Beantwoording vragen lid Pechtold over 'rendition'op Brits grondgebied
05-03-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Pechtold over 'rendition' op Brits grondgebied. Deze vragen werden ingezonden op 26 februari 2008 met kenmerk 2070812700.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Pechtold (D66) over 'rendition' op Brits grondgebied.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de erkenning van de Britse minister van Buitenlandse Zaken dat van terrorisme verdachte personen vervoerd zijn via een Britse basis zonder dat zij daar van wisten?
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit feit vanuit een Europees en internationaal rechtelijk perspectief?
Antwoord
De Nederlandse regering heeft zich voortdurend op het standpunt gesteld dat het zonder adequate juridische waarborgen overbrengen van op onrechtmatige wijze gedetineerde terrorismeverdachten in strijd is met internationale en Europese juridische standaarden. Ik veroordeel dan ook de twee concrete vluchten met terrorismeverdachten in 2002, waarover de Britse minister van Buitenlandse Zaken op 21 februari jl. sprak. Ik waardeer tegelijkertijd de openheid die mijn Britse ambtgenoot heeft betracht door vrijwel onmiddellijk nadat de VS het bestaan van de twee vluchten hadden gemeld, het Lagerhuis daarvan op de hoogte te stellen.
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat de Verenigde Staten zonder medeweten van het Verenigd Koninkrijk Brits grondgebied hebben gebruikt voor deze doeleinden?
Antwoord
De twee vluchten verliepen via een Amerikaanse luchtmachtbasis op het eiland Diego Garcia (een Brits Overzees Gebiedsdeel). De Nederlandse regering is niet op de hoogte van de precieze afspraken tussen de Britse en Amerikaanse autoriteiten ten aanzien van de controle op het luchtverkeer via deze basis en kan daaromtrent derhalve geen oordeel vellen.Volgens de Britse minister van Buitenlandse Zaken waren deze vluchten in een eerder onderzoek door een fout aan de aandacht ontsnapt.
Vraag 4
Was u al eerder op de hoogte van dit feit? Zo ja, waarom heeft u de Kamer hierover niet geïnformeerd?
Antwoord
Neen.
Vraag 5
Zijn er soortgelijke gevallen waarvan u op de hoogte bent? Zo ja, welke?
Antwoord
Alhoewel de regering uiteraard kennis heeft genomen van bepaalde verdenkingen ten aanzien van vermeende CIA-vluchten (onder meer neergelegd in verschillende rapporten van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en het Europese Parlement), is de regering niet op de hoogte van soortgelijke gevallen als aangeduid door minister Miliband.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat 'rendition' via of op Nederlands grondgebied heeft plaatsgevonden?
Antwoord
'Rendition' is een algemene verzamelterm in het Amerikaanse recht voor het daadwerkelijk overbrengen van verdachten van de ene naar de andere jurisdictie. Dat gebeurt uiteraard met grote regelmaat. Ik ga er derhalve van uit dat de vraag doelt op het overbrengen van onrechtmatige gedetineerde terrorismeverdachten zonder adequate juridische waarborgen overbrengen van op onrechtmatige wijze gedetineerde terrorismeverdachten.
Zoals reeds regelmatig aan de Kamer is medegedeeld, heeft de regering geen medewerking verleend aan bedoelde vluchten. Toen in het najaar van 2006 in de media verdenkingen rezen ten aanzien van bepaalde toestellen, heeft de regering alle verdachte vluchten via Nederland voor zover dat mogelijk onderzocht. Daarbij werden geen bijzonderheden geconstateerd. Voorts is meermalen op hoog politiek en ambtelijk niveau navraag gedaan bij de Verenigde Staten en werd de verzekering ontvangen dat Nederland niet betrokken was. Hierover is de Kamer indertijd uitgebreid ingelicht. Desondanks kan de regering niet volledig uitsluiten dat er nooit op of via Nederlands grondgebied dergelijke vluchten hebben plaatsgevonden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken