ChristenUnie
Inbreng over enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen
Inbreng over enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen
woensdag 05 maart 2008 16:21
De leden van de ChristenUnie fractie hebben met belangstelling
kennisgenomen van genoemd wetsvoorstel. Zij hebben de volgende vragen:
Voorgesteld wordt de regels met betrekking tot de inzameling van
huishoudelijk afval flexibeler te maken. Leidt deze flexibiliteit niet
tot vrijblijvendheid? Genoemde leden zouden graag meer aandacht zien
voor innovatie in het afvalbeheer zoals cradle-to-cradle en hergebruik
en vragen zich af of dit bereikt wordt door nadruk te leggen op het
criterium kostenefficiëntie.
Genoemde leden vinden dat er voorzichtig moet worden omgegaan met het
invullen van de nieuwe beleidsvrijheid. Terecht wordt opgemerkt dat
het wijzigen van het gft-afvalbeheer een complexe boodschap is die
goed moet worden uitgelegd. Komt er een landelijke
voorlichtingscampagne die in beeld brengt op welke wijze gemeenten op
verschillende manieren een resultaat proberen te bereiken met zo laag
mogelijke milieueffecten?
De beleidsaanpassing is mede ingegeven om optimalisering van de
gescheiden inzameling van huishoudelijk afval mogelijk te maken. De
verschillen in milieueffecten tussen verbranden en gescheiden
inzamelen in combinatie met composteren zijn volgens onderzoeken
minder significant geworden. Is bij deze analyse ook gekeken naar de
mogelijkheden van het produceren van tweede generatie biobrandstoffen?
Voorgesteld wordt de Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke
afvalstoffen nabij elk perceel in te trekken. Hiermee zullen er geen
maximale afstandsgrenzen meer zijn vastgelegd tussen het perceel waar
de afvalstoffen ontstaan en de gemeentelijke inzamelvoorziening. Dit
maximum ligt thans op 75 meter met een mogelijkheid om af te wijken
tot 125 meter. Genoemde leden onderschrijven het uitgangspunt dat de
verantwoordelijkheid voor het realiseren van een laagdrempelige
inzameling een verantwoordelijkheid van de gemeenten is. Zij vragen
zich echter af of de bescherming door middel van het landelijke
maximum kan worden losgelaten. Ontstaat hier niet het risico, met name
op het platteland, dat burgers straks te grote afstanden moeten
afleggen om hun afval in te zamelen? Zijn er gemeenten die hebben
verzocht om het laten vervallen van deze regeling en zo ja welke
motivatie is hiervoor gegeven?
Gemeenten zouden de mogelijkheid willen hebben om de frequentie van
het inzamelen van het gft-afval te bepalen zodat bijvoorbeeld in de
winter geen inzameling hoeft plaats te vinden. Welke wijziging in dit
wetsvoorstel maakt dit mogelijk? In de memorie van toelichting wordt
gesteld dat gemeenten verschillende vrijstellingsmogelijkheden met
elkaar combineren. Klopt de conclusie van genoemde leden dat daardoor
het niet ophalen van gft-afval in de winter reeds mogelijk is zonder
wijziging van de wet milieubeheer?
In de memorie van toelichting staat dat het voor zich spreekt dat een
gemeente bij het invullen van de vrijstelling niet zo ver kan gaan dat
er helemaal geen sprake meer is van afzonderlijke inzameling van
gft-afval. De hoofdregel in artikel 10.21 waar gescheiden inzameling
is voorgeschreven, blijft immers bestaan. Zodoende dient er altijd in
een deel van de gemeente, met een bepaalde frequentie een substantiële
hoeveelheid gft-afval te worden opgehaald. Wat moet hier worden
verstaan onder een substantiële hoeveelheid?
Artikel 10.26
Worden met de voorgestelde wijzigingen van artikel 10.26 de
afwijkingen van artikel 10.21 niet zo groot dat het beter is om dit
artikel te herzien zodat ook de leesbaarheid wordt verbeterd?
Voor alle vrijstellingen geldt dat de afwijkingen alleen mogelijk zijn
indien deze in het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen
plaatsvinden. De inhoud van dit begrip is verder ingevuld in het LAP.
Waarom is dit begrip niet in de wet gedefinieerd?