De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 2070810550
Doorkiesnummer Ons kenmerk AM/SAM/08/4157
Datum 28 februari 2008
Onderwerp Kamervragen van de leden Ulenbelt en Lempens
(beiden SP)
Hierbij zend ik u mede namens de Minister van Economische Zaken de antwoorden op de
Kamervragen van de leden Ulenbelt en Lempens (beiden SP) over de dreigende verplaatsing
van de Nemef fabriek.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
Bijlage(n):
Beantwoording Kamervragen van de leden Ulenbelt en Lempens (beiden SP)
Ons kenmerk AM/SAM/08/4157
Nr. 2070810550
Vragen van de leden Ulenbelt en Lempens (beiden SP) aan de staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en aan de minister van Economische Zaken over de dreigende
verplaatsing van de Nemef fabriek. (Ingezonden 6 februari 2008)
Vraag 1
Wat is uw reactie op de voorgenomen verplaatsing van de Nemef fabriek naar Slowakije en
China?
Antwoord
Hoewel wij ons realiseren dat bedrijfsverplaatsingen een grote impact hebben voor de
betrokken werknemers, zijn deze verplaatsingen niet te voorkomen. Internationale
ondernemingen vestigen zich daar waar de voorwaarden het gunstigst zijn. Wij begrijpen uit
ontvangen informatie dat de productie van sloten in andere landen, zoals Slowakije en China,
goedkoper kan dan in Nederland.
Vraag 2
Bent u bereid zich ter plaatse op de hoogte te stellen van de situatie en alles in het werk te
stellen om deze winstgevende fabriek te behouden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Wij komen veel bij bedrijven om ons te laten informeren over wat er bij ondernemingen in
Nederland speelt. Maar het kabinet kan en wil zich niet mengen in individuele
bedrijfsafwegingen, zoals het besluit van Assa Abloy, de moeder van Nemef, om de productie
te verplaatsen naar China en Slowakije. Deze besluiten zijn een gevolg van het economische
proces. EZ zal echter wel met Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland en de Provincie
Gelderland in overleg met Nemef bezien welke mogelijkheden er zijn voor behoud van
arbeidsplaatsen in de regio en de verdere stappen met het bedrijf bespreken.
Waar het kabinet volop op inzet, is het creëren van een uitstekend vestigingsklimaat. Hierdoor
zullen bedrijven in Nederland eerder hun activiteiten hier handhaven, terwijl buitenlandse
ondernemingen graag naar Nederland zullen komen. Dit geldt des te meer naarmate de
internationalisering van de economie doorzet. Daarom investeert Nederland ook fors in zijn
vestigingsklimaat. Enkele voorbeelden zijn de recente verlaging van de
vennootschapsbelasting, een ambitieuze agenda om de administratieve lasten verder terug te
dringen, maatregelen die het starten van een BV vergemakkelijken en de versoepeling van
toelatingsregels voor kenniswerkers.
Voor bedrijven is het belangrijk dat zij zich continu kunnen blijven vernieuwen en efficiënter
kunnen opereren om te profiteren van de internationalisering. Bedrijven en hun werknemers
---
Ons kenmerk AM/SAM/08/4157
zullen er steeds meer rekening mee moeten houden dat vanwege de internationalisering sneller
ingespeeld moet worden op veranderingen. Daarvoor is het vergroten van het
aanpassingsvermogen van ondernemingen van cruciaal belang. Een belangrijk onderdeel
daarvan is ervoor te zorgen dat werknemers goed inzetbaar blijven binnen het bedrijf, maar
ook te stimuleren dat werknemers door scholing en opleiding beter toegerust zijn voor de
situatie dat er buiten het bedrijf naar werk gezocht moet worden. Daardoor kunnen de
negatieve gevolgen van een bedrijfssluiting voor de betrokken werknemers zo veel mogelijk
worden beperkt. Voor zover het werknemers met een Wsw-indicatie betreft zie de antwoorden
op vraag 5 en 6.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de directie van deze fabriek de ondernemingsraad voldoende tijd moet
bieden om een alternatief plan te schrijven waarbij het verlies van 400 arbeidsplaatsen niet
noodzakelijk is? Zo ja, hoe gaat u hierop toezien? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het is niet aan de overheid om toezicht te houden op de uitvoering van de Wet op de
Ondernemingsraden (WOR) of op de afspraken die ondernemer en ondernemingsraad (OR) in
het kader van de uitvoering van het adviesrecht hebben gemaakt. De WOR kent weliswaar een
aantal bepalingen omtrent de bevoegdheden van de OR en de verplichtingen van de
ondernemer bij het adviesrecht, maar partijen moeten elkaar op de naleving daarvan
aanspreken.
De WOR geeft de OR een adviesrecht omtrent bepaalde voorgenomen besluiten van de
ondernemer, bijvoorbeeld het besluit tot sluiting van de fabriek. Partijen kunnen onderling
afspreken wat een redelijke termijn is waarop de OR zijn advies moet uitbrengen. Het
voorgenomen besluit moet door de ondernemer op een zodanig tijdstip aan de OR worden
voorgelegd dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn. Voor het uitbrengen van het advies
moet over het voorgenomen besluit ten minste eenmaal in de overlegvergadering zijn
overlegd. Indien de OR aanvullende informatie nodig heeft om een gedegen advies uit te
brengen kan hij de ondernemer daar om vragen. De OR kan als onderdeel van zijn advies een
alternatief plan presenteren. Wanneer geen afspraken zijn gemaakt over de tijd die de OR
krijgt om advies uit te brengen, dan zal de OR een redelijke termijn moeten worden gegund.
Wat als een redelijke termijn moet worden beschouwd, is afhankelijk van de omstandigheden
van het geval. Daarbij kan een rol spelen of de OR al eerder betrokken is geweest bij het
voorgenomen besluit.
Wanneer de OR te weinig tijd en/of informatie heeft gekregen en daardoor geen advies heeft
kunnen uitbrengen, kan de OR beroep instellen bij de ondernemingskamer (OK). De OK kan
de ondernemer bijvoorbeeld verplichten bepaalde gevolgen van zijn besluit ongedaan te
maken. Ook kan de OK de ondernemer (voorlopig) verbieden om het besluit uit te voeren.
---
Ons kenmerk AM/SAM/08/4157
Vraag 4
Hoe is in het algemeen uw oordeel over internationale ondernemingen die, alleen ter stilling
van de winsthonger van aandeelhouders, besluiten om goedlopende winstgevende vestigingen
te sluiten of de productie over te plaatsen naar lagelonenlanden?
Antwoord
Zie voor het antwoord op deze vraag onze antwoorden bij de vragen 1 en 2. Bovendien hebben
bedrijven steeds meer te maken met concurrentie op wereldschaal. Daarvan kun je bedrijven
niet vrijwaren, je kunt geen hek om Nederland zetten. Globalisering brengt ook voordelen met
zich mee. Nieuwe afzetmarkten worden gecreëerd en nieuwe banen. Ook voor consumenten
biedt globalisering voordelen; zij kunnen kiezen uit meer producten tegen lagere prijzen.
Overigens vindt er ook een tegengestelde beweging plaats. Buitenlandse ondernemingen
investeren ook in Nederland. Voorts komen bedrijven soms weer naar Nederland vanwege de
kwaliteit.
De investeringen vanuit bijvoorbeeld China in Nederland nemen de laatste tijd sterk toe. Dit
zorgt ook voor extra werkgelegenheid in ons land.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het detacheren vanuit een sociale werkvoorzieningsbedrijf een betere
bescherming tegen ontslag biedt dan begeleid werken? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Nee. Bij arbeid die vanuit een detacheringsverband in het kader van de Wet sociale
werkvoorziening (Wsw) verricht wordt bij een reguliere werkgever, hebben Wsw'ers formeel
een dienstverband met de gemeente waarbij de Wsw-CAO van kracht is. Bij arbeid die in het
kader van de Wsw verricht wordt in dienst van een reguliere werkgever, het zogenaamde
begeleid werken, hebben Wsw-ers een dienstverband met de reguliere werkgever, waarbij de
CAO van desbetreffende werkgever van kracht is.
In beide gevallen betreft het een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid van
boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarop de reguliere ontslagbepalingen van toepassing
zijn. Tevens geldt in beide gevallen dat betrokkenen werken binnen de kaders van de Wsw,
hetgeen betekent dat zolang betrokkenen een geldige Wsw-indicatie hebben, gemeenten de
plicht hebben om zorg te dragen voor het realiseren van een passende arbeidsplaats. Ook hierin
is geen verschil tussen detacheren of begeleid werken. Bij begeleid werken geldt dat een
werknemer met een geldige Wsw-indicatie die buiten zijn schuld om werkloos wordt, op zijn
verzoek weer tot de oorspronkelijke datum van de indicatiebeschikking op de wachtlijst wordt
geplaatst, waarbij de gemeente de plicht heeft betrokkene een dienstbetrekking in het kader
van de Wsw aan te bieden.
---
Ons kenmerk AM/SAM/08/4157
Vraag 6
Bent u van zins om de 10 SW-bedrijven die door deze verplaatsing, werk voor ongeveer 280
medewerkers verliezen, bij te staan om - samen met de verantwoordelijke gemeenten - en met
oog voor de bijzondere omstandigheden voor de medewerkers, in vervangend aangepast werk
te voorzien, mede om verdere druk op de gemeentelijke SW-wachtlijst en wachttijd te
voorkomen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het realiseren van (vervangende) aangepaste arbeid voor de Wsw-doelgroep, alsook de
voorwaarden waaronder die arbeid wordt verricht, is de verantwoordelijkheid van gemeenten.
Voor het realiseren van aangepaste arbeid voor de Wsw-doelgroep ontvangen gemeenten
rijkssubsidie (gemiddeld circa 25.000 euro per persoon) en een taakstelling (minimaal te
realiseren Wsw-plaatsen). De rijkssubsidie kan ingezet worden voor het realiseren van
arbeidsplaatsen zowel binnen het eigen sw-bedrijf (beschut) als daarbuiten (detacheren en
begeleid werken). Uitgangspunt hierbij is dat binnen de capaciteiten van de Wsw-
geïndiceerde dit in een zo regulier mogelijke omgeving gebeurt. Als een deel van de
werkzaamheden van het eigen sw-bedrijf verplaatst wordt naar het buitenland, dan moet de
gemeente zorg dragen voor het aanbieden van nieuwe werksoorten aan haar Wsw-
geïndiceerden. Het feit dat arbeid naar het buitenland wordt verplaatst heeft geen budgettaire
consequenties voor gemeenten. Gemeenten blijven de Wsw-rijksubsidie ontvangen voor het
realiseren van arbeidsplaatsen en hebben daarmee de plicht om zorg te dragen voor nieuwe
arbeidsplaatsen. In dat kader heeft dit dus geen effect op de verdere druk op de gemeentelijke
sw- wachtlijst. Uiteraard betekent dit wel dat de gemeenten een inspanning moeten plegen om
ander passend arbeid te vinden voor de Wsw-werknemers.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid