Provincie Drenthe

Borger Odoorn 1977-1

Verlenging geldigheidsduur ontgrondingsvergunning Borger Odoorn 1977-1

Terinzage tot en met 1 april 2008
Bezwaarschrift tot en met 1 april 2008

Verlenging geldigheidsduur ontgrondingsvergunning Borger Odoorn 1977-1

Gedeputeerde staten van Drenthe maken bekend dat zij op grond van artikel 10, vijfde lid, van de Ontgrondingenwet en artikel 8.5, hoofdstuk 8, van de Provinciale omgevingsverordening (POV) Drenthe de geldigheidsduur van de op 14 november 1978, nummer 31/5.764 aan Grontmij Advies & Techniek verleende ontgrondingsvergunning Borger 1977-1, waarvan nadien enkele malen de geldigheidsduur is verlengd, wederom hebben verlengd tot 1 april 2009.

De vergunning heeft betrekking op het uitvoeren van een landbouwkundige verbetering door ontgronding (maaiveldverlaging) van het terrein in de gemeente Borger Odoorn, kadastraal bekend gemeente Borger, sectie R, nummer 195, plaatselijk bekend ten oosten van de Drentse Mondenweg en grenzend aan de Tweederdeweg Zuid. De ontgronding is grotendeels uitgevoerd. De verlenging is bedoeld om de Grontmij Advies & Techniek in de gelegenheid te stellen de ontgronding geheel te voltooien.

Terinzage

De vergunning en de bijbehorende stukken liggen vanaf 27 februari 2008 tot en met 1 april 2008 als volgt ter inzage:

* bij de provincie Drenthe, Westerbrink 1 te Assen bij de afdeling Bestuur en Communicatie op werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur.

Desgewenst kan ook mondeling toelichting op de stukken worden gekregen bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, telefoonnummer (0592) 36 54 26/36 54 29.

Bezwaarschrift

Tot en met 1 april 2008 kunnen belanghebbenden op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij het college van gedeputeerde staten van Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen. Degene die op deze wijze een bezwaarschrift heeft ingebracht, kan later tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een verzoek tot schorsing en/of tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hiervoor is griffierecht verschuldigd.