Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan het bestuur van cultuurfondsen

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van
28 februari 2008 DK/B&B/2008/8261

Onderwerp
Geografische spreiding

Geachte heer / mevrouw,

In Kunst van leven heb ik aangegeven dat de beleidsaanwijzingen aan de fondsen ten behoeve van de subsidieperiode 2009-2012 worden afgestemd met de andere overheden. Een goede spreiding van fondssubsidies over het land maakt daar deel van uit.1 Een evenwichtige verdeling van rijksmiddelen was ook een van de uitgangspunten bij de uitwerking van programmafonds cultuurparticipatie. De Tweede Kamer heeft tijdens de begrotingsbehandeling cultuur van 17 december 2007 nadrukkelijk aandacht gevraagd voor geografische spreiding van rijksgeld.2

Wat betreft de fondsen zie ik drie punten waarop u in uw beleidsplan aandacht kunt besteden aan regionale spreiding:


· Informatie

· beoordeling en verantwoording

· bestuur en advies.

Informatie
Cultuurfondsen en overheden zijn gebaat bij een goede en tijdige uitwisseling van informatie bij gevallen waarin het belang van de regio een rol speelt. Uitwisseling van informatie vindt tenminste voorafgaand aan de besluitvorming plaats.


1 Kunst van Leven p. 39

2 28 989, nr. 53 en nr. 62
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl E

blad 2/2

Beoordeling en verantwoording
Beoordeling van subsidieaanvragen vindt in eerste instantie plaats op grond van artistieke kwaliteit. Wanneer de kwaliteit toereikend is, vraag ik de fondsen het criterium van geografische spreiding3 en overwegingen over de positie in het bestel te laten meewegen in de beoordeling. Het criterium van geografische spreiding is relevant bij de behandeling van aanvragen van instellingen of collectieven. Het is niet van toepassing op subsidieregelingen die toezien op de ondersteuning van individuele kunstenaars aangezien dit geen betrekking heeft op de infrastructuur. Bij de jaarlijkse verantwoording verzoek ik de fondsen voortaan in hun jaarverslag een becommentarieerd overzicht te geven van geografische spreiding daar waar het gezien de aard van de subsidie relevant is.

Bestuur en advies
Bij de werving en selectie van nieuwe commissieleden ga ik er van uit dat de fondsen streven naar aanwezigheid van een brede kennis van en ervaring met culturele ontwikkelingen in alle delen van het land en bijhorende infrastructuur. Bij de benoeming van bestuursleden zal ik evenzo handelen.

Bovengenoemde drie aandachtspunten dragen bij aan een goede spreiding van de rijksmiddelen voor cultuur. Ik zie dan ook graag dat zij een plaats krijgen in uw beleidsplannen voor de subsidieperiode
2009-2012.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H. A. Plasterk


3 Bij het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten is dit verankerd in de subsidieregeling.