Gemeente Utrecht
2008 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
23 Vragen van de heer drs. C.A. Geldof
(ingekomen 05 maart 2008)
Op 04 maart 2008 heeft het college beleid vastgesteld over de handhaving van regels bij kraakpanden. In de beleidsnotitie staat dat het college een keuze heeft gemaakt om niet alle regels te handhaven, maar alleen die op het vlak van veiligheid en gezondheid. Ook vindt handhaving uitsluitend plaats bij panden waar het vermoeden bestaat van risico's voor veiligheid en gezondheid. Letterlijk schrijft het college: ´de rest blijft buiten schot.´
De VVD is verbaasd over de keuze voor dit gedoogbeleid. Het college motiveert de keuze met de stelling dat een handhaving van alle regels bij alle kraakpanden, kan leiden tot veel verzet bij de krakers en hun aanhang. Daarom zal alleen van de gemeente enige activiteit verwacht kunnen worden, als er vermoedens zijn over risco's rond veiligheid en gezondheid. Bovendien lijkt het college dan vooral te willen uitgaan van 'onderling overleg' met krakers om problemen op te lossen.
Als klap op de vuurpijl geeft het college aan dat het niet de bedoeling is om kraken en de doelen van kraken ter discussie te stellen. Als veiligheidsaanpassingen noodzakelijk zijn die voortzetting van de kraak mogelijk maken, dan is dat volgens het college de eerste optie. Het college wil er dus zonodig actief aan bijdragen dat illegale bewoning van panden wordt gecontinueerd.
De VVD is van oordeel dat kraken diefstal is. Daarom is de VVD ook blij dat in de Tweede Kamer het CDA, de CU en de VVD een initiatief-wetsvoorstel voorbereiden om kraken te verbieden. Regels op het vlak van woonvergunningen en bouwvergunningen gelden voor iedereen, dus ook voor krakers en kraakpanden. Zolang kraken in sommige gevallen nog niet tegen de wet is, moeten alle andere regels wel onverkort worden gehandhaafd.
De VVD heeft voor het college de volgende vragen.
1. Waarom hebt u besloten niet op te gaan treden tegen wonen zonder woonvergunning in kraakpanden en tegen wonen in niet-woningen die gekraakt zijn? Welk doel moet uw besluit dienen en waarom rechtvaardigt dat doel uw besluit om de regels niet toe te passen?
2. Waarom hebt u besloten om de regels voor (ver)bouwvergunningen niet toe te passen op (de meeste) kraakpanden en daarmee illegale (ver)bouw in of aan kraakpanden niet tegen te gaan? Welk doel moet uw besluit dienen en waarom rechtvaardigt dat doel uw besluit om de regels niet toe te passen?
3. Waarom gaat u uitsluitend bij vermoedens over risico's op het vlak van veiligheid en gezondheid over tot beperkte actie bij kraakpanden? Zijn er bij kraakpanden waarover u geen vermoedens hebt, geen risico's en waarop baseert u dat?
4. Waarom staat in uw beleidsnotitie dat het sinds 2006 stil is gebleven in de Tweede Kamer waar het een kraakverbod betreft? Hebt u in november 2007 geen kennis genomen van het voornemen van het CDA om een initiatiefwetsvoorstel voor een kraakverbod samen met de VVD en de CU in te dienen?
5. Welke conclusies verbindt u aan het feit dat een wettelijk kraakverbod op korte termijn waarschijnlijk is?
6. Bent u bereid om alsnog te besluiten en over te gaan tot een integrale handhaving van de regels en zo nee, waarom niet? Vreest u anders voor acties uit de kraakbeweging?