Radboud Universiteit Nijmegen


Nijmeegse inbreng in nationaal Ecogenomicsonderzoek

Nederlands onderzoek naar biodiversiteit en ecogenomics verdient meer aandacht, meer geld en een eigen instituut.
Vrijdag 29 februari stellen biologen, onderzoekers op het gebied van genen en milieu en subsidiegevers de agenda vast voor de toekomst op National Ecogenomics Day 2008, in de Reehorst te Ede. Nijmeegse onderzoekers van het Instituut voor Institute for Water and Wetland Research nemen een belangrijk deel van het onderzoek voor hun rekening en schrijven het rapport.

Ecogenomics onderzoekt hoe genen het functioneren van planten en dieren in hun natuurlijke omgeving beïnvloeden. Anders gezegd: welke omgevingsfactoren zorgen ervoor dat bepaalde genen `aan-` of `uitgezet' worden, dus in de plant tot uitdrukking komen, met als gevolg dat twee planten met hetzelfde genoom in een verschillend milieu heel anders tot wasdom komen.
De Nijmeegse inbreng in het nationale ecogenomicsonderzoek ligt vooral bij de microbiologen en hun onderzoek naar anaërobe micro-organismen, organismen die zonder zuurstof kunnen leven. Ze deden belangrijke ontdekkingen over de rol van anaërobe bacteriën in de wereldwijde stikstofcyclus (anammox) en nitraatafhankelijke methaanoxidatie. Daarnaast doen de Nijmeegse ecologen ook belangrijk ecogenomics-onderzoek ten dienste van natuurbeheer.

IWWR
Ecogenomics vormt ook een nieuwe en belangrijke onderzoekslijn van het Institute for Water and Wetland Research. Het IWWR onderzoekt de wisselwerking tussen planten, dieren, micro-organismen en het (natte) milieu, waaronder voortplantingsstrategieën van planten en de fitness van soorten binnen ecosystemen.
Moleculair ecoloog dr. Joop Ouborg, medeorganisator van de conferentie en redacteur van het verkenningsrapport Ecogenomics in Nederland. Verkenning van multidisciplinaire kansen en noodzaken: 'Ecogenomics is een steeds belangrijker wordend wetenschapsgebied, waarvan de Nederlandse expertise hoog staat aangeschreven. Nederland dreigt deze positie echter te verliezen vanwege onvoldoende investeringen.' Het verkenningsrapport wordt aangeboden aan de directeuren van twee grote Nederlandse financiers van onderzoek: de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, afdeling Aard- en levenswetenschappen en het Netherlands Genomics Initiative.

NERO
Onderzoekers pleiten voorts voor bundeling van expertise en onderzoek. Op 29 februari wordt het startstein gegeven voor het Netherlands Ecogenomics Research Organisation (NERO). NERO gaat bestaande expertise coördineren en bundelen en zich sterk maken voor een nationaal onderzoeksprogramma ecogenomics, met de daarbij horende centrale financiering. Verder werkt NERO aan de oprichting van een Technologisch Top Instituut (TTI) Ecogenomics, dat kennis ontwikkelt en bundelt in direct samenspel met industrie en overheid.