BouwNed
Nederlands pensioensysteem in gevaar
10-03-2008
Nieuwe internationale boekhoudregels kunnen wel eens het einde
betekenen voor het Nederlandse pensioensysteem. Dat zou een ernstige
zaak zijn, vindt Bouwend Nederland. Alle steun daarom voor de lobby
die onder aanvoering van VNO-NCW wordt gevoerd voor het behoud van de
Nederlandse pensioenpraktijk.
Tot 2005 was het bij niet beursgenoteerde ondernemingen te doen
gebruikelijk om uitsluitend de betaalde pensioenpremies aan het
(bedrijfs)pensioenfonds op de balans op te nemen. Sinds 2005 schrijven
nieuwe internationale boekhoudregels echter voor dat daar voortaan ook
het verschil tussen de pensioenverplichtingen en de reële waarde van
de pensioenbeleggingen moet worden opgenomen.
De gevolgen zijn groot, zo blijkt. Doordat in de nu voorgeschreven
berekening van de pensioenverplichtingen ook toekomstige in te
schatten indexaties en salarisverhogingen moeten worden meegenomen
wordt de pensioenlast voor de werkgever minder voorspelbaar. De nieuwe
methode kan daardoor een behoorlijke impact hebben op de balanspositie
van de onderneming.
Toegezegd pensioen
Dit is met name het geval voor de onderneming die een zogeheten
toegezegde pensioenregeling (defined benefit) aan hun personeel
aanbieden en geen deelnemer zijn aan een bedrijfstakpensioenfonds. De
middelloonregeling die in de bouw veel wordt toegepast is zo'n
regeling. De deelnemer wordt in dat kader een jaarlijkse aanwas van
zijn pensioen toegezegd van 2,25 procent van zijn pensioengrondslag.
Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gewogen
loontrend in de bedrijfstak.
Het risico dat de beleggingen, die als dekking dienen voor de
regeling, niet het beoogde resultaat opleveren, is ondergebracht bij
het bedrijfstakpensioenfonds en niet bij de deelnemer. Dat alleen al
maakt het lastig te voldoen aan de internationale regelgeving. Het
bedrijfstakpensioenfonds heeft namelijk onvoldoende gegevens
beschikbaar om de vereiste berekeningen, uitgesplitst per aangesloten
ondernemen, aan te leveren. Daarom accepteren accountants tot op heden
dat er op de balans geen reële waarde van de pensioenbeleggingen wordt
opgenomen.
Minder gunstig
Deze uitzonderingspositie is echter internationaal steeds meer onder
druk komen te staan, en dreigt in de toekomst zelfs geheel te
vervallen. In dat geval is de kans groot dat veel werkgevers zullen
overstappen op een ander systeem, waarbij er geen sprake meer is van
een toegezegd pensioen, maar nog slechts van een toegezegde
werkgeverspremie (defined contribution). Dit systeem maakt de
pensioenlasten voor de werkgever beter voorspelbaar.
Uit oogpunt van de arbeidsvoorwaarden is dit echter een minder gunstig
systeem. Met name ook omdat het beleggingsrisico van de
pensioenpremies bij de werknemers zelf komt te liggen.
Een ernstige zaak, zo meent Bouwend Nederland. Op het moment dat
accountantsregels de inhoud van een arbeidsvoorwaarde als het pensioen
gaan bepalen, is het einde van de bedrijfstakpensioenregeling in
zicht. En dat terwijl deze regeling zowel werkgevers als werknemers al
vele jaren vele voordelen oplevert. Zoals het feit dat een beter
pensioen wordt opgebouwd tegen lagere kosten. Maar ook dat er via een
bedrijfstakpensioenfonds meer bescherming tegen risico's wordt geboden
en meer kans bestaat op een hoger rendement dan wanneer zelf moet
worden belegd.
Bouwend Nederland steunt daarom de grootschalige lobby die onder
aanvoering van VNO-NCW is gestart voor behoud van het Nederlandse
pensioensysteem. Deze richt zich in de eerste plaats op de
International Accounting Standards Committee. Oud-minister van
Financiën Gerrit Zalm is hier voorzitter van de Raad van
Toezichthouders.