Levenslang voor moord op Sévèke
Arnhem, 7 maart 2008 - De rechtbank Arnhem heeft vandaag de 39-jarige
Marcel T. die zich schuldig heeft gemaakt aan moord op J.L.B. Sévèke
veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Voorts heeft
verdachte zich schuldig gemaakt aan vier aanslagen op gebouwen en één
poging daartoe. Daarnaast heeft verdachte zeven bankovervallen
gepleegd en één poging daartoe gedaan.
Bij het hele feitencomplex op zichzelf beschouwd past naar het oordeel
van de rechtbank in ieder geval de maximale tijdelijke gevangenisstraf
van 20 jaar die in het onderhavige geval kan worden opgelegd. De
beantwoording van de vraag of hiermee kan worden volstaan of dat in
overeenstemming met de eis van de officier van justitie een
levenslange gevangenisstraf moet worden opgelegd, is in hoge mate
afhankelijk van het inzicht dat de rechtbank over de persoon van
verdachte heeft kunnen verkrijgen op basis van de deskundigenrapporten
en de houding van verdachte zoals daarvan in het vooronderzoek en ter
terechtzitting is gebleken.
De rechtbank volgt het rapport van de deskundigen van het Pieter Baan
Centrum. Volgens dit rapport kan geen verband worden gelegd tussen de
persoonlijkheidsstoornis van de verdachte en de door hem gepleegde
feiten. Daarom is hij volledig toerekeningsvatbaar en kan, geredeneerd
vanuit de persoonlijkheidsstoornis van verdachte, geen schatting van
de kans op herhaling worden gemaakt.
Een en ander betekent dat vanuit gedragskundig oogpunt geen verklaring
kan worden gegeven voor de moord op Sévèke, terwijl een invoelbaar
motief voor dat misdrijf ontbreekt.
Mede gelet op de omstandigheid dat verdachte pas in een laat stadium
is teruggekomen van zijn hardnekkige opvatting dat zijn daad
gerechtvaardigd was en in dit verband heeft gesproken over "oog om oog
en tand om tand", is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van
een onpeilbare verdachte en dient er terdege mee rekening te worden
gehouden dat hij op enig moment om hem moverende redenen opnieuw een
zeer ernstig geweldsdelict pleegt.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte de mogelijke
gevolgen van de bankovervallen sterk bagatelliseert of althans
wegredeneert ter rechtvaardiging van zijn opvatting dat van hem niet
kan worden gevergd "een loonslaaf " te zijn. Er lijkt bij verdachte
een zekere vanzelfsprekendheid te zijn ontstaan om bankovervallen te
plegen om in zijn materiële behoeften te voorzien, alsof het gaat om
een normale manier van opnemen van geld of in verdachtes woorden:
"self-banking". Ook wat dit soort misdrijven betreft dient daarom
rekening te worden gehouden met een reële kans op herhaling, temeer
daar verdachte ter terechtzitting niet heeft willen uitsluiten onder
omstandigheden opnieuw een bankoverval te plegen.
Alles bijeengenomen is de rechtbank van oordeel dat een terugkeer van
verdachte in de maatschappij een zo grote kans op herhaling van
ernstige misdrijven verbonden is, dat het opleggen van een levenslange
gevangenisstraf onontkoombaar is.
Klik hier voor het dossier 'levenslang'.
Zie het origineel
LJ Nummer
BC6028
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 7 maart 2008
Gerechtelijke organisatie