Ingezonden persbericht
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 6 maart 2008
Ons kenmerk DMO/DB/200803881
Onderwerp Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie over de
zevende jaarrapportage over het helikopterproject NH-90 (25 928 nr. 26).
Hierbij bied ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie naar
aanleiding van de zevende jaarrapportage over het helikopterproject NH-90 (verzoek met
kenmerk 08-DEF-B-015).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 1/15
Ministerie van Defensie
Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie naar aanleiding van de
zevende jaarrapportage over het helikopterproject NH-90 (25 928 nr. 26).
1. Waarom, en in welke mate, leidt het geschikt maken van acht NATO Frigate
Helicopters (NFH's) voor maritieme en landgerichte transporttaken tot het voorkomen
van extra kosten in investering en exploitatie? Waarom wordt dit niet bij alle
helikopters gedaan als dit kostenbesparend is?
2. Gaat het geschikt maken van NFH's voor landgerichte transporttaken ten koste
van bepaalde operationele functionaliteiten?
Een van de uitkomsten van de studie Integrale Helikopter Capaciteit voor de Nederlandse
krijgsmacht is een toenemende behoefte aan transporthelikopters die zowel op zee als op
land kunnen worden ingezet. Uit deze studie is een behoefte voortgekomen aan acht
transporthelikopters. Om in de gestelde behoefte te voorzien, kan worden gekozen tussen
twee basisvarianten van de NH-90, de Nato Fregat Helicopter (NFH), waarvan er twintig zijn
aangekocht, of de Tactical Transport Helicopter (TTH).
Het geschikt maken van acht NFH's voor maritieme en landgerichte transporttaken leidt naar
verwachting tot lagere investeringskosten dan het aanpassen van een TTH voor maritieme
operaties, zoals aanvankelijk werd voorgestaan. Door het geschikt maken van een NFH voor
landoperaties worden bovendien voor de gebruiksfase operationele, personele, materiële en
opleidingsvoordelen verwacht met als gevolg een hogere inzetbaarheid en lagere
exploitatielasten. Immers, het is efficiënter één variant te exploiteren dan twee.
3. Wanneer wordt verwacht dat het herziene productiecontract gesloten zal
worden? Welke opties heeft u, indien NHIndustries op basis van de
haalbaarheidsstudie die nu wordt uitgevoerd, opnieuw met een onacceptabel hoge
offerte komt?
Pagina 2/15
Ministerie van Defensie
NHIndustries heeft te kennen gegeven een nieuwe offerte te kunnen uitbrengen na de
voltooiing van een haalbaarheidsstudie naar de implementatie van een `Piloting Forward
Looking Infra Red` (FLIR) in plaats van de `Naval FLIR' in een NFH. De opdracht voor deze
studie is 6 februari jl. door NHIndustries geaccepteerd en duurt drie maanden, aldus
NHIndustries. Het is niet te zeggen hoe lang de onderhandelingen zullen duren op basis van
de dan ontvangen offerte.
4. Wat wordt concreet bedoeld met de `onverwacht hoge eenmalige kosten die
door NHIndustries worden berekend'?
Hiermee wordt bedoeld dat in een schatting van NHIndustries van de kosten voor de wijziging
van het Nederlandse productiecontract, extra kosten voor onder andere `variantmanagement'
en ontwikkeling waren opgenomen. In de commercieel vertrouwelijke brief bij de zevende
jaarrapportage helikopterproject NH-90 (Kamerstuk 25 928, nr. 26) heb ik de aanpassing van
het productiecontract nader toegelicht.
5. Hoeveel NFH's wil Nederland nu naast de voor transporttaken aangepaste
NFH's aanschaffen en hoeveel Tactical Transport Helicopters (TTH's)?
Defensie wil het huidige contract aanpassen tot in totaal twaalf NFHÂŽs met een volledig
missiesysteem en acht Transport NFH's (TNFH) geschikt voor maritieme en landgerichte
transporttaken. De aanschaf van TTH's wordt niet overwogen.
6. Welk concrete resultaten hadden de voortgangsgesprekken in februari en juni
2007?
9. Op welke wijze hebben NATO Helicopter Management Organisation (NAHEMO)-
landen druk uitgeoefend op NHIndustries? Welke mogelijkheden hebben NAHEMO-
landen, en Nederland in het bijzonder, om verbeteringen te bewerkstelligen bij
NHIndustries?
Pagina 3/15
Ministerie van Defensie
10. Welke concrete acties heeft u het afgelopen jaar ondernomen om de
verschillende gesignaleerde tekortkomingen bij NHIndustries op te lossen en wat zijn
de tot op heden bereikte resultaten?
11. Op welke wijze meldt NHIndustries nu maandelijks over de tekortkomingen?
Wat doet u daar mee? Wat is de actuele stand van zaken? Wat zijn bijvoorbeeld de
uitkomsten van het internationale overleg dat gevoerd wordt over het in augustus 2007
ontvangen voorstel van NHIndustries over aanpassingen in de organisatiestructuur?
14. Welke acties gaan genomen worden om verbeterpunten die uit de audits naar
voren zijn gekomen, daadwerkelijk te verbeteren?
18. Kunt u het voorstel voor aanpassingen van de interne organisatiestructuur aan
de Kamer toesturen?
Sinds de eerste signalen van structurele vertraging bevestigd werden voor aanvankelijk eerst
de TTH en later ook de NFH, worden alle mogelijkheden die het contract voor die gevallen
biedt, inclusief aanpassing van het betalingsschema (zie ook het antwoord op vraag 24)
toegepast. De interventies van de National Armaments Directors (NAD's) en het gesprek in
Aix-en-Provence in februari 2007 met de partnerindustrieën hebben concreet geleid tot een
aangepaste planning en tot audits naar de planning, de Integrated Logistic Support (ILS)-
activiteiten en het management van NHIndustries. Tevens rapporteert NHIndustries sindsdien
maandelijks aan NAHEMA over de actuele status van oplossingsstrategieën voor technische
problemen. Hierdoor is gedurende het afgelopen jaar een duidelijk beeld ontstaan van de
knelpunten in het NH-90 programma. Op de verschillende managementniveaus (Program
Managers, Joint Executive Committee, Steering Committee, National Armaments Directors)
vindt overleg plaats met NHIndustries en partnerindustrieën over de knelpunten, de
voortgang en verbeteringen in het NH-90 programma. Op onderdelen, zoals bij technische
knelpunten en bij de stroomlijning van het kwalificatieproces, heeft de industrie inmiddels
oplossingen en verbeteringen voorgesteld of ingevoerd. Langzaam worden de eerste
resultaten zichtbaar, bijvoorbeeld in het kwalificatieproces. De achterstand kan echter niet
meer worden ingelopen. Hooguit kan het effect van verdere vertragingen of tegenslagen
worden voorkomen of beperkt. Het voorstel over de aanpassing van de interne
organisatiestructuur van NHIndustries is nog onderwerp van internationaal overleg en is
Pagina 4/15
Ministerie van Defensie
tijdens de afgelopen NAD-vergadering van 7 februari jl. met NHIndustries besproken. Een
definitief plan is nog niet overeengekomen.
7. Zijn de Nederlandse orders voor NH-90 helikopters in de productieplanning
verplaatst naar achteren vanwege het vermijden van schadevergoeding bij anderen
landen die de NH-90 aan willen schaffen?
Nee. De productieplanning van alle NH-90 's is verschoven als gevolg van de vertraging van
het kwalificatieprogramma.
8. Wanneer zal het kwalificatieprogramma voltooid zijn? Wanneer moet het
kwalificatieprogramma zijn afgerond om de door NHIndustries geschetste tijdplanning
haalbaar te maken? Worden er nog verdere vertragingen in het kwalificatieprogramma
verwacht? Zo ja, wat heeft dit voor gevolgen voor de levering van helikopters aan
Nederland?
28. Wat is nu het lever- en in dienst stellingschema van de NH90? Zijn er inmiddels
extra vertragingen ontstaan?
36. Wat zijn de belangrijkste knelpunten bij de kwalificatie van missiesystemen? In
hoeverre is de productieketen van de NH-90 goed op elkaar afgestemd teneinde de NH-
90 tijdig operationaliseerbaar te krijgen?
In de planning van maart 2007 stelt NHIndustries het kwalificatieprogramma voor de
Nederlandse NFH in het voorjaar 2009 te kunnen voltooien en de eerste Nederlandse NFH-
helikopter in juli 2009 voor acceptatie te kunnen aanbieden. Aan Nederland zullen
achtereenvolgens twee (2009), vier (2010), vijf (2011), vijf (2012) en vier (2013) helikopters
worden geleverd. Momenteel liggen de belangrijkste knelpunten in het kwalificatieprogramma
bij de radar, het navigatiesysteem (TACNAV) en de integratie van de vliegfuncties via het
CORE System. Dat systeem voorziet in alle basisvliegfuncties zoals de cockpit bediening en
presentaties, de interne en externe communicatie, de navigatie en de bewaking van de
avionica. Indien hierdoor het kwalificatieprogramma verder uitloopt, kan dit - afhankelijk van
Pagina 5/15
Ministerie van Defensie
de mate waarin de helikopter afwijkt van de gestelde specificaties - een verdere vertraging in
de aflevering tot gevolg hebben.
12. Wat is de benodigde logistieke ondersteuning van NHIndustries? Vanaf welk
moment is deze logistieke ondersteuning voorzien? Heeft NHIndustries voldoende
controle op het gebied van Integrated Logistic Support, om zorg te dragen voor de
benodigde ondersteuning voor de Nederlandse helikopters?
22. Is het u gelukt om het industriële deel van de nationale exploitatievoorbereiding
daadwerkelijk in het najaar van 2007 af te ronden? Zo neen, welke maatregelen worden
genomen? Kunnen sancties ingeroepen worden? In hoeverre is het realistisch te
stellen dat, ondanks de vertraging bij de NH-90, de exploitatievoorbereidingen tijdig
zullen worden afgerond?
Het Production Investment / Production (PI/P) contract voorziet in de tijdige toelevering van
de informatie voor de opzet van de logistieke ondersteuning. Op basis van deze informatie
zal Nederland via aanvullende contracten reservedelen, gronduitrusting, etc. verwerven. Ook
op dit punt treedt vertraging op bij de industrie. Met de industrie is afgesproken dat zij
ondanks deze vertraging de benodigde reservedelen en grondapparatuur tijdig zal leveren.
Als gevolg van het uitstel van de levering van de NH-90 naar juli 2009 is er meer tijd ontstaan
om de exploitatievoorbereiding te voltooien. Het industriële deel van de nationale
exploitatievoorbereiding is pas eind 2007 aangeleverd. In de eerste helft van 2008 zal deze
informatie worden geanalyseerd, waarna de verwerving van reservedelen en
grondapparatuur kan aanvangen. De ondersteuning door de industrie voor het uit te besteden
onderhoud en de internationale procedures voor de invulling van de logistieke samenwerking
verkeren nog in een beginfase.
13. Wat zijn de uitkomsten van de management audit?
De audit heeft laten zien dat vertragingen zijn ontstaan en de oplossing van
ontwerpproblemen wordt bemoeilijkt doordat de `governance' binnen NHIndustries en
Pagina 6/15
Ministerie van Defensie
partnerindustrieën niet voldoet. Inmiddels wordt in overleg met NAHEMA door NHIndustries
aan verbeteringen gewerkt. NHIndustries en partnerindustrieën hebben bijvoorbeeld
zogenaamde Lead Industries aangewezen die de ontwikkelingen en de oplossing van
problemen bij de TTH-varianten (Eurocopter) en de NFH-varianten (AgustaWestland) moeten
versnellen. Het is de verwachting dat daardoor niet alleen de technische problemen
voortvarender worden aangepakt maar dat ook de kwalificatiesnelheid toeneemt.
15. Is het waar dat er inmiddels, vóórdat het onderzoek naar het patiëntenvervoer
van de Waddeneilanden afgerond is, al vanuit wordt gegaan dat de Search and Rescue
(SAR)-taken zullen worden overgenomen door de NH-90? In hoeverre ontstaat
daardoor een extra, vermijdbaar capaciteitsbeslag op de NH-90, nu immers de
onderkende operationele behoefte aan NH-90's groter is dan de aantallen die
verworven worden? Betekent dit dat de helikopterlandingsplaats van het Medisch
Centrum Leeuwarden wordt aangepast op het landen van de veel grotere en zwaardere
NH-90, gelet op de aangenomen motie 30800X, nr. 104 en uw toezegging tijdens het
Algemeen Overleg op 4 juli 2007, dat de dienstverlening inzake patiëntenvervoer op
minimaal hetzelfde niveau zal blijven als in de huidige situatie?
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn brief over de uitvoering van de motie-
Jacobi (Kamerstuk 31 200 X, nr. 92) die ik onlangs naar de Kamer heb gestuurd.
16. Is het zeker dat de meerkosten voor de instandhouding van de Lynx ook
daadwerkelijk volledig worden verhaald op NHIndustries zoals wordt gesteld in de
jaarrapportage? Maakt dit deel uit van het bedrag van 5,2 mln., waarvan in de brief
van 27 juni 2007 nog werd gezegd dat er een claim zou worden ingediend?
Zoals ik in het algemeen overleg van 25 april 2007 (Kamerstukken 25 928 en 30 806, nr. 24)
heb aangegeven, is het mijn intentie een claim in te dienen bij NHIndustries voor de extra
kosten, geraamd op 5,2 miljoen, in verband met de technische levensduurverlenging van
de Lynx-helikopters.
Pagina 7/15
Ministerie van Defensie
17. Kunt u een totaaloverzicht presenteren van alle gevolgen (operationeel en
financieel) van de additionele vertraging met 15 maanden van de komst van de eerste
NH-90? Welke deel van de totale meerkosten (waaronder Lynx en AB-412) kan in totaal
verhaald worden en welk deel komt voor rekening van het ministerie van Defensie?
19. Kunt u weergeven op welke posten extra kosten gemaakt worden als gevolg van
de vertraging in het leverschema? Kunt een schatting geven van de omvang van deze
extra kosten? Zo neen, waarom niet?
Door de vertraging ontstaan voor Defensie extra kosten. Deze betreffen onder meer de
projectkosten, een verlengde deelneming aan NAHEMA, de levensduurverlenging van de
Lynx-helikopters en de instandhouding van de AB-412 functionaliteit. De totale kosten
kunnen worden bepaald zodra de leverdata en configuratie van de NH-90 definitief vaststaan
en de NH-90's daadwerkelijk zijn geaccepteerd. De gereedheid voor acceptatie van de eerste
NH-90 zal niet eerder dan juli 2009 zijn. Tot dat instromen van de NH-90 zal de taakuitvoering
door de Lynx-helikopters en de AB-412 zijn gegarandeerd.
20. Zijn de TTH en NFH ook geschikt voor de Sigma-klasse korvetten die Nederland
aan gaat schaffen? Speelt de gewichtsproblematiek hier een rol bij (modificaties aan)
het ontwerp van deze korvetten? Zo ja, welke? Zijn hier extra kosten mee gemoeid? Zo
ja, hoeveel?
De aanschaf van Sigma-klasse korvetten wordt niet overwogen. Over de resultaten van de
verwervingsvoorbereiding voor de Nederlandse patrouilleschepen en de relatie met de NH-90
helikopter heb ik u onlangs geïnformeerd (Kamerstuk 31 200 X, nr. 42). Het ontwerp van de
patrouilleschepen berust mede op het opereren met de NH-90 maritieme boordhelikopter.
21. Wanneer verwacht de Staatssecretaris dat NHIndustries een oplossing voorlegt
voor de gewichtsproblematiek? Wat zouden de eventuele operationele gevolgen
Pagina 8/15
Ministerie van Defensie
kunnen zijn indien het probleem niet (geheel) oplosbaar blijkt? Wie betaalt eventuele
meerkosten van de gewichtsproblematiek?
Met NHIndustries is eind 2007, uitgaande van een nog te behalen gewichtsreductie, een
oplossing voor het herstel van de operationele capaciteit gevonden. De oplossing moet nog
contractueel worden vastgelegd. Hierover wordt thans binnen de NAHEMO-landen
besproken. Over additionele kosten van helikoptergebonden materieel, levensduurkosten en
onderhoud heeft NHIndustries nog onvoldoende informatie verstrekt.
23. Hoe groot zijn de financiële risico's bij de nationale exploitatievoorbereiding als
gevolg van extra complicaties en bijzondere prijsontwikkelingen? Kan de Kamer
geïnformeerd worden over deze cijfers? Zo ja, wanneer?
38. Hoe groot zijn de financiële risico's door het ontbreken van contracten bij de
verwerving van initiële reserveonderdelen en gronduitrusting? Kunt u inzicht geven
welke (financiële) risico's momenteel op contractuele gronden beheersbaar zijn en bij
welke risico's een zogenaamd open einde bestaat door het ontbreken van (duidelijke)
contracten?
De financiële risico's kunnen op dit moment nog niet worden gekwantificeerd. Rond deze
zomer verwacht ik het onderzoek hiernaar te hebben voltooid en zal ik u nader informeren.
24. Wat betekent de zinsnede `rekening houdend met de nog niet behaalde
mijlpalen' voor de betalingen aan NHIndustries? Hebt u momenteel een duidelijke
contractuele basis die mogelijke financiële risico's door problemen bij NHIndustries bij
de productie en levering van NH-90's dekken?
Hiermee wordt bedoeld dat alleen de (delen van) contractueel overeengekomen mijlpalen zijn
betaald als daar de overeengekomen prestatie is geleverd. De contractuele basis voor de
productie en levering van de NH-90 is geregeld in het oorspronkelijke PI/P-contract. In de
commercieel vertrouwelijke bijlage bij de zevende jaarrapportage (Kamerstuk 25 928, nr. 26),
Pagina 9/15
Ministerie van Defensie
is geschetst hoe betalingen worden gekoppeld aan de oplossing van technische en
kwalificatieproblemen.
25. Waarom is geen apart budget begroot voor de aanschaf van de simulator, maar
wordt hiervoor de reservevoorziening aangesproken? Op welke wijze zal u mogelijke
extra financiële tegenvallers bij contractbesprekingen opvangen ingeval de
reservevoorziening nihil is? Hoe groot zijn de financiële risico's door het nochtans
ontbreken van een contract met het Italiaanse consortium dat de simulator levert?
In de initiële ondersteuning (IISS) van de verwerving van twintig NFH's is de ontwikkeling en
verwerving van een vluchtsimulator (FMFT) opgenomen (Kamerstuk 25 928, nr. 6). Nadat
internationale samenwerking voor een vluchtsimulator definitief niet mogelijk bleek
(Kamerstukken 25 928, nr. 18 en 25 928, nr. 20), zijn contractbesprekingen met een Italiaans
consortium begonnen. Omdat kosten niet langer meer kunnen worden gedeeld met andere
landen is meer geld nodig voor de vluchtsimulator dan aanvankelijk geraamd. Het principe
van de risicovoorziening is juist voor dergelijke onvoorziene kosten bedoeld. Hoewel
overeenstemming met het consortium al eerder was voorzien, verwacht ik de Kamer
binnenkort over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van de vluchtsimulator te
kunnen informeren.
26. Als de opleiding die het resultaat zou zijn van gebruikmaking van tijdig geleverd
computerondersteund instructiemateriaal (CAI) op 100 wordt gesteld, hoe hoog is het
resultaat nu op basis van conventioneel cursusmateriaal? Welke extra kosten vloeien
uit deze late levering voort?
Ook de conventionele opleiding leidt ertoe dat de cursist voldoet aan de gestelde eisen. De
studieweg naar het behaalde resultaat is anders en de cursist wordt met minder moderne
lesmethodieken geconfronteerd. Parallel aan de ondersteuning van het internationale
computerondersteund instructiemateriaal (CAI) proces moet Defensie nu conventionele
opleidingen ontwikkelen. Dit traject gaat in goede samenspraak met AgustaWestland en op
Pagina 10/15
Ministerie van Defensie
basis van het materiaal dat het bedrijf heeft geleverd. Dit vergt de inzet van extra
defensiepersoneel.
27. Welke mogelijkheden heeft Nederland om een groter werkaandeel, zoals
afgesproken, af te dwingen? Wat is hierover in contracten vastgelegd?
29. Is de achterstand van ongeveer 130 miljoen voor de Nederlandse industrie die
in de brief van 27 juni 2007 werd gemeld inmiddels groter of kleiner geworden? Welke
bedrijven missen thans orders die wel voorzien waren? Welke drukmiddelen kunt u
inzetten richting de producenten van de NH-90 indien orders achterblijven?
30. Wat zijn de oorzaken van het lage werkaandeel van Nederlandse bedrijven bij de
productie van NH-90 helikopters?
31. Wat is de aard en omvang van de ene commerciële mogelijkheid die wel
aangeboden is? Aan wie is deze aangeboden?
32. Kunt u een termijn aangeven waarbinnen het tekort van het werkaandeel van
Nederlandse bedrijven bij de productie van NH-90 helikopters ingelopen is?
33. Wanneer kunt u concrete resultaten melden over de inschakeling van de
Nederlandse industrie?
34. Welke bedrijven zijn tot op heden betrokken bij de productie van de NH-90?
De afspraken over het werkaandeel zijn vastgelegd in het PI/P-contract. Hierin is opgenomen
dat bij een te klein werkaandeel de Contractor (NHIndustries) een voorstel moet om het
evenwicht te herstellen. Het tekort van het Nederlandse werkaandeel bedraagt op basis van
de huidige cijfers nog steeds ongeveer 130 miljoen. Volgens het contract moet het totale
overeengekomen werkaandeel zijn bereikt bij de levering van de laatste helikopter (voor
Nederland momenteel voorzien in 2013). Een tekort uit de PI/P-fase zal in de In Service
Support-fase moeten worden gecorrigeerd.
Het werkaandeel voor Stork stemt nagenoeg overeen met de afspraken. Het werkaandeel
voor Nederlandse toeleveranciers blijft nog achter. Dit komt doordat Nederlandse
toeleveranciers minder bekend zijn bij de partnerindustrieën Eurocopter en AgustaWestland.
Onder voorzitterschap van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid
Pagina 11/15
Ministerie van Defensie
(NIDV, voorheen NIID) wordt met het Ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse
industrie bezien op welke wijze het tekort kan worden verkleind. Hierbij zijn bedrijven
betrokken zoals StorkFokker AESP, Fokker Elmo, Stork Special Products, BFG Aerospace,
ATS-Kleizen, Jamo Precision Industries, Schreiner, het NLR en Heli-One Components.
Het zal echter tijd kosten om het tekort in het werkaandeel binnen de bestaande
productieverhouding weg te werken. Hiervoor zullen de betrokken publieke en private
organisaties doorlopend hun invloed moeten aanwenden. Verder zullen de NIDV en het
Nederlandse bedrijfsleven dit jaar de gesprekken met de Eurocopter Group, NAHEMA en
NHIndustries voortzetten. De gesprekken tussen het Nederlandse MKB en de
partnerindustrieën over de voorbereiding van de instandhoudingsfase verlopen soepeler.
35. Is het waar dat de luchtvaart divisie van Stork in het tweede kwartaal van 2007
een verlies leed, omdat het 35 miljoen euro moest besteden aan het NH-90 programma,
zoals aangegeven in Jane's Defence Weekly van 2 augustus 2007?
Berichtgeving over bedrijfsgegevens is een verantwoordelijkheid van Stork zelf. In de
uitgegeven persberichten van 25 juli 2007 en 29 januari 2008 meldt Stork dat de operationele
resultaten in 2007 bij Aerospace Industries sterk zijn overschaduwd door een grote
voorziening in het tweede kwartaal in verband met aanzienlijke risico's in het
helikopterprogramma NH-90.
37. Waar ligt het `capaciteitstekort bij de industrie'? Wat is de oorzaak van dit
capaciteitstekort? Welke financiële risico's zijn hieraan verbonden?
Omdat de partnerindustrieën verenigd in NHIndustries normaliter concurrent van elkaar zijn
en de werkwijzen en systemen niet optimaal op elkaar zijn afgestemd, is extra overleg en
coördinatie noodzakelijk. Dit legt een groot beslag op de engineeringcapaciteit. NHIndustries
en partnerindustrieën hebben daarmee pas in een laat stadium rekening gehouden en zij
spannen zich in om de situatie te verbeteren. Het effect hiervan zal pas op langere termijn
merkbaar zijn.
Pagina 12/15
Ministerie van Defensie
39. Wat is op grond van de stelling: "De zes bovengenoemde risico's hangen
samen met de internationale projectomgeving en met de samenwerking met de
industrie", uw appreciatie van de Europese Defensie-industriële samenwerking?
De samenwerking op het gebied van de Europese defensie-industrie blijkt in de praktijk
regelmatig moeizaam te verlopen. Echter, gezien de continu wijzigende omgeving, de
vermindering van het aantal (wapen)systemen en de behoefte aan interoperabiliteit, is
verdergaande samenwerking van belang. Defensie zal bij toekomstige internationale
projecten rekening houden met lessen die in het verleden zijn geleerd. Zo is het wenselijk dat
de behoeften en eisen van de deelnemende landen zoveel mogelijk vooraf op elkaar worden
afgestemd. Een gemeenschappelijke visie voorkomt vertraging en biedt voordelen voor de
instandhouding en de interoperabiliteit.
40. Kunt u aangeven aan welke landen, naast de landen die deelnamen aan
NAHEMO, NH-90 helikopters zijn verkocht en welke landen een optie op aanschaf
hebben?
NHIndustries meldt hierover in een persbericht van 30 november 2007 dat er momenteel
sprake is van 507 firm orders voor negentien krijgsmachtdelen in Frankrijk, Duitsland, Italië,
Nederland, Portugal, België, Finland, Noorwegen, Zweden, Griekenland, Oman, Australië,
Nieuw-Zeeland en Spanje. Over het actuele aantal opties doet NHIndustries geen
mededelingen.
41. Is er een systeem om de door Nederlandse bedrijven geleverde onderdelen voor
de NH-90 helikopters te volgen tot de assemblage van de helikopter, zodat te allen tijde
zicht bestaat op de eindbestemming? Zo neen, is dit gezien het afwijkende standpunt
van Frankrijk met betrekking tot een bindende EU-gedragscode wapenexportbeleid
niet wenselijk? Zo ja, kunt u aangeven hoe dit systeem werkt?
Pagina 13/15
Ministerie van Defensie
Het is bij de toelevering van componenten aan de systeembouwer niet te allen tijde bekend
aan wie de NH-90 helikopters zullen worden verkocht. Wel is doorgaans bekend van welke
toeleverancier de onderdelen in een systeem afkomstig zijn. Die informatie dient, zoals
eerder uiteengezet (Kamerstuk 22 054 en 26 231, nr. 117), niet om de onderdelen te volgen
maar om desgewenst de herkomst te kunnen achterhalen.
De regering betreurt het dat de herziene EU Gedragscode inzake wapenexport nog steeds
niet is vastgesteld. Dit houdt echter geen verband met de levering van onderdelen ten
behoeve van de NH-90 helikopters. De Gedragscode is overigens reeds politiek bindend.
42. Waarom is in de voortgangsrapportage geen overzicht van gerelateerde
projecten opgenomen?
De indeling van de zevende jaarrapportage is gelijk aan die in voorgaande rapportages. Aan
het helikopterproject NH-90 zijn onder meer gerelateerd de projecten Joint Logistiek
ondersteuningsschip (JSS), Patrouilleschepen, Instandhoudingsprogramma M-fregatten,
Luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF), LPD-2, vervanging MK-46 torpedo en
verwerving tweede batch Initial In Service Support (IISS) reservedelen NH-90.
43. Welke alternatieven zijn er voor de NH-90 helikopter? Is gezien de vertragingen
en problemen in de organisatie van NHIndustries overwogen om tot aanschaf van een
andere maritieme helikopter over te gaan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke
gronden is besloten toch met de NH-90 door te gaan?
Gezien het aantal geplaatste orders is het NH-90-project te beschouwen als een Europees
succes. Niet alleen krijgen de Europese krijgsmachten de beschikking over een moderne
helikopter, maar ook de deelnemende nationale industrieën verdienen er het nodige aan.
Voor de NH-90 helikopter is in deze fase van het project geen alternatief beschikbaar. Er
wordt niet overwogen om tot aanschaf van een andere maritieme helikopter over te gaan. In
de commercieel vertrouwelijke brief van 27 juni 2007 (behorend bij Kamerstuk 25 928, nr. 25)
Pagina 14/15
Ministerie van Defensie
over de contractuele aspecten van het helikopterproject NH-90 is uiteengezet wat de
gevolgen zijn bij `uittreding en voortijdige beëindiging van het programma'.
44. Welke afwijkingen worden verwacht met het kostenoverzicht voor de NH-90 in
het Materieel Projectenoverzicht (Prinsjesdag 2007)?
De actuele financiële informatie is in de commercieel vertrouwelijke bijlage van de zevende
jaarrapportage NH-90 (Kamerstuk 25 928, nr. 26) vermeld. Indien er sprake is van belangrijke
wijzigingen zal de Kamer, zoals gebruikelijk, daarover in een brief worden geïnformeerd.
Deze wijzigingen worden eveneens in het Materieel Projecten Overzicht van Prinsjesdag
2008 vermeld.
45. Houdt de Nederlandse regering ook contact met de Finse regering over de
problemen met de NH-90? Heeft de Finse regering een bijzondere werkgroep ingesteld
die de risico's van het NH-90-project in kaart moet brengen? Heeft dit al tot resultaten
geleid? Zo ja, welke?
De Finse regering heeft de Nederlandse regering hiervan formeel niet op de hoogte gesteld.
Op projectniveau wordt samengewerkt met de drie Nordic Standard Helicopter Programme
(NSHP) landen: Noorwegen, Zweden en Finland. Hiervoor is in juli 2004 een Community
MOU ondertekend. Deze samenwerking is vooral gericht op de uitwisseling van informatie ten
behoeve van de instandhoudingsvoorbereiding. Het is niet bekend of Finland een werkgroep
heeft ingesteld of wat de resultaten hiervan zijn.
Pagina 15/15
---- --