KWF Kankerbestrijding



10-03-2008

Genetische zelftesten via internet vaak voorbarig en misleidend

(Persbericht)

Erasmus Medisch Centrum: zelftesten slechte graadmeter voor gezondheidsrisico's

Rotterdam, 3 maart 2008 - Er is onvoldoende bewijs dat genetische zelftesten die via internet worden aangeboden zouden werken. Het betreft testen die diverse genen combineren in een zogenaamd genetisch profiel. Aan de uitkomsten worden hele algemene leefstijl- en voedingsadviezen gekoppeld. Volgens onderzoekers van Erasmus MC meten deze testen niet de gezondheidsrisico's waarvoor ze zeggen voorspellend te zijn. Zij publiceren de resultaten van hun onderzoek eind deze week in het tijdschrift American Journal of Human Genetics.

De onderzoekers richtten zich op de genetische zelftesten van zeven fabrikanten. Veel soortgelijke commerciële initiatieven zijn in de maak. Wereldwijd kunnen consumenten de veelal kostbare testen via internet kopen. Aan de uitkomsten koppelen de fabrikanten adviezen voor dieet of leefstijl, soms inclusief daarbij horende producten als voedingssupplementen die zij verkopen. De onderzochte testen meten in totaal 56 genen die van invloed zouden zijn op het ontstaan van bijvoorbeeld diabetes type 2, hart- en vaatziekten en osteoporose.

De onderzoekers van het Erasmus MC en van het National Office of Public Health Genomics in Atlanta baseerden hun onderzoek op alle gepubliceerde wetenschappelijke meta-analyses, die gezamenlijk een overzicht geven van het onderzoek naar de rol van de genoemde 56 genen in het ontstaan van ziekten. Van de 56 genen in de testen komen er 24 (43%) niet voor in deze publicaties. Van de overige 32 genen blijkt slechts 38 procent een statistisch significante relatie te hebben met een bepaalde ziekte. Die relatie was doorgaans echter zo gering, dat de genen niet gebruikt kunnen worden voor het voorspellen van ziekte. Opvallend is bovendien dat deze relatie niet altijd overeenkomt met de claim van de fabrikanten. Zo zouden de genen die de fabrikanten meten in de zogenoemde profielen voor hart- en vaatziekten vaker een rol spelen in andere ziekten dan hart- en vaatziekten. Ook blijken twee van de vijf genen in de zogenoemde profielen voor botziekten wel een statistisch significante relatie te hebben met een bepaalde ziekte, maar dat is in geen enkel geval een botziekte. De onderzoekers noemen het aanbod van genetische profielen en de daaraan gekoppelde gezondheidsadviezen dan ook voorbarig en misleidend.

Bron: Erasmus Medisch Centrum
Laatst gewijzigd op 10 mrt 2008