ChristenUnie
Bijdrage debat over het ontslagrecht
Bijdrage debat over het ontslagrecht
donderdag 28 februari 2008 10:14
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Vanochtend stond er een lezenswaardig interview met
minister Donner in De Pers. Hierin sprak hij uit dat versoepeling van
het ontslagrecht wat hem betreft niet van de baan is. Mijn fractie
betreurt het dat de minister zich in deze bewoordingen heeft
uitgelaten. De suggestie werd namelijk gewekt dat hij het werk van de
commissie-Bakker wil beïnvloeden. Wij zijn dan ook blij dat de
minister zojuist in zijn brief heeft uitgelegd dat dit niet de
bedoeling was. Daarmee is voor ons de kous af.
Over de commissie-Bakker wil ik het volgende opmerken. Deze commissie
is in november jongstleden van start gegaan. Mijn fractie stond en
staat nog steeds achter de doelstellingen van de commissie. Wij willen
er ten volle aan bijdragen dat deze kabinetsperiode 200.000 mensen
extra aan een baan geholpen worden. Wij verwachten dat de commissie in
juni met creatieve oplossingen komt om deze problematiek op te lossen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Dat ging heel snel. U bent heel snel tevreden. Ik heb de brief van de
minister ook gelezen. Daarin houdt hij nog steeds de mogelijkheid open
voor het kabinet om met voorstellen te komen voor versoepeling van het
ontslagrecht. Ik ben benieuwd naar uw oordeel daarover.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat is eigenlijk het vervolg van mijn tekst. Als mevrouw Halsema het
goed vindt dat ik doorga met mijn betoog, is dat direct een antwoord
op haar vraag.
Er zijn geen beperkingen opgelegd aan de commissie-Bakker bij de
opdrachtverlening. Mijn fractie gaat er wel van uit dat de
commissieleden rekening houden met de politieke context waarbinnen de
opdracht is verleend. Daarbij moeten wij ons realiseren dat de
commissie adviseert aan het kabinet en dat het kabinet vervolgens
bepaalt wat er aan het parlement wordt gestuurd. Het kabinet weet als
geen ander hoe de discussie over het ontslagrecht hier gevoerd is, ook
vanuit de coalitie. Dat is volgens mij het antwoord op de vraag van
mevrouw Halsema.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Dat is inderdaad een antwoord. "De minister weet als geen ander wat de
politieke context is." Dan is het natuurlijk de vraag waarom de
minister zich daar dan niet toe verhoudt. Waarom zorgt u er dan niet
voor dat de opdracht aan de commissie beperkt wordt?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Mijn fractie heeft ermee ingestemd dat de commissie een ruime opdracht
kreeg om alle mogelijkheden te verkennen. Het is verstandig om daarbij
de ruimte te bieden voor creativiteit. Dat is de achtergrond geweest.
Waarom heeft de minister dit vanmorgen gezegd? Ach, ik liep vanmorgen
weer hierheen en ik dacht: het is voorjaar, de vogeltjes fluiten en
dan hebben wij allemaal wel eens wilde ideeën. Zo heb ik het interview
ook maar getaxeerd.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ja, dat is inderdaad ook echt de indruk die de minister op dit moment
wekt.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Daarom kon ik mij niet aan die indruk onttrekken.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik begrijp het. Ik denk ook aan de lente als ik de minister zie.
Eerlijk gezegd blijft het toch een gekke zaak. U vindt dat de
commissie creatief moet kunnen zijn. Als zij werkelijk creatief is,
straft u het daarna genadeloos af. Wat de commissie mag, is een beetje
fröbelen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Hoe bedoelt u?
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Als de commissie haar taak serieus neemt en met voorstellen voor
versoepeling van het ontslagrecht komt, dan zult u direct zeggen:
"njet", dat mag niet. Dat is toch duidelijk. Dus dan blijft de vraag
openstaan: waarom doet u aan werkverschaffing voor een commissie, als
het toch niet mag leiden tot een serieus voorstel?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Mevrouw Halsema gebruikt nu een cirkelredenering. De commissie is
begonnen aan haar opdracht uitgaande van de patstelling die rondom het
ontslagrecht is ontstaan. Nadat er bijna het gehele jaar 2007 over het
ontslagrecht was gesproken en er voortdurend werd rondgeschaatst langs
hetzelfde thema, was het duidelijk dat wij er op die manier niet
zouden uitkomen. Daarom heeft de fractie van de ChristenUnie ingestemd
met een commissie die plannen gaat ontwikkelen om 200.000 mensen aan
het werk te helpen. Dat was de doelstelling van het kabinet en daar
heeft de fractie van de ChristenUnie "ja" tegen gezegd. Er moet
opgehouden worden met voortdurend rondschaatsen in hetzelfde
kringetje. Wij moeten uit dat kringetje stappen en ervoor gaan zorgen
dat die 200.000 mensen aan het werk komen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voor de heer Cramer zullen voorstellen van het kabinet over
versoepeling van het ontslagrecht dus niet acceptabel zijn? Dat klopt
toch?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat is voor ons moeilijk verteerbaar. Daar is mijn fractie duidelijk
in geweest.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Pardon. Moeilijk verteerbaar? Dat is iets anders. Eten is soms
moeilijk verteerbaar, maar dan eet je het wel op. Dat is toch iets
anders dan "onacceptabel". Als het onacceptabel is, eet je het niet
op. Wat is het nu: gaat de heer Cramer het met moeite slikken, of
vindt hij het onacceptabel?
De heer Cramer (ChristenUnie):
De fractie van de ChristenUnie is glashelder geweest in haar standpunt
over de discussie die de heer Donner met de partners heeft gevoerd en
over de uitkomst van dat debat. Dit heeft niet geleid tot een
oplossing van de kwestie van de versoepeling van het ontslagrecht. De
fractie van de ChristenUnie heeft wel de nek uitgestoken en ook aan
die discussie bijgedragen. Dit blijkt wel uit het feit dat wij mee
willen denken over een vereenvoudiging van het ontslagrecht. Wij gaan
echter niet mee in de aantasting van de positie van de werknemer. Dat
is de positie van de fractie van de ChristenUnie, en die houden wij
vast.
De heer Ulenbelt (SP):
De fractie van de heer Cramer heeft gezegd dat in 2007 het boek over
de versoepeling van het ontslagrecht is gesloten. Daar staat hij nog
steeds achter. Voor minister Donner is dat boek kennelijk niet
gesloten. Hoe gaat de heer Cramer hem helpen om dat boek ook gesloten
te houden? Moet minister Donner, zoals mevrouw Hamer voorstelt, de
komende periode gewoon zijn mond houden over het ontslagrecht?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Wie ben ik om minister Donner te verbieden zijn mond ergens over op te
doen? Minister Donner heeft ervoor gekozen om het interview op deze
manier te geven. Voor mij is de brief die hij vanmiddag naar de Kamer
heeft gestuurd belangrijker. Daarin schrijft hij dat de commissie
voluit de ruimte krijgt om na te denken over de plannen en dat hij
zich aan die oorspronkelijke opdracht houdt. Dat is wat mij betreft
ietwat belangrijker dan wat er in de context van het interview is
gezegd.
De heer Ulenbelt (SP):
Als minister Donner naar aanleiding van de commissie-Bakker of op een
andere manier opnieuw met voorstellen tot versoepeling van het
ontslagrecht naar de Kamer komt, zal de heer Cramer die voorstellen
dan blijven afwijzen?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Laat ik het zo zeggen: het standpunt van de fractie van de
ChristenUnie is glashelder. Minister Donner weet dat. Ik ga ervan uit
dat als het kabinet met plannen naar de Kamer komt, deze plannen
binnen de coalitie draagbaar zullen zijn.
De heer Rutte (VVD):
Het is duidelijk dat de fractie van de ChristenUnie het moeilijk
verteerbaar vindt als er aan het ontslagrecht wordt gerommeld.
Minister Donner zegt dat die partijen die daar tegen zijn terwijl het
wel nodig is, zullen moeten uitleggen waar er in de voorzieningen
gesneden kan worden, bijvoorbeeld in de verzorgingsstaat. Dit is het
alternatief dat hij neerlegt voor de versoepeling van het
ontslagrecht. Hoe weegt de heer Cramer dit feit? Het is een stevige
politieke uitspraak. Wat is het antwoord van de heer Cramer op deze
opmerking van minister Donner?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Deze vraag stelde minister Donner zichzelf in het interview. Ik zie
die nog niet direct beantwoord worden. De commissie- Bakker komt met
een aantal voorstellen. Deze voorstellen zal de fractie van de
ChristenUnie vervolgens gaan beoordelen.
De heer Rutte (VVD):
Ik probeer het nog één keer. Het is niet zo dat minister Donner in het
interview alleen zegt dat het bijna onmogelijk is om de doelstellingen
te halen zonder versoepeling van het ontslagrecht. Hij zegt ook nog
dat als het echt nodig mocht blijken, de partijen die ertegen zijn
zullen moeten aangeven waar er gesneden gaat worden. Dat is een
vergaande, politieke uitspraak. Het is ook een vergaande uitspraak
binnen de coalitie, die de belangen van het regeerakkoord overstijgt.
Ik vraag de heer Cramer wat daarop zijn reactie is. Wat is zijn
politieke oordeel hierover? Wat is zijn inhoudelijke antwoord?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Mijn politieke oordeel is dat het niet zo handig was van minister
Donner om het op die manier naast elkaar te zetten. Daarom ben ik blij
met de brief die hij heeft gestuurd. Daarin zet hij helder uiteen dat
hij de commissie-Bakker alle ruimte geeft om met voorstellen te komen.
Hij maakt duidelijk dat, anders dan de suggestie die hij wekte, hij
niet op voorhand een richting wil geven welke kant het volgens hem op
moet gaan. Dat stond duidelijk in het interview, maar daarvan heeft
hij afstand genomen in de brief. Dat waardeer ik.
De heer Pechtold (D66):
De heer Rutte maakt terecht een koppeling met het snijden in
voorzieningen. In het interview wordt echter nóg een koppeling gelegd.
De heer Donner zegt dat het niet mogelijk is om tot een
arbeidsparticipatie van 80% te komen -- dat betekent 200.000 banen in
deze kabinetsperiode -- zonder het voorstel van de versoepeling van
het ontslagrecht. Ik heb een paar uurtjes voor dit debat weer zo'n
Donneriaanse brief gekregen. Nergens in die brief lees ik dat hij dit
terugneemt. Als hij in reactie op alle commotie hier vandaag had
willen zeggen dat er geen versoepeling van het ontslagrecht komt, dan
is daar één regel voor nodig.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik lees in de brief van minister Donner dat er 200.000 banen
gerealiseerd moeten worden binnen het coalitieakkoord en dat wij daar
alle maatregelen voor uit de kast moeten halen die wij nodig hebben.
De commissie-Bakker zal daarvoor met voorstellen komen. Het kabinet
zal die voorstellen beoordelen.
De heer Pechtold (D66):
Voor zo'n procedureel antwoord staan wij hier vandaag niet. De heer
Donner geeft twee kanten: de mogelijkheid van bezuinigen op
voorzieningen en de mogelijkheid van het ontslagrecht. Bij dat laatste
zegt hij dat het niet mogelijk is om die banen te scheppen zonder het
voorstel voor het ontslagrecht. De heer Cramer zegt dat dit voor hem
moeilijk verteerbaar is. Dat betekent een paar keer kauwen en dan ben
je er. Kan de heer Cramer helder aangeven wat zijn positie is? In 2007
gaf hij bij monde van zijn fractievoorzitter aan dat het boek dicht
is. Het boek is hartstikke open. Gelukkig maar, want die mensen moeten
een baan krijgen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik ken het standpunt van de heer Pechtold hierover. Dat je een paar
keer moet kauwen, geldt in de politiek altijd. Wij zullen kauwen op de
voorstellen van de commissie-Bakker. Wij debatteren hier niet zozeer
alleen over het interview, als wel vooral over de brief die de
minister in functie aan de Kamer heeft geschreven. In die brief staat
dat hij volledig achter de oorspronkelijke opdracht staat. De coalitie
is er achter gaan staan. Wij wachten de voorstellen van de
commissie-Bakker af.
Tweede termijn
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Wat mij betreft kan het kort zijn. De minister heeft
duidelijk gezegd dat hij geen hypotheek legt op de werkzaamheden van
de commissie-Bakker. Voor de fractie van de ChristenUnie is een
belangrijk gegeven dat dit zo uitgesproken is in de brief van de
minister, waarover net wat laatdunkend werd gedaan.
Mevrouw Halsema zegt net dat het bij ons zwaar op de maag ligt. Dat
zijn ook de bewoordingen die wij altijd hebben gekozen in het debat,
namelijk dat het misschien ook wel onverteerbaar is. In dat geval ligt
het buitengewoon zwaar op de maag. De opdrachtverlening van de
minister valt binnen de politieke context met de standpunten van de
fracties van de PvdA en de ChristenUnie hebben ingenomen in dit debat,
namelijk dat versoepeling van het ontslagrecht voor deze fracties een
buitengewoon zwaar punt is. Het kan dus niet zo zijn dat de minister
zomaar met dezelfde voorstellen terugkomt. Ik hoop dat ik u daar dan
een beetje me tegemoet kom, mevrouw Halsema. Het ligt ons zwaar op de
maag en daarom heeft de fractie van de ChristenUnie ook haar nek
uitgestoken in het debat om een handreiking te bieden om na te denken
over de manier waarop die 200.000 mensen aan het werk geholpen moeten
worden.
Er zal voor juni een buitengewoon aantal voorstellen voor maatregelen
worden gedaan die moeten leiden tot de verbetering van de positie van
die 200.000 mensen. Zij moeten aan de slag kunnen. Met die al die
voorstellen gaan wij een slag maken. Daar komen de conclusies van de
commissie-Bakker nog bij. Het lijkt mij dat wij een buitengewoon
spannend halfjaar tegemoet gaan waarin mij gaan proberen te voldoen
aan de doelstellingen die dit kabinet zich heeft gesteld.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Door de woorden die de heer Cramer kiest, bevestigt hij mijn
opvatting. Daarom heb ik toch nog een vraag aan hem. Hij zegt dat het
een buitengewoon zwaar punt is en het hem zwaar op de maag ligt. Dat
leidt tot een eenvoudige vraag. Is het voor hem onacceptabel als het
ontslagrecht wordt versoepeld?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Het is altijd verstandig om een commissie die aan het werk is, zijn
uitspraak te laten doen en daarover een oordeel te vellen. Wij moeten
daarop niet vooruitlopen want dan zouden wij een hypotheek leggen op
de discussie. Dat heb ik de minister nou net vanochtend verweten. Hij
heeft er zojuist afstand van genomen. Ik zal dat niet doen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik stel vast dat de PvdA-fractie die uitspraak wel doet en vanmorgen
op de radio heeft gezegd dat het onacceptabel is als het ontslagrecht
wordt versoepeld. Dat wordt door de heer Cramer niet herhaald. Daarmee
staat de Partij van de Arbeid alleen in de coalitie.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat lijkt mij een interessante discussie. Ik heb mevrouw Hamer dat
niet horen zeggen. Ik zie dat mevrouw Halsema weer met dat interview
wil komen aanzetten. Dan krijgen wij weer de semantische discussie
over de tekst. Ik wil niet met mevrouw Halsema discussiëren over de
tekst van mevrouw Hamer in het interview. Ik heb het over dit debat.
Daarin heeft mevrouw Hamer duidelijk gemaakt dat de brief van de
minister voor de positie van de PvdA een hoop kou uit de lucht heeft
genomen. Namens de ChristenUnie heb ik gezegd dat de brief van de
minister een hoop kou uit de lucht genomen. Daarmee is de kous af. Dat
zijn letterlijk de woorden die ik in mijn eerste termijn heb gebruikt.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik wil het nog eenmaal vragen. Vanmorgen op de radio heeft mevrouw
Hamer gezegd dat twee coalitiepartijen van mening zijn dat de
versoepeling van het ontslagrecht voor hen onacceptabel was. Heeft zij
dat mede namens de heer Cramer gezegd? Vindt hij het ook? Is het
onacceptabel?
Excuses. Ik werd even afgeleid.
Is het voor de heer Cramer ook onacceptabel? Of neemt hij deze woorden
niet over?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik neem de woorden van mevrouw Hamer niet over. De ChristenUnie gaat
over haar eigen woorden. Wij zijn er altijd heel duidelijk over
geweest dat wij de koers die minister Donner in 2007 heeft gevolgd, in
2008 niet graag herhaald zouden zien.
Ik wil nog een tweetal opmerkingen maken over de door de heer Ulenbelt
ingediende moties. De eerste motie gaat over het niet versoepelen van
het ontslagrecht. Dat lijkt mij een uitspraak die een hypotheek legt
op de discussie. De ChristenUnie zal niet instemmen met deze motie. De
tweede motie is niet echt een motie van afkeuring. Er wordt gesteld
dat de bewoordingen worden afgekeurd. Ik duid hem maar even aan als
een motie van treurnis. Ik meen dat dit het feit dat wij debat hebben
moeten voeren al voldoende treurnis heeft opgeleverd. Voor ons is de
uitspraak van de minister voldoende. Wij zien graag de voorstellen
tegemoet.