwet, zoals door de Arbeidsinspectie bij
Swets/ODV geconstateerd, ook geconstateerd bij andere vergelijkbare bedrijven, zoals
uitzendbureaus in deze sector? Is er na de constatering van de overtredingen nog
controle geweest door de Arbeidsinspectie op de werktijden bij Swets/ODV?
2. Overtredingen bij andere, met Swets/ODV vergelijkbare bedrijven, zijn mij niet
bekend. Mijn ambtsgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk
voor de naleving van de Arbeidstijdenwet.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
RWS/SDG/NW2008/228/62501
In december 2007 heeft de Arbeidsinspectie opnieuw gecontroleerd of Swets/ODV
voldeed aan de voorschriften van de Arbeidstijdenwet over een periode van 3
maanden. Er zijn toen geen overtredingen geconstateerd.
3. Hoe verhoudt het aantal werkplekken van oproepkrachten zich tot het gemiddeld
aantal werklocaties van personeel dat direct in dienst is van Rijkswaterstaat?
Onderkent u dat het regelmatig van werklocatie wisselen van personeel leidt tot een
beperktere kennis van de werklocaties en dat dit veiligheidsrisico's met zich
meebrengt? Zo ja, bent u bereid u in te zetten deze wisselingen tot een noodzakelijk
minimum te beperken?
3. Voor de bediening van veerponten wordt geen gebruik gemaakt van inhuurkrachten,
deze dienst is op de markt gezet. Voor de bediening van bruggen en sluizen wordt wel
gebruik gemaakt van inhuur. Gestreefd wordt - landelijk gezien naar een
percentage inhuurkrachten van circa 10 % van het totale bedienend personeel. Dit is
nu tijdelijk wat hoger wegens de overgang naar bedienen op afstand en de
leeftijdsopbouw van het personeel. Inhuurkrachten worden op nieuwe werklocaties
altijd ingewerkt en begeleid door medewerkers in dienst van Rijkswaterstaat.
Het regelmatig wisselen van werkplek blijkt in de praktijk geen nadelige gevolgen te
hebben voor de veiligheid.
4. Hoe ontwikkelt het aantal ongelukken op veerponten zich tot de vervanging van
personeel van Rijkswaterstaat door ingehuurd personeel via een constructie van
onderaanneming?
4. Er is geen aantoonbare relatie tussen het aantal incidenten en de constructie van
(onder)aanneming. Het aantal incidenten in relatie tot het aantal overtochten is gering
en is ook niet gestegen na het op de markt zetten van deze dienst.
5. Doen de mensen die in dienst zijn van onderaannemers - zoals bijvoorbeeld
Swets/ODV - hetzelfde werk als mensen die in directe dienst zijn van Rijkswaterstaat?
Zo neen, waarin ligt het onderscheid tussen de uit te voeren taken? Zo ja, acht u het
wenselijk dat de beloning zulke grote verschillen vertoont?
5. De mensen in dienst van (onder)aannemers verrichten in principe dezelfde
werkzaamheden als vast personeel van Rijkswaterstaat. De opdrachtnemer is binnen
deze constructie uiteraard zelf verantwoordelijk voor de beloning en salariëring van
zijn eigen werknemers.
6. Is de constructie van het uitbesteden van het bedienen van nautische objecten van
Rijkswaterstaat -zoals Tilburg aan Swets/ODV- in strijd met de Wet Allocatie
Arbeidskrachten door Intermediairs? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen,
waarom is deze constructie niet toegestaan voor Rijkswaterstaat Limburg?
---
RWS/SDG/NW2008/228/62501
6. Nee, er is geen sprake van strijdigheid met de Wet Allocatie Arbeidskrachten door
Intermediairs aangezien deze wet niet van toepassing is op de constructie van (onder)
aanneming, zoals in het geval van de veerdienst over de Bergsche Maas.
De stelling dat uitbesteding van de bediening van nautische objecten in Limburg niet is
toegestaan is onjuist. In Limburg is nog één veerverbinding in beheer bij
Rijkswaterstaat. De bediening van deze veerverbinding is eveneens uitbesteed aan een
(onder)aannemer.
7. Is het correct dat het niet is toegestaan dat het personeel van een onderaannemer
aanwezig is bij een werkoverleg van Rijkswaterstaat? Zo ja, wat zijn de gevolgen
hiervan voor de noodzakelijke kennis voor het uitvoeren van de baan van het
personeel van de onderaannemer? Is deze aanbestedingsconstructie met
onderaannemers wenselijk voor het behalen van het noodzakelijke veiligheidsniveau?
7. In de constructie van (onder)aanneming is de dienst geheel op de markt gezet en is er
geen sprake meer van werkoverleg van Rijkswaterstaat. Ingeval van de constructie van
inhuur is het ingehuurde personeel wel degelijk aanwezig bij het werkoverleg.
Het vereiste kennisniveau van het personeel van de (onder)aannemer wordt geborgd
in het contract met de aannemer, waarbij bovendien alleen wordt gecontracteerd met
gecertificeerde bedrijven. De overwegingen om voor deze constructie te kiezen zijn
gelegen in de sfeer van personeelsmanagement. Het noodzakelijke veiligheidsniveau
kan zowel door inzet van eigen personeel als door onderaanneming worden behaald
en speelt dus geen rol bij de overwegingen de dienst uit te besteden.
8. Is de rapportage van de heer Van der Linden bij Rijkswaterstaat Tilburg behandeld? Zo
ja, wat is hiermee gebeurd? Zo neen, waarom niet?
8. Ja, deze is behandeld door Rijkswaterstaat Noord Brabant. Op de brief van de heer
van der Linden is zowel mondeling als schriftelijk gereageerd met de mededeling dat
Swets/ODV reeds eerder dat jaar op de naleving van de Arbeidstijdenwet is
aangesproken en is verzocht de noodzakelijke acties hierop te ondernemen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat