ChristenUnie


Bijdrage debat over de inval in Irak

Bijdrage debat over de inval in Irak

donderdag 28 februari 2008 09:23

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is inderdaad de zoveelste keer dat wij in de Kamer over dit onderwerp spreken. De heer Van Bommel weet goed waarom en waarop het kabinet zijn besluit over deze kwestie heeft genomen. Het ging alleen om politieke steun aan de inval in Irak. In de VN-resoluties vond ook mijn fractie genoeg grond om de inval politiek te steunen. In de resoluties stond onder andere dat met geweld serieuze consequenties konden worden afgedwongen. Wij steunen de minister in zijn opstelling om niet te reageren op anonieme bronnen. Eerst moeten er nieuwe feiten met naam en toenaam worden genoemd. En zelfs dan zal de fractie van de ChristenUnie haar standpunt niet wijzigen en haar steun voor het besluit van het kabinet niet intrekken.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De heer Voordewind zegt dat hij het kabinet steunt in het standpunt om niet in te gaan op anonieme bronnen. Ik ben het met hem eens dat het vrij lastig is om daarop in te gaan. Wil hij echter mijn oproep steunen voor een soort collectieve coming-out van de anonieme bronnen, of om de anonieme bronnen middels een parlementaire enquête te dwingen om vrijuit te spreken? Ik zie dat de minister-president zit te lachten, maar dit is echt geen grapje. Dit is een serieuze vraag die ik ook aan hem heb gesteld, dus van hem krijg ik ook antwoord op deze vraag.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is altijd goed als mensen in de openbaarheid treden als dit soort beweringen worden gedaan. Ik zeg echter nogmaals dat dit het standpunt van mijn fractie niet zal wijzigen. Dit zal voor ons geen aanleiding zijn tot het houden van een nieuw debat of tot het geven van steun aan een parlementair onderzoek. Voor ons is de grond van het besluit toentertijd duidelijk; Saddam Hoessein negeerde de resoluties van de VN. Daarbij kwamen ook nog andere zaken waar ik nog op zal komen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Stel dat er een of twee helden opstaan die met naam en toenaam nieuwe feiten leveren. Dan zijn de bronnen dus niet meer anoniem. Is dat voor u wél aanleiding voor steun aan een parlementair onderzoek? Dit zou neerkomen op de positie die de heer Van Baalen inneemt. Ik hoop althans dat hij zo'n positie inneemt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb daarop zojuist al geantwoord. Ook als de bronnen uit de anonimiteit treden -- wat ik zou toejuichten -- is dit voor mijn fractie nog geen reden om haar standpunt over het besluit en haar steun daaraan in te trekken. Ik ben het met mevrouw Van Gennip eens; het getuigt van zwakke knieën om nu anders te denken over een besluit dat op enig moment door het kabinet is genomen. Het is mogelijk dat men daarover nu anders denkt, maar dat is voor ons geen aanleiding om ons standpunt te wijzigen ten aanzien van de politieke steun aan de inval in Irak.

De heer Van Bommel (SP):

Het gaat niet zozeer over de steun die toentertijd in de ministerraad werd gegeven, als wel over de steun die de fractie van de ChristenUnie geeft aan de afspraak die gemaakt is bij de totstandkoming van dit kabinet, namelijk dat er geen parlementair onderzoek komt. De vraag is dus of het bekend worden van nieuwe feiten voor de fractie van de ChristenUnie aanleiding kan zijn om de afspraak niet meer te laten gelden. Kan de fractie in zo'n situatie een parlementair onderzoek wél steunen?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Een afspraak is een afspraak. Dat geldt in dit geval ook voor de afspraken rondom een parlementair onderzoek. Dat blijft gewoon staan. Ook al zijn er nieuwe feiten, ik zeg nogmaals dat de gronden voor onze steun toentertijd waren gebaseerd op het negeren van de VN-resoluties door Saddam Hussein. Dit in tegenstelling tot hetgeen waarop de Amerikanen en de Britten hun besluit hebben gebaseerd. Wij vonden dat genoeg reden om politieke steun te geven voor de inval. Wat andere ministers, staatssecretarissen et cetera met de wijsheid van nu zullen zeggen, zal onze mening niet veranderen. Een gedane toezegging aan de regering blijft voor ons bestaan.

De heer Van Bommel (SP):

Dit is toch hoogst verbazingwekkend. Ook al zou blijken dat de Kamer onjuist is geïnformeerd, dan nog is een afspraak volgens de heer Voordewind zo heilig, dat deze onder geen enkele voorwaarde ongeldig kan worden verklaard.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik noem twee redenen. Allereerst blijven wij bij ons besluit van destijds om politieke steun te verlenen, ook al komen er nieuwe feiten boven tafel of veranderen voormalige bewindslieden van mening. Dat heeft niets te maken met wat mensen vinden, maar met de afwegingen die toen gemaakt zijn door het kabinet en met de afwegingen die wij als fractie van de ChristenUnie hebben gemaakt. Dit staat los van hetgeen andere mensen vinden. Daarnaast is sprake van een overeenstemming en ik vind: een man een man, een woord een woord.

De heer Van Baalen (VVD):

Daar gaat het even niet om. Het gaat er niet om, met terugwerkende kracht de politieke steun aan Amerika in te trekken. Het gaat erom of u per definitie zegt een belangrijk parlementair wapen als een enquête nooit en te nimmer te gaan gebruiken, wat de nieuwe feiten ook zullen zijn. Dat kan een fractie met zo'n traditie op het gebied van staatsrecht niet zeggen. Uiteraard dient u zelf te besluiten of u eventuele nieuwe feiten belangwekkend genoeg vindt om wél steun te geven aan een vorm van onderzoek. U kunt toch niet zeggen: wat er ook gebeurt, ook al blijkt de aarde plat te zijn, wij zullen als parlement zo'n wapen per definitie nooit hanteren?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ga mijzelf herhalen. Ons besluit was gebaseerd op het negeren van de resoluties door Saddam Hussein. Hier staan wij nog volledig achter. Als mensen met de kennis van nu hierover anders denken, zal dat ons besluit niet doen veranderen.

De heer Pechtold (D66):

De fractie van de ChristenUnie draait er gewoon omheen. U probeert te voorkomen dat u moet zeggen dat u, als er nieuwe feiten zijn, in het kabinet moet gaan praten. Als blijkt dat F16-piloten samen met de Denen in Noord-Irak wel degelijk vóór maart 2003 bezig waren en als blijkt dat staatssecretaris Van der Knaap op de onderzeeër Walrus wel degelijk bezig was om de opening naar Irak voor te bereiden, dan kunt u het onderzoek toch niet tegenhouden? Dat bedoelen wij met nieuwe feiten. Ik wil graag weten of de fractie van de ChristenUnie zich samen met ons zal inzetten voor een onderzoek naar de steun aan deze oorlog als deze zaken hard worden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij kunnen van alles zeggen over het gebeuren na de inval in Irak. Daar plaatsen wij ook onze vraagtekens bij. Als het over Irak gaat, praten wij hier ook over met de Kamer. Denk aan het te snel ontmantelen van het leger et cetera. Daaraan vooraf ging een besluit of wij wel of niet politieke steun moesten verlenen aan de Amerikanen. Dat besluit hebben wij destijds gebaseerd op het negeren van de resoluties door Saddam Hussein. Wij staan nog voor 100% achter dit besluit. Er zijn inderdaad nieuwe feiten, want wij hebben geen massavernietigingswapens gevonden et cetera. Nogmaals, daarop was het besluit van de fractie van de ChristenUnie niet gebaseerd. De Britten en de Amerikanen hadden hun besluit hierop wel gebaseerd. Vandaar dat zij wél besluiten tot een onderzoek. Wij hebben ons besluit echter op andere gronden genomen.

De heer Pechtold (D66):

Ik vraag u niet de geschiedenis te herschrijven. Ik vraag u om te willen leren van eventuele informatie die ons toen gegeven is of van feiten die nu anders blijken te liggen. Ik vraag u: kunnen er nieuwe feiten zijn die de fractie van de ChristenUnie de komende tijd doen bewegen om mee te helpen zo'n onderzoek voor elkaar te krijgen? Of zegt u: wat er ook gebeurt, wij houden ons aan een afspraak in Beetsterzwaag. Dat is de vraag.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik verval in herhaling. Er kunnen natuurlijk altijd nieuwe feiten opduiken, maar nogmaals, ons besluit was niet gebaseerd op wat er gebeurde bij of na de inval, maar op het gedrag van Saddam Hoessein naar aanleiding van de resoluties van de VN. Dat was de belangrijkste overweging om de inval in Irak politiek te steunen.

Voorzitter. Er zijn inderdaad fouten gemaakt bij het besluit tot de inval en de Britten en de Amerikanen hebben dit ook zelf toegegeven. Maar nogmaals, wij hebben ons besluit genomen op andere gronden dan de Britten en de Amerikanen. En natuurlijk zijn er lessen te trekken uit wat er gebeurd is na de invasie. Maar daarover gaat dit debat niet, nu staat op de agenda de vraag of het besluit gerechtvaardigd was. Mijn fractie vindt dat de VNresoluties voldoende grond boden om dat besluit te nemen: het verwerpelijke gedrag van Saddam Hoessein, de inval in Koeweit, het negeren van de resoluties, het gebruik van gifgas tegen de Koerden enz. Wij moeten nu vooral naar de huidige situatie kijken, het gaat erom hoe wij Irak kunnen helpen om uiteindelijk te zorgen voor zijn eigen veiligheid. Daarop moeten alle inspanningen gericht zijn.