Raad voor Werk en Inkomen
Den Haag, 05-03-2008
RWI en SCP: Achtergronden onbenut arbeidspotentieel
Veel mensen met een uitkering willen liefst in deeltijd werken
`Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut
arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten'.
o Een aanzienlijk deel van de gedeeltelijk en volledig
arbeidsongeschikten (57% resp. 19%) zou betaald werk willen hebben.
o Veel werkwillige werklozen (53%) en arbeidsongeschikten (44%) willen
het liefst een grote deeltijdbaan.
o Voor niet-werkenden vormen sociale contacten en het hebben van een
zinvolle tijdsbesteding de twee meest genoemde motieven om te gaan
werken. Werkenden die hun arbeidsuren willen uitbreiden, geven
hiervoor vooral financiële redenen op.
o Iets meer dan de helft van de zieke werknemers had naar eigen zeggen
sneller aan het werk gekund.
Dit zijn enkele conclusies uit de publicatie Wel of niet aan het werk.
Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden,
werklozen en arbeidsongeschikten die vandaag is verschenen. Het
rapport is een gezamenlijk product van het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) en de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). In het rapport
beschrijven de onderzoekers dr. Patricia van Echtelt (SCP) en dr.
Stella Hoff (SCP) het `onbenut arbeidspotentieel' onder werkenden,
werklozen en arbeidsongeschikten. Bekeken is wat deze groepen
stimuleert of juist ervan weerhoudt te gaan werken of de arbeidsduur
uit te breiden. Ook wordt ingegaan op hun ervaringen met re-integratie
in geval van ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.
Het onderzoek is in 2007 verricht onder een steekproef van 581
werkenden, 324 werklozen en 498 arbeidsongeschikten. Werklozen zijn
daarbij gedefinieerd als niet-werkende werkzoekenden die staan
ingeschreven bij het CWI. Arbeidsongeschikten zijn gedefinieerd als
personen met een gedeeltelijke of volledige
arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Aanzienlijk onbenut arbeidspotentieel bij niet-werkenden en werkenden
Onder (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten, werkenden en werklozen is er
een aanzienlijk aandeel dat (meer) betaalde arbeid zou willen
verrichten. Van de gedeeltelijk arbeidsongeschikten geeft 57% aan dat
ze betaald werk zouden willen hebben, en bij de volledig
arbeidsongeschikten gaat het om bijna 20%. Ook bij mensen die al
betaalde arbeid verrichten, kan sprake zijn van onbenut
arbeidspotentieel. 11% van de werkenden geeft aan méér uren per week
te willen werken. Dit doet zich vaker voor bij vrouwen (16%) dan bij
mannen (7%). Het zijn vooral vrouwen met een kleine deeltijdbaan die
hun arbeidsduur willen uitbreiden.
Grote deeltijdbaan populair
De grote deeltijdbaan (12 tot 35 uur per week) is bij veel van de
onderzochte groepen populair. 44% van de arbeidsongeschikten die
willen werken kiest hiervoor. Een derde van de werkwillige
arbeidsongeschikten wil minder dan 12 uur per week werken, terwijl
bijna een kwart een voltijdbaan (35 uur per week of meer) ambieert.
Ook bij werklozen is de deeltijdbaan het meest gewild: ruim de helft
van de werklozen die betaald werk wil, geeft daarbij de voorkeur aan
een grote deeltijdbaan. Vier op de tien werkwillige werklozen willen
een voltijdbaan.
Sociale aspecten zijn een belangrijke drijfveer om te willen werken
De redenen die werkwillige werklozen en arbeidsongeschikten opvoeren
om te willen werken zijn in kaart gebracht. Het blijkt dat zowel
sociale als financiële aspecten een belangrijke rol spelen. De sociale
aspecten - zoals sociale contacten en zinvolle tijdsbesteding - wegen
daarbij het zwaarst. Voor ongeveer een derde van de werklozen met een
sollicitatieplicht is die plicht (mede) een reden om werk te willen
hebben. Vrouwen geven vaker dan mannen (mede) als reden op dat de
gezinssituatie het werken nu toestaat (66% resp. 28%). Voor werkenden
is financiële vooruitgang de belangrijkste reden om meer uren te
willen werken. Daarna komt de overweging dat men zijn opleiding en
ervaring meer wil benutten, respectievelijk dat men een zinvolle
tijdsbesteding wenst.
Vooral een slechte gezondheidstoestand weerhoudt mensen ervan om te
gaan werken
Het aantal respondenten dat aangeeft niet te willen werken is
betrekkelijk gering. De bevindingen duiden er echter op dat
gepercipieerde arbeidsmarktkansen en gezondheid de belangrijkste
belemmeringen zijn om niet te participeren op de arbeidsmarkt. Een
slechte gezondheidstoestand is voor 58% van de werklozen en 91% van de
arbeidsongeschikten reden om niet te willen werken.
Cliënten kritisch over effect re-integratie
Aan degenen die ervaring hebben met re-integratiehulp (hulp gericht op
terugkeer naar werk in geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid of
werkloosheid) is gevraagd daarover een oordeel te geven. De Arbodienst
en de werkgever scoren gemiddeld een ruime voldoende (6,9). Het CWI,
de Gemeentelijke Sociale Dienst, het UWV en re-integratiebedrijven
krijgen gemiddeld tussen een 5,5 en een 5,8. De dienstverlening van
re-integratiebedrijven wordt met gemiddeld een zes beoordeeld. Over de
effectiviteit van de hulpverlening wordt vrij negatief geoordeeld:
ruim de helft van de respondenten geeft aan dat de hulp er niet toe
heeft bijgedragen dat men weer aan het werk is gekomen. Als
verbeterpunt noemt 40% van de respondenten dat de hulp beter moet
aansluiten op de persoonlijke situatie.
Sneller aan het werk bij ziekte: aanpassing van het werk gewenst
Werknemers die in de laatste paar jaar wel eens langer dan 2 weken
ziek zijn geweest, is gevraagd naar hun oordeel over
ziekteverzuimbegeleiding. Ruim de helft van de groep (voormalig) zieke
werknemers geeft aan dat ze sneller naar het werk terug hadden kunnen
keren als daarvoor (meer) maatregelen waren genomen. De grootste winst
is daarbij volgens hen te behalen door aanpassing van het werk, zoals
een ander takenpakket, ander werk bij dezelfde werkgever of werk bij
een andere werkgever. Bijna vier op de tien (ex-)zieke werknemers
zouden naar eigen zeggen sneller aan het werk hebben gekund wanneer
dergelijke maatregelen waren genomen. Ook op het vlak van curatieve
zorg, begeleiding en samenwerking is volgens werknemers winst te
boeken.
Bestellen:
Wel of niet aan het werk / druk 1
Echtelt, P. van & S.J.M. Hoff
SCP-publicatie, Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het
onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en
arbeidsongeschikten, Patricia van Echtelt en Stella Hoff, Den Haag,
Sociaal en Cultureel Planbureau, februari 2008, ISBN 90 377 0364 1,
prijs EUR 13,90.
Voor de redactie,