Sociaal-Economische Raad

4 maart 2008
De Randstad heeft het in zich om een duurzame en concurrerende Europese topregio te blijven, maar we moeten blijven investeren in een kwalitatief goed, compleet vestigingsklimaat. Daarvoor moet de overheid een uitdagende agenda opzetten en uitvoeren met een bijbehorende investeringsstrategie. Op die agenda moeten onderwerpen als arbeidsmarkt en onderwijs, bereikbaarheid, de leefbaarheid en klimaatverandering komen. Dat staat in een ontwerpadvies over de integrale lange termijn visie op de Randstad in 2040, dat op 14 maart zal worden vastgesteld in de openbare vergadering van de SER.

De brede en uitdagende agenda
Het ontwerpadvies ondersteunt de ambitie van het kabinet om de Randstad te ontwikkelen tot een duurzame en concurrerende Europese topregio. Dit vraagt om een offensieve aanpak. Deze ambitie moet worden vertaald in een brede en uitdagende agenda waarvoor de rijksoverheid de regie in handen moet nemen. Bij die agenda hoort ook een lange termijn investeringsstrategie, waarvoor structureel geld vrij gemaakt dient te worden.
Nodig is te investeren in de kwaliteiten van het gebied en van de mensen die er wonen. De Randstad is een netwerk van stedelijke agglomeraties. Dat biedt voordelen voor vestiging van economische activiteiten, zoals nabijheid van afzet- en arbeidsmarkt en toeleveranciers. De voordelen van de Randstad moeten worden vergroot en optimaal benut en de nadelen (o.a. filevorming) moeten worden verkleind. De schaarse ruimte moet zoveel mogelijk worden benut voor combinaties van functies, zoals wonen, werken en recreëren. De Randstad kan niet geïsoleerd worden bezien, want er is een wisselwerking met de rest van Nederland. Op de agenda voor de Randstad horen in elk geval de volgende onderwerpen:

Tegengaan van polarisatie op de arbeidsmarkt
Binnen de Randstad dreigt een polarisatie van de kwalificatiestructuur te ontstaan. De beleidsopgave is om enerzijds hoogopgeleide kennismigranten aan te trekken om het tekort aan hoger opgeleiden op te vangen en anderzijds ervoor te zorgen dat ook laagopgeleiden mee kunnen doen. Er moeten maatregelen op regionaal en op stadsniveau genomen worden om de kwalificaties van laagopgeleiden zodanig te verbeteren dat ze meer kans maken op de arbeidsmarkt. Dat is van belang voor de economische ontwikkeling en de sociale cohesie in de grote steden en daarmee ook voor een aantrekkelijk woonklimaat.

Bereikbaarheid
Om de Randstad bereikbaar te maken moet een forse kwaliteitssprong worden genomen naar duurzame mobiliteit. Alles op alles moet worden gezet om op korte termijn een kilometerheffing in te voeren, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieubelasting met daarbij investeringen in infrastructurele projecten met het hoogste maatschappelijk rendement. Verder is het noodzakelijk dat de verschillende vormen van openbaar vervoer meer gaan samenwerken door knooppunten op te zetten waar men kan overstappen van de ene naar de andere vorm van vervoer. Er moeten snelle, frequente verbindingen tussen de steden en binnen de stadsregio's komen.

Leefbaarheid
De Randstad moet een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat bieden. Denk hierbij aan een gevarieerd aanbod van huur- en koopwoningen in verschillende prijsklassen en aan groen in en om de steden. De kwaliteiten van het Groene Hart verdienen versterking. Het gaat er om de natuur- en waterproblematiek aan te pakken, een ontwikkelingsperspectief voor de melkveehouderij te schetsen en het gebied beter te ontsluiten voor recreatie zoekende stedelingen.

Klimaatverandering
De Randstad ligt grotendeels onder de zeespiegel en aan de monding van een aantal grote rivieren. Daardoor is het kwetsbaar voor effecten van mogelijke klimaatverandering, zoals de stijging van de zeespiegel en extreme afvoer van water uit de grote rivieren. Op korte termijn moeten al maatregelen worden genomen om duinen en dijken te versterken, gezien de lange tijd van voorbereiding en uitvoering. In stedelijk gebied is het zaak om het waterabsorberend en -opvangend vermogen te vergroten.

Deze agenda voor de Randstad moet worden ondersteund door een offensief sociaal-economisch beleid waarvoor de SER eerder aanbevelingen heeft gedaan, zoals de versterking van het innovatief vermogen.

Hoe deze agenda uit te voeren
De ambitie om de Randstad verder te ontwikkelen tot een duurzame en concurrerende Europese topregio stelt hoge eisen aan het organisatorisch vermogen in de Randstad.
Het ontwerpadvies pleit voor een regierol van het rijk bij het ontwikkelen en uitvoeren van de beleids- en investeringsagenda. Dat past bij de verantwoordelijkheid van het rijk voor de economische en ecologische hoofdstructuur. Daarbij dient het rijk ook daadwerkelijk zijn doorzettingsmacht richting decentrale overheden uit te oefenen. Er zijn daarnaast zaken die regionaal moeten worden aangepakt. Hiervoor is niet-vrijblijvende samenwerking tussen gemeenten nodig met een duidelijke rol voor de provincie. Goede publiek-publieke samenwerking (tussen verschillende overheden) is een voorwaarde om optimaal de kansen van publiek-private samenwerking te kunnen benutten.

Procedure
Het ontwerpadvies is opgesteld door de Commissie Ruimtelijke Inrichting en Bereikbaarheid, onder voorzitterschap van prof.dr. J.H. Garretsen. In deze commissie zitten, naast werkgevers, werknemers en onafhankelijke leden, ook leden uit de kringen van natuur- en milieuorganisaties.
Het ontwerpadvies ligt nu ter bespreking voor aan de achterbannen van de organisaties. Het is een reactie op een adviesaanvraag van 1 november 2007 van minister Cramer van VROM, mede namens de ministers van V&W en EZ. Ook de gezamenlijke planbureaus en de VROM-raad (in samenwerking met de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de Raad Landelijk Gebied) zijn hierover om advies gevraagd.
---