Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake verslag RAZEB van 18 en 19 februari 2008

28-02-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 18 en 19 februari 2008.

De minister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans

Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van

18 en 19 februari 2008

Algemene Zaken

Voorbereiding Voorjaarsraad 13-14 maart 2008

De Raad besprak kort de geannoteerde ontwerpagenda van de Europese Raad van 13-14 maart a.s. De Commissie benadrukte de noodzaak van degelijke conclusies over de Lissabonstrategie, waarmee de volgende beleidscyclus (van 2008 tot 2010) voortvarend ingezet kan worden.

Daarnaast was het volgens de Commissie van belang tijdens de Europese Raad de situatie op de financiële markten te bespreken en het klimaat- en energiepakket een centrale plaats te geven in de Europese Raadsconclusies. De interventies van de lidstaten waren eveneens voornamelijk op deze twee thema's gericht.

Externe betrekkingen

Westelijke Balkan

De Raad sprak over een gezamelijke reactie op de onafhankelijkheid die door Kosovo op 17 februari jl. werd uitgeroepen. Ministers waren eensgezind over de noodzaak van een gezamenlijke reactie, als boodschap dat de EU verenigd staat in het helpen realiseren van duurzame stabiliteit in de regio. Deze notie, inclusief de leidende rol die de EU op dit punt speelt, onder meer via de ontplooiing van de EVDB-missie, werd benadrukt in de conclusies die de Raad na de bespreking aannam.

Tijdens de bespreking werd door vele lidstaten, waaronder Nederland, het belang benadrukt dat Kosovo zich committeert aan de principes van democratie, gelijke rechten en behandeling van alle burgers en bescherming van minderheden, inclusief respect voor religieuze en culturele plaatsen. Nederland heeft daarnaast gezegd te verwachten dat de zogeheten Ahtisaari-voorstellen ook in de nog aan te nemen Kosovaarse grondwet zullen worden opgenomen en dat de Kosovaarse autoriteiten deze ook daadwerkelijk zullen implementeren.

Tevens bevestigden ministers dat het EU-perspectief voor alle landen in de regio geldt en werd de Commissie gevraagd om de verschillende beschikbare instrumenten voor ontwikkeling van de regio te benutten.

Aangezien de lidstaten elk hun eigen procedures hebben om de relaties te bepalen met een land dat zichzelf onafhankelijk verklaart, werd door ministers afgesproken dat in de Raadsconclusies werd opgenomen dat de lidstaten naar gelang hun nationale procedures en het internationaal recht hun bilaterale relaties met Kosovo zullen bepalen. Nederland heeft in dit verband gesteld met belandstelling uit te zien naar de inhoud van de grondwet en de uitvoering van de Ahtisaari-bepalingen, en dat mede in dat licht een besluit over relaties met Kosovo zal worden genomen.

Aangezien naar aanleiding van de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo op verschillende plaatsen, waaronder bij de Sloveense ambassade in Belgrado, ongeregeldheden uitbraken, nam de Raad tevens een conclusie aan, waarin werd opgeroepen dit geweld een halt toe te roepen. Tevens werden Pristina en Belgrado opgeroepen zich te onthouden van uitspraken of acties die tot geweld kunnen leiden.

ENP

De Raad nam conclusies aan waarin het belang van versterking van het Europees Nabuurschapsbeleid wordt onderstreept. Prioriteit zal hierbij worden gegeven aan diepere economische integratie, mobiliteit en migratiebeheer, sectorale hervormingen en conflictoplossing. Verder dient rekening te worden gehouden met de bij buurlanden levende behoefte tot differentiatie en maatwerk binnen ENP-kader. Bevestigd wordt dat het ENP niet vooruitloopt op mogelijk toekomstig EU-lidmaatschap.

Commissaris Ferrero-Waldner wees in haar interventie op het belang van het ENP en de noodzaak om van het volledige potentieel van het ENP gebruik te maken.

Ze benadrukte dat het ENP geen uniforme aanpak behelst en ging kort in op de stappen die zijn voorzien voor de vier landen waarmee op korte termijn verdere verdieping van de relatie kan plaatsvinden: Oekraïne, Moldavië, Israël en Marokko.

Daarnaast refereerde een aantal oostelijke lidstaten aan het belang van regionale samenwerking met en tussen de oostelijke buurlanden, het belang van verbeterde mobiliteit, inclusief onderhandelingen over visafacilitatie met Georgië, een nieuw raamwerkakkoord met Moldavië en de verdeling van financiële middelen uit het Europees Nabuurschaps- en Partnerschapsinstrument (ENPI) tussen de zuidelijke en de oostelijke buurlanden.

MOVP

De Raad sprak, mede op verzoek van Nederland, over het Midden-Oosten vredesproces (MOVP), versterking van de EU-betrekkingen met Israël en over de situatie in Libanon. De bespreking was kort vanwege de langdurige beraadslagingen over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

Nederland vroeg aandacht voor de Israëlische veiligheidszorgen en het belang van de opening van de grenzen met Gaza vanwege de humanitaire situatie in de Gazastrook. Ook wees Nederland in dit verband op het belang dat de EU concreet blijft bijdragen aan de missies EUPOL COPPS en EUBAM Rafah.

Hoge Vertegenwoordiger Solana informeerde de ministers over de recente ontwikkelingen in de regio en zijn recente reis naar Egypte, waar hij had gesproken over mogelijkheden met betrekking tot de opening van de grensovergangen naar Gaza.

Inzake intensivering van de betrekkingen van de EU met Israël, onderstreepte Nederland dit onderwerp graag nader besproken te willen zien om het huidige momentum niet verloren te laten gaan. Meerdere ministers verwelkomen een dergelijke bespreking.

Over Libanon werden zorgen uitgesproken over de recente aanslagen en de voortdurende onzekere politieke situatie waarin het land verkeert.

Vanwege de korte bespreking werden deze keer geen conclusies door de Raad getrokken.

Afrika

Tsjaad

De Raad sprak zorg uit over de ontwikkelingen in Tsjaad en veroordeelde het geweld dat had plaatsgevonden. De recente ontwikkelingen hadden het belang van een spoedige ontplooiing van EUFOR Tchad/RCA (evenals van UNAMID in Darfur) aangetoond. Het belang van neutraliteit van EUFOR Tchad/RCA werd daarbij onderstreept. Voorkomen moest immers worden dat de missie partij werd in het conflict. De Raad zal de politieke dialoog en de mensenrechtensituatie in Tsjaad nauwgezet volgen. Voor duurzame vrede is een politieke oplossing essentieel. Daarnaast stelde de Raad dat politieke gevangenen spoedig dienen te worden vrijgelaten. Ook werd gewezen op de noodzaak van een meer geïntegreerde regionale aanpak. In dit kader riep de Raad Sudan en Tsjaad op elkaars soevereiniteit te respecteren en te stoppen met het het steunen van gewapende groepen.

Daarnaast veroordeelde de Raad de aanval van de Sudanese strijdkrachten op drie dorpen op 8 februari jl., evenals de militaire acties van de rebellengroepen in West-Darfur. De Raad riep tot slot alle partijen op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren.

Kenia

De Raad toonde zich ernstig bezorgd over de situatie in Kenia stelde dat er geen sprake kan zijn van "business as usual", zolang er geen politieke oplossing is gevonden die aanvaardbaar is voor alle partijen. Positieve ontwikkelingen, waaronder de instelling van de zogeheten "Truth, Justice and Reconciliation Commission" en het akkoord over een internationaal onderzoek naar het geweld sinds de verkiezingen werden verwelkomd. De EU zal niettemin de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen en de druk op de partijen handhaven om zich constructief op te stellen. Personen die dialoog in de weg staan of geweld aanmoedigen zullen hiervan de consequenties moeten ondervinden.

De Raad sprak voorts krachtige steun uit voor bemiddelingspogingen van het Panel van Eminente Afrikaanse Persoonlijkheden onder leiding van Kofi Annan en verklaarde zich bereid om Annan waar nodig te assisteren. De Raad achtte het van belang dat de internationale gemeenschap eensgezind en coherent optreedt en zal daarom nauw samenwerken met de VS, de VN, en de AU.

Birma

Tijdens de bespreking over Birma betoonden ministers zich sceptisch over de recente aankondiging van de Birmese autoriteiten dat in mei aanstaande een referendum over de nieuwe grondwet zal plaatsvinden en dat in 2010 algemene verkiezingen zullen worden gehouden. Er was overeenstemming dat de internationale gemeenschap moest blijven aandringen op een echte dialoog met de oppositie en etnische minderheden, een inclusief proces van nationale verzoening, en op vrijlating van de politieke gevangenen, inclusief Aung San Suu Kyi. Ook dienden de Birmese autoriteiten op een open en constructieve wijze samen te werken met de VN en VN-gezant Gambari toe te laten tot het land. Conform het besprokenene tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 14 februari j.l., wees Nederland op het belang van het aanspreken van de landen in de regio en suggereerde dat EU-gezant Fassino ook China zou bezoeken.

De Raad nam conclusies aan waarin onder meer ernstige zorg wordt uitgesproken over de situatie in Birma en wordt herhaald dat de EU klaar staat om haar (beperkende) maatregelen te heroverwegen, te amenderen of aan te scherpen indien de ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. De Raad zal in april een besluit nemen over de verlenging van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake Birma.

WTO

Commissaris Mandelson ging in op de stand van zaken in de WTO / Doha-besprekingen, naar aanleiding van het verschijnen van twee herziene onderhandelings-papers over landbouw en over Non-Agricultural Market Access (NAMA) in Genève. Hij gaf aan dat de nieuwe papers de basis vormen voor verdere onderhandelingen om nog dit jaar tot een akkoord te komen. Mandelson ging ook in op een aantal zorgpunten: zo was het de vraag of het tekstvoorstel voor NAMA tegemoet komt aan het door de EU gewenste ambitieniveau, en is de voorgestelde gemiddelde tariefreductie van 54% over alle tarieflijnen bij landbouw voor de EU problematisch. Hij benadrukte tevens dat het eindresultaat van de onderhandelingen ook afspraken over onder meer diensten, handelsfacilitatie en de zgn. 'rules' (disciplines voor onder meer antidumping en visserijsubsidies) zal moeten bevatten.

Economic Partnership Agreements (EPA's)

De Commissarissen Mandelson en Michel gaven kort de stand van zaken in de EPA-onderhandelingen met de ACS-landen. De interim-akkoorden met individuele landen die eind 2007 waren afgesloten moesten nu worden omgezet in volledige EPA's. Het Sloveense voorzitterschap kondigde aan dat de voortgang van de onderhandelingen tijdens de RAZEB in mei a.s. uitgebreid zal worden besproken.