Brussel, 28 februari 2008
Vrij verkeer van diensten: Commissie grijpt in om obstakels voor het
aanbieden van kansspeldiensten in Griekenland en Nederland uit de weg te
ruimen
De Europese Commissie heeft actie ondernomen om de belemmeringen voor het
vrije verkeer van kansspeldiensten in Griekenland en Nederland op te heffen:
zij heeft beide lidstaten formeel verzocht hun respectieve wetten te
wijzigen nadat zij hun antwoorden op haar officiële verzoeken om
inlichtingen had bestudeerd om na te gaan of de restricties in kwestie wel
verenigbaar waren met artikel 49 van het EG-Verdrag, dat het vrije verkeer
van diensten garandeert. Het verzoek aan Griekenland is in juni 2007
verzonden (IP/07/909) en dat aan Nederland in april 2006 (IP/06/436).
Volgens de Commissie zijn de restricties in kwestie onverenigbaar met de
bestaande EU-wetgeving en is niet aangetoond dat de maatregelen die beide
lidstaten hebben genomen om het vrije verkeer van kansspeldiensten aan
banden te leggen, noodzakelijk, evenredig en niet-discriminerend zijn. Deze
formele verzoeken nemen de vorm aan van "met redenen omklede adviezen", de
tweede stap in de inbreukprocedure van artikel 226 van het EG-Verdrag.
Indien binnen een termijn van twee maanden geen bevredigend antwoord wordt
ontvangen, kan de Commissie de zaak bij het Europees Hof van Justitie
aanhangig maken.
Achtergrond
Het besluit van de Commissie om een onderzoek in te stellen naar de
verenigbaarheid van de betrokken maatregelen met de EU-wetgeving is
gebaseerd op klachten van een aantal aanbieders van kansspeldiensten
en op door de diensten van de Commissie ingewonnen informatie.
De klachten tegen Griekenland houden verband met het feit dat
aanbieders aan wie in een andere lidstaat op wettelijk voorgeschreven
wijze vergunning is verleend, in Griekenland geen sportweddenschappen
en andere kansspelen mogen aanbieden. Er bestaan ook restricties ten
aanzien van het promoten van of reclame maken voor de diensten in
kwestie en de deelname van Griekse burgers aan kansspelen.
Het onderzoek tegen Nederland heeft alleen betrekking op het aanbieden
van en het bevorderen van deelneming aan sportprijsvragen.
Het Europees Hof van Justitie heeft in het verleden ten aanzien van de
beperking van gokactiviteiten al gesteld dat restricties ter
bescherming van het algemeen belang, zoals consumentenbelangen, alleen
op "samenhangende en stelselmatige" wijze mogen worden toegepast. Een
lidstaat kan dus niet aanvoeren dat burgers van gokken moeten worden
afgehouden en hen er tegelijkertijd toe aanzetten mee te doen aan
staatsloterijen, kansspelen of weddenschappen die de eigen schatkist
spekken.
Volgens de Commissie tonen de recente invoering in zowel Griekenland
als Nederland van nieuwe verslavende kansspelen, de intensieve en
toenemende reclame voor kansspelen en de afwezigheid van concrete
maatregelen ter bestrijding van gokverslaving duidelijk aan dat er
geen sprake is van een samenhangend en stelselmatig beleid dat erop
gericht is de gelegenheden tot gokken echt te beperken.
Het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen alle lidstaten is te
vinden op:
http://ec.europa.eu/community_law/index_en.htm.
European Union