Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Ten Hoopen over de mensenrechten in Cuba

29-02-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier en Ten Hoopen over de mensenrechten in Cuba. Deze vragen werden ingezonden op 14 februari 2008 met kenmerk 2070811650.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van de leden Ferrier en Ten Hoopen (CDA) over de mensenrechten in Cuba.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de arrestatie van de Cubaanse student Eliécer Ávila Cicilia nadat hij kritische vragen had gesteld aan parlementsvoorzitter Alarcon? Klopt dit bericht? 1)

Antwoord

Ja. De Cubaanse student Eliécer Ávila Cicilia heeft kritische vragen gesteld aan parlementsvoorzitter Alarcon. Van deze bijeenkomst circuleren in Cuba veelbesproken clandestiene video-opnames. De internationale pers heeft aandacht aan het onderwerp besteed. De student zelf heeft, nadat hij door de autoriteiten was overgebracht naar Havanna, voor de Cubaanse staatstelevisie verklaard dat hij niet was gearresteerd. Voorts stelde hij niet te hebben voorzien dat zijn vragen tot een dergelijke mediareactie zouden leiden en dat men zijn optreden diende te zien in het streven naar verbetering van de revolutionaire verworvenheden van het socialisme. Ik acht het niet uitgesloten dat hij deze verklaring onder een zekere druk heeft uitgesproken.

Vraag 2
Op welke manier kunt u deze persoon, die opkomt voor de mensenrechten, bijstaan, zoals u als ambitie uitspreekt in de mensenrechtenstrategie? 2)

Antwoord

Eliécer Ávila Cicilia geeft zelf aan dat hij niet is gearresteerd. Kortstondige arrestaties komen regelmatig voor. In zulke situaties zijn er weinig mogelijkheden voor Nederland om betrokkenen bij te staan. Vaak zijn zij weer op vrije voeten gesteld vóórdat het nieuws de Nederlandse ambassade in Havanna dan wel het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag heeft bereikt.

Vraag 3
Welke activiteiten heeft de regering de afgelopen periode ondernomen om Cubanen te ondersteunen ter voorbereiding op de transitieperiode?

Antwoord

In lijn met het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie uit 2006 streeft Nederland naar een vreedzame overgang naar een pluralistische democratie, het eerbiedigen van de mensenrechten alsmede verhoging van het levenspeil van de bevolking. Het middel daartoe is de dialoog met het maatschappelijk middenveld en met de Cubaanse autoriteiten.

Omstreeks 230 politieke gevangenen zitten in Cuba in de gevangenis opgesloten, vaak onder mensonterende omstandigheden. Een aantal van hen is ernstig ziek. Het aantal politieke gevangenen is het afgelopen jaar overigens verminderd, doordat gevangenen vrij kwamen na het uitzitten van hun straf en er minder nieuwe rechtszaken tegen politiek actieve burgers hebben plaatsgevonden. Nog steeds bereiken mij echter berichten over nieuwe arrestaties van Cubanen, die slechts proberen gebruik te maken van de burgerlijke rechten die hen toekomen krachtens de VN-verdragen waarbij ook Cuba is aangesloten of waarvan Cuba heeft aangekondigd die te zullen ondertekenen.

Ik ben van mening dat al het mogelijke moet worden gedaan om bij te dragen aan het bevorderen van de democratie en het verbeteren van de mensenrechtensituatie in Cuba. Daartoe onderhoudt Nederland contacten met het maatschappelijk middenveld respectievelijk de vreedzame oppositie, die zich op geweldloze wijze inzet voor een vreedzame transitie naar een democratische samenleving en naleving van de mensenrechten. Binnen de mogelijkheden van de Cubaanse context verleent Nederland deze groepen en individuen steun.

Voorts ben ik van mening dat Nederland, in lijn met het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie en het handelen van meerdere lidstaten, ook een brede dialoog met de Cubaanse autoriteiten niet uit de weg moet gaan. Overleg met de autoriteiten stelt ons in staat om de mensenrechten en democratie bij de Cubaanse bestuurders voor het voetlicht te brengen. Het terugtreden van Fidel Castro als staatshoofd schept daartoe op termijn mogelijk de ruimte.

Een dergelijke brede en kritische dialoog zou een stap-voor-stap systematiek moeten volgen waarbij voortgang voortdurend wordt afgezet tegen feitelijke ontwikkelingen op het gebied van democratie en mensenrechten. Ik stel mij voor de Kamer schriftelijk nader te informeren over de invulling van deze dialoog. Over de voortgang van dit proces, waarover ik met Europese en andere partners voeling zal houden, zal de Kamer vervolgens op de hoogte worden gehouden.

Vraag 4
Wordt de voorgenomen handelsmissie van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH) van 9-12 maart a.s. op enigerlei manier gefinancierd door de Nederlandse overheid? 3) Zo ja, waarom acht u het nu opportuun om handelscontacten met Cuba aan te gaan, terwijl dit de afgelopen jaren niet binnen het beleid paste? En zo ja, op welke wijze worden de mensenrechtensituatie en naleving van de werknemersrechten aan de orde gesteld?

Antwoord

Nee. Er vindt geen medefinanciering van deze voorgenomen handelsmissie naar Cuba plaats door de Nederlandse overheid. De handelsmissie wordt georganiseerd door het Nederlands Centrum Handelsbevordering (NCH) in samenwerking met de Stichting Rotterdam Topsport. Deze particuliere missie vindt plaats in het kader van het 25-jarig jubileum van de zusterstedenrelatie Rotterdam - Havanna. Deze handelsmissie betreft een particulier initiatief. Wel zal de Nederlandse ambas sade in Havanna deze missie tijdens haar verblijf in Cuba ontvangen. De Nederlandse regering voert namelijk geen ontmoedigingsbeleid ten aanzien van economische activiteiten met Cuba. Wat betreft de mensenrechtensituatie wijs ik u op het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden voor aanvang van de van 9 tot 12 maart geplande handelsmissie?

Antwoord

Ja.


1) CNN, 7 februari 2008: Videos hint at public discontent in Cuba


2) Kamerstuk 31 263, nr. 1


3) www.internationaalondernemen.nl