Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
7 maart 2008 DL/A/2008/7984 6 februari 2008 08-OCW-B-001
Onderwerp
Monitor Actieplan LeerKracht van Nederland
In uw brief van 6 februari 2008 (kenmerk 08-OCW-B-001) vraagt u mij aan te geven op welke wijze de
indicatoren genoemd in mijn brief van 14 januari 2008 (kenmerk AP/AOM/2008/1391) samenhangen
met de doelstellingen uit het actieplan. In de eerste plaats ben ik verheugd over de positieve reactie
van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op mijn voorgenomen
monitoringskader.
U geeft aan dat de samenhang aangetoond kan worden door streefwaarden aan de indicatoren te
koppelen en deze streefwaarden te verbinden met de doelstellingen uit het actieplan. In onderstaande
alinea's geef ik eerst toelichting op de relatie van de indicatoren met de doelen van het actieplan,
alvorens toelichting te geven op het proces waarbij streefwaarden vastgesteld zullen worden.
Relatie met doelen uit het actieplan
De hoofddoelen van het Actieplan LeerKracht van Nederland zijn het bestrijden van het lerarentekort
en het versterken van de kwaliteit en positie van leraren. De maatregelen zijn in de tekst van het
actieplan gekoppeld aan de thema's een sterker beroep, een professionelere school en betere beloning.
Daarnaast is er in het actieplan een aantal kortetermijnmaatregelen geformuleerd. Hieronder treft u
de indicatoren genoemd in mijn brief van 20 december, nu gegroepeerd onder de thema's
(tussendoelen) waarop zij betrekking hebben.1
Indicatoren die aansluiten bij maatregelen ten behoeve van "Een sterker beroep":
- (on)bevoegdheid van docenten;
- scholingsinspanning door scholen;
- benutting van het scholingsfonds;
- deelname aan het register; en
- ontwikkeling van gezamenlijke eindtermen.
1.1.1
1 Sommige indicatoren meten voortgang van meerdere tussendoelen.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
blad 2/3
Indicatoren die aansluiten bij maatregelen ten behoeve van "Een professionelere school":
- (on)bevoegdheid van docenten;
- scholingsinspanning door scholen;
- de functiemix;
- ziekteverzuim;
- arbeidsdeelname oudere leerkrachten;
- aandeel allochtone leerkrachten; en
- ontwikkeling van het gebruik van combinatiefuncties en de conciërge-regeling.
Indicatoren die aansluiten bij maatregelen ten behoeve van "Betere beloning" (inclusief verhoging van
de participatiegraad van het onderwijspersoneel):
- de functiemix;
- de doorstroom van academici;
- de toekenning van periodieken;
- de toekenning van de bindingstoeslagen;
- de toekenning van overige toeslagen;
- de inkorting van de carrièrelijn; en
- gevolgen van vrijwillige ophoging van de normjaartaak.
Indicatoren die aansluiten bij de kortetermijnmaatregelen:
- instroom vanuit zij-instroom en stille-reserve;
- de toekenning van de regionale toeslag; en
- instroom en rendement van de kopopleiding.
De volgende indicatoren aansluiten bij het bestrijden van het lerarentekort (hoofddoel van het
actieplan):
- vacaturecijfers;
- uitstroom naar andere sectoren;
- instroom vanuit de opleidingen/beroepsrendement; en
- instroom en uitval in de lerarenopleidingen, ook t.g.v. de reken- en taaltoets.
Streefwaarden
De vormgeving van de maatregelen uit het actieplan en streefwaarden van de indicatoren moet worden
uitgewerkt in samenspraak met de sociale partners. De maatregelen zijn als zodanig onderwerp van
open en reëel overleg. Van verschillende indicatoren (bijvoorbeeld de functiemix) zullen de
streefwaarden onderdeel uitmaken van prestatieafspraken in het naar aanleiding van het actieplan te
sluiten convenant. Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg van 4 december 2007 zal ik u in mei
2008 informeren over de resultaten van mijn gesprekken met de sociale partners, inclusief de verdere
uitwerking van maatregelen en indicatoren. Door nu streefwaarden vast te leggen zou ik vooruitlopen
op de afspraken met de sociale partners. Zoals ook aangegeven tijdens het bovengenoemd algemeen
overleg zal ik geen overkoepelende streefwaarden vaststellen met betrekking tot het aantal vacatures.
Dit vanwege de complexiteit van de arbeidsmarkt en het feit dat bijvoorbeeld de economische context
blad 3/3
(hoog- of laagconjunctuur) in belangrijke mate medebepalend is voor de situatie op de
onderwijsarbeidsmarkt.
Rapportagemomenten
Ten slotte stem ik hierbij in met het verzoek om de halfjaarlijkse rapportagemomenten aan te laten
sluiten bij de P&C-cyclus van de begrotingsbehandeling (tussenrapportage bij de voorjaarsnota en een
jaarrapportage geïntegreerd in de Nota Werken in het Onderwijs bij de begroting op Prinsjesdag).
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk