Gelijk werk gelijk loon voor werknemers mode-, interieur-, tapijt- en
textielindustrie
Tussen FNV Bondgenoten en de werkgevers in de mode-, interieur-,
tapijt- en textielindustrie (MIT) is vannacht een principeakkoord over
een nieuwe cao bereikt. De afspraken zijn onder andere gericht op de
employability van de werknemers en een versterking van de positie van
tijdelijke krachten en jongeren.
Arno Dahlmans, bestuurder FNV Bondgenoten: "Het akkoord geeft een goed
signaal af. Ook al kampt de industrie met hevige concurrentie vanuit
de lagelonenlanden, de werkgevers realiseren zich dat ze moeten
investeren in hun werknemers. Dat gaat verder dan een loonsverhoging.
Uitzendkrachten worden voortaan na vier maanden betaald volgens de
loontabel van het bedrijf dat ze inhuurt. En jongeren met een VMBO- of
MBO-diploma ontvangen een hoger startsalaris."
Voor werknemers die niet kunnen re-integreren in de MIT starten er in
de regio's Twente en Helmond twee pilots voor intersectorale
samenwerkingsverbanden. Dahlmans: "Er wordt dus ook buiten de eigen
sector gekeken of een werknemer kan re-integreren. Maar het kan ook
zijn dat een werknemer uit bijvoorbeeld de metaal re-integreert in de
mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie. Dit komt ten goede aan
de employability van werknemers."
In het akkoord is een totale structurele loonsverhoging afgesproken
van 7% gedurende de looptijd van zesentwintig maanden. Daarnaast wordt
werkgevers in 2008 aanbevolen uitsluitend gebruik te maken van
NEN-gecertificeerde uitzendbureaus. In 2009 worden werkgevers hiertoe
zelfs verplicht. Hoewel de cao ingaat op 1 mei 2008 worden de normen
van de oude Arbeidstijdenwet gehandhaafd. De MIT start tevens met een
pilot voor 250 scans waarbij wordt gekeken naar de eerder verworven
competenties van werknemers. Als deze pilot een positieve evaluatie
krijgt, wordt het aantal scans uitgebreid.
In totaal werken er circa 12.500 mensen in de mode-, interieur-,
tapijt- en textielindustrie.
---
FNV Bondgenoten