Minister Cramer over OESO-vooruitblik op het leefmilieu in 2030
05-03-2008
'De OESO bevestigt dat beleidsoplossingen voor de belangrijkste
milieuproblemen uitvoerbaar zijn en betaalbaar. De OESO heeft de blik
gericht op kosten die nogal eens buiten beeld blijven maar die
onontkoombaar en heel aanzienlijk zijn als we niets doen. Het is heel
goed om je te realiseren dat korte termijn investeringen dus niet
zozeer kosten met zich meebrengen maar juist kosten in de toekomst
kunnen voorkomen. Het is duidelijk dat die boodschap ook geldt voor
landen waar nu grote investeringen worden gedaan. Boodschap is dus:
vandaag starten én op wereldniveau samenwerken', aldus de reactie van
minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu op de vooruitblik.
'De timing van initiatieven is cruciaal', aldus Cramer. 'In de komende
decennia zal er vooral ook in snel groeiende economieën als India en
China worden geïnvesteerd. Daar liggen kansen. Het is goed dat die
grote opkomende economieën actief betrokken zijn bij de
onderhandelingen over de aanpak van grote milieuproblemen als
klimaatverandering. Dat is cruciaal om er voor te zorgen dat er geen
onherstelbare schade wordt aangebracht aan ecosystemen en dat de
biodiversiteit gewaarborgd blijft.'
Achtergrond
De Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
heeft op 5 maart in Oslo haar vooruitblik gelanceerd op de
milieu-ontwikkelingen tot 2030. De organisatie heeft hierin
beleidscenarios doorgerekend en vooral gekeken hoe acties bijdragen
aan meervoudige doelen. Rode draad in het rapport is dat vroegtijdige
actie hoge kosten in de toekomst kan voorkomen en bijkomende voordelen
realiseert. Een pleidooi dus voor actie nu, gericht op het bereiken
van lange termijn doelen.
De OESO concludeert dat alleen wanneer Brazilië, Rusland, India en
China meedoen én wanneer er snel actie wordt ondernomen, het
internationale milieubeleid kans van slagen heeft. In dat geval is het
uitvoerbaar en betaalbaar.
De ministers van Milieu van de OESO-landen hebben de OESO in 2003
opdracht gegeven tot het maken van deze studie naar
beleidsmogelijkheden voor de belangrijkste milieuproblemen en naar de
kosten als we niets doen. Het rapport wordt besproken op de
conferentie van de EU-milieuministers op 28 en 29 april Environment
and Global Competitiveness in Parijs.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer