Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
7 maart 2008
DMO/SSO - 2833068
Hierbij sturen wij u - in aansluiting op de kabinetsnota `Meer kansen
voor vrouwen. Emancipatiebeleid 2008 - 2011' onze bijdrage aan dit
emancipatiebeleid. Het gaat daarbij zowel om de inhoudelijke bijdrage
als om de manier waarop het emancipatiebeleid binnen VWS wordt
vormgegeven en is verankerd. Deze bijdrage is niet los te zien van de
Eindrapportage van de Visitatiecommissie Emancipatie (VCE) over het
emancipatiebeleid en gendermainstreaming bij VWS, die uw Kamer op 6
februari 2007 heeft ontvangen . Daarin wordt immers een oordeel en een
aantal aanbevelingen gegeven. Deze brief omvat dan ook tevens een
reactie op deze rapportage.
Voorop staat dat wij beiden belang hechten aan het emancipatiebeleid.
De positie van vrouwen en mannen in de samenleving - dus ook waar het
gaat om gezondheidszorg, preventie, welzijn en sport - is
verschillend. Soms is er sprake van achterstand, bijvoorbeeld in de
arbeidsparticipatie, een belangrijk onderwerp in de kabinetsnota
Emancipatiebeleid. Ook kan het gaan om problematiek die vooral
bijvoorbeeld vrouwen treft. Bij huiselijk geweld zijn 80 % van de
slachtoffers vrouwen . Ten slotte kan het gaan om aandacht te hebben
voor het verschil tussen vrouwen en mannen, bijvoorbeeld in het
vóórkomen van gezondheidsklachten of in ziektelast.
Ziektelast v/m
De totale ziektelast is voor vrouwen iets groter dan voor mannen. De
ziekten die verantwoordelijk zijn voor de ziektelast verschillen
tussen mannen en vrouwen. Voor psychische stoornissen bijvoorbeeld is
dit bij mannen voor een belangrijk deel afhankelijkheid van alcohol,
terwijl bij vrouwen depressie en angst de ziektelast veroorzaken. Een
ander voorbeeld is kanker: bij mannen veroorzaakt longkanker de meeste
ziektelast, bij vrouwen is dit borstkanker.
Bron: website RIVM / nationaal kompas, Ziektelast in DALY's, omvang
van het probleem. Welke verschillen zijn er tussen mannen en vrouwen?
Bovenstaande betekent dat het van belang is om ook in het VWS-beleid
rekening te houden met man/vrouwverschillen en emancipatie-effecten.
Daarbij is het uitgangspunt dat de verantwoordelijkheid voor
emancipatie en gender in het kader van kwaliteit en klantgerichtheid
primair bij gemeenten en veldpartijen, zoals zorg-, sport- en
welzijnsinstellingen en zorgverzekeraars ligt. VWS zorgt voor de
randvoorwaarden.
Daarnaast gaat het om inclusief beleid, dat wil zeggen dat het
algemene VWS-beleid vanzelfsprekend rekening dient te houden met
diversiteit (het gaat dan niet alleen om sekse, maar ook om
bijvoorbeeld etniciteit, beperkingen, of leeftijd). Ten slotte geldt
het credo: algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig. Bepaalde
problemen vragen om een specifieke aanpak, bijvoorbeeld de bestrijding
van genitale verminking bij vrouwen en meisjes of de opvang van
mannelijke slachtoffers van eergerelateerd geweld.
Op verschillende terreinen wordt in het VWS-beleid rekening gehouden
met gender en emancipatie. Wij investeren bijvoorbeeld fors om de
opvang en hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties te intensiveren.
Op 10 december 2007 heeft de Tweede Kamer daarover de beleidsbrief
`Beschermd en weerbaar' ontvangen . Extra middelen - bijna EUR 18
miljoen in 2008 oplopend tot ruim EUR 32 miljoen vanaf 2012 - worden
ingezet voor de uitbreiding van de capaciteit voor de opvang, de
versterking van de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld, snellere
en betere hulp, het verbeteren van de kwaliteit van de opvang, het
verhogen van de deskundigheid van professionals én het krachtig
bestrijden van vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd
geweld.
Voor de inzet van VWS op een aantal andere onderwerpen verwijzen wij u
naar de bijlage, die conform het format van de Directie Emancipatie
van OCW is opgesteld. Daarin komen vrijwilligerswerk en mantelzorg,
seksuele gezondheid en sport aan de orde.
In aansluiting op dit beleid zullen wij een extra impuls aan het
emancipatiebeleid geven. Dit sluit aan bij de ambities uit de
Emancipatienota. Er is een trendbreuk nodig om de stagnatie in het
emancipatieproces te doorbreken.
De eindrapportage van de VCE geeft daarvoor aanknopingspunten. Aan
deze eindrapportage ging een voorlopige rapportage (februari 2006)
vooraf, die kritisch was over de stand van zaken bij VWS en
aanknopingspunten voor verbetering gaf. In haar eindrapportage
concludeert de VCE dat er wel een verbetering valt te constateren,
maar dat de implementatie van gendermainstreaming binnen VWS nog
steeds te weinig aandacht krijgt. Verder is naar haar mening VWS
verantwoordelijk om voor gemeenten en veldpartijen de juiste
randvoorwaarden te creëren. Dit gebeurt nog te weinig. De VCE beveelt
dan ook aan om op een aantal belangrijke generieke dossiers werk te
maken van gendermainstreaming. Genoemd worden onder andere om bij de
evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
emancipatie-effecten mee te nemen, om bij de veranderingen in de AWBZ
na te gaan of genderaspecten aan de orde zijn en om een
gender-budgetanalyse van het programma `Meedoen allochtone jeugd door
sport' uit te voeren. Daarnaast pleit de VCE ervoor om de
infrastructuur van gendermainstreaming op korte termijn te versterken
en te verankeren in de organisatie (het gaat daarbij ook om commitment
van de politieke en ambtelijke top) en om binnen het departement de
deskundigheid op dit gebied te vergroten.
Wij nemen deze aanbevelingen ter harte en wij delen de mening van de
VCE dat vergroting van de deskundigheid en een betere verankering in
het departement belangrijke instrumenten zijn. Verder kan worden
geconstateerd dat gemeenten en veldpartijen niet altijd vanzélf
rekening houden met emancipatieaspecten. Ook daarvoor is mede vanuit
VWS een extra impuls voor nodig.
We gaan op een aantal terreinen het inclusieve beleid op het gebied
van emancipatie verbeteren. Dit doen wij uiteraard gekoppeld aan de
inhoud. Door middel van een quickscan bepalen we voor welke thema's
dit inclusieve beleid verbetering behoeft (maatwerk). Aan de hand
daarvan stellen we een aanpak voor verbetering op om te komen tot een
goede verankering in het beleid. Het gaat er dan om te regelen wie
waarvoor aanspreekbaar is binnen het departement, dat er voldoende
expertise op het gebied van emancipatie en gender aanwezig is en welke
beleidsinstrumenten ingezet gaan worden. Belangrijk onderdeel van de
aanpak vormt ook hoe wij op de gekozen terreinen andere overheden en
veldpartijen actiever kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid op
het gebied van emancipatie (c.q. diversiteit).
Daarnaast leggen wij een verbinding met andere departementen,
bijvoorbeeld met het ministerie voor Jeugd en Gezin en het ministerie
voor Wonen, Wijken en Integratie, waar het gaat om het
diversiteitsbeleid.
Actueel
De aflevering van het tv-programma Chirurgenwerk op 10 februari 2008
had als het onderwerp het thema sekseverschillen. De vraag stond
centraal waarom het zo belangrijk is dat bij de dokter vrouwen als
vrouwen en mannen als mannen worden behandeld. Als voorbeeld werden
hart- en vaatziekten besproken. Een op de drie vrouwen wordt getroffen
door een hartziekte. Bij vrouwen treden deze ziekten pas tien tot 15
jaar later op dan bij mannen. Vrouwen hebben ook andere klachten, die
iedereen, de dokter incluis, op het verkeerde been zetten. Veel artsen
en patiënten brengen deze klachten niet in verband met een hartziekte.
Dan is er kans dat er een verkeerde diagnose wordt gesteld.
Bij quickscan en de verdere aanpak wordt het veld betrokken, onder
andere door middel van overleg met de Nederlandse Vrouwenraad, de
Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen en De Nederlandse
Vereniging voor Vrouwenbelangen. Ook de externe evaluatie &
zelfevaluatie van het ZonMw programma M/V (juni 2007), `de factor
sekse in de gezondheidszorg 2000 - 2006', zal input zijn voor deze
invulling. Daarnaast willen we graag gebruik maken van lessen uit het
verleden. VWS (en daarvoor WVC) heeft immers een lange historie als
het gaat om emancipatie.
De VCE deed niet alleen aanbevelingen voor de inhoud, maar pleitte er
ook voor om bij belangrijke, generieke dossiers de
emancipatie-effecten te toetsen. Wij komen daaraan graag tegemoet. Ten
eerste wordt bij de evaluatie van de Wmo aandacht geschonken aan de
emancipatie-effecten . Deze toezegging is opgenomen in de opdracht aan
het Sociaal Cultureel Planbureau die deze evaluatie uitvoert. Daarbij
zal vooral gekeken worden naar de emancipatie-effecten op de terreinen
mantelzorg en vrijwilligerswerk.
Daarnaast zijn wij voornemens om bij de Kabinetsreactie over de AWBZ
mede naar aanleiding van het advies van de Sociaal-Economische Raad
daarover dat dit voorjaar wordt verwacht, ook de mogelijke
emancipatie-effecten te bezien.
Voor de rapportage over de voortgang en resultaten van de VWS-bijdrage
aan het emancipatiebeleid sluiten wij aan bij de in de emancipatienota
aangekondigde `midterm review', die in 2010 wordt uitgevoerd.
De Minister van Volksgezondheid, De Staatssecretaris van
Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink mw. dr. J. Bussemaker