Vraag naar plaatsen sociale werkvoorziening blijft stijgen
De sociale werkplaatsen hebben in 2006 landelijk meer mensen geplaatst
dan waartoe ze opdracht hadden. Toch kunnen ze lang niet iedereen die
daarvoor in aanmerking komt een plaats bieden. Dit komt mede doordat
de uitstroom uit de Wsw naar reguliere banen beperkt is. De vraag naar
plaatsen in sw-bedrijven neemt al jaren sterker toe dan het aanbod. De
wachtlijst is sinds 2002 zelfs verdrievoudigd. Dit blijkt uit de
vandaag verschenen rapporten Uitvoering van de Wsw in 2006 en Goed
geplaatst van de Inspectie Werk en Inkomen. IWI constateert dat
wachtlijsten van sommige sw-bedrijven harder groeien dan die van
andere. Dit komt deels omdat de subsidie van sw-bedrijven mede afhangt
van de omvang van de wachtlijst. De bedrijven hebben daardoor een
financieel belang om hun wachtlijst niet op te schonen.
De sw-uitvoeringsorganisaties hebben in 2006 met elkaar zo'n 90.400
arbeidsplaatsen gerealiseerd. Door de inzet van eigen middelen is een
kleine 600 mensen geplaatst boven de taakstelling waarvoor ze subsidie
ontvangen. De vraag naar plaatsen in de sociale werkvoorziening stijgt
al jaren sterker dan de uitstroom. De omvang van de wachtlijsten en de
wachttijd nemen ook sterk toe. Landelijk is in 2006 het aantal mensen
dat wacht op een plaats gestegen van 15.380 tot 19.640. De gemiddelde
wachttijd bedraagt ruim een jaar. Eind 2006 wachtte 45 procent langer
dan een jaar op een plaats. 20 procent verdween van de lijst zonder
dat bekend is wat er met hen gebeurt.
In 2006 gingen 5.400 mensen van de wachtlijst aan de slag in de
sociale werkvoorziening. Van de nieuwe werknemers werd in 2006 een
kwart geplaatst buiten de sociale werkvoorziening in een vorm van
begeleid werken. Hiermee werd de taakstelling op dit gebied vrijwel
gerealiseerd. Ook het aantal personen dat via detachering werkt steeg
sterk: van 16 tot 19 procent van het totale aantal sw-werknemers. Bij
begeleid werken en detachering wordt integratie nagestreefd buiten de
beschutte omgeving van de sociale werkplaats.
Bij de instroom in de Wsw valt het groeiende aantal kandidaten op met
een meervoudige problematiek, waarbij vaak psychische problemen en
persoonlijkheidsstoornissen een duurzame Wsw-plaatsing bemoeilijken.
Landelijk gezien realiseren de sw-uitvoeringsorganisaties de
taakstelling van de Wet sociale werkvoorziening. IWI constateert wel
grote verschillen in uitvoering tussen de afzonderlijke sw-bedrijven.
Zodanig dat er vraagtekens kunnen worden gezet bij de effectiviteit
van de uitvoering.
Iedereen doet mee
Uit het onderzoek Goed geplaatst blijkt dat praktisch alle
sw-organisaties samen met gemeenten en UWV mensen die op de wachtlijst
staan laten participeren door hen een voortraject aan te bieden om de
wachttijd te overbruggen. Het streven hierbij is om het voortraject
naadloos op het Wsw-dienstverband te laten aansluiten. IWI vindt dit
een belangrijke constatering, gezien de kabinetsdoelstelling 'Iedereen
doet mee'.
Vanuit 'Iedereen doet mee' is het tevens verheugend dat veel
sw-bedrijven de overgang van een traditioneel productiebedrijf naar
een mensontwikkelbedrijf hebben gemaakt of daar hard mee bezig zijn.
Daarmee worden de capaciteiten en mogelijkheden van Wsw'ers zo goed
mogelijk benut.
Indicatiestelling
CWI stelt vast of iemand tot de doelgroep behoort en wat voor
arbeidshandicap betrokkene heeft. Daarnaast geeft CWI advies af of de
betrokken persoon bij een reguliere werkgever met begeleiding kan
werken, het zogenaamde begeleid werken. CWI is daarmee de poort tot de
Wsw.
Sw-bedrijven zijn over het algemeen positief over de indicatiestelling
door CWI, maar zien wel verbeterpunten. Zo vinden ze de adviezen voor
begeleid werken niet altijd realistisch in verhouding tot de
mogelijkheden van de geïndiceerden.
IWI constateert echter aanzienlijke verschillen in de uitkomst van de
indicatiestelling en advies begeleid werken per sw-bedrijf. De
inspectie kan deze verschillen niet verklaren uit persoonskenmerken
als geslacht, leeftijd, mate of ernst van de handicap. De inspectie
concludeert daaruit dat Wsw-indicatiestelling door CWI op landelijk
niveau nog niet uniform is.
Wsw-subsidie
De mate van handicap is rechtstreeks van invloed op de hoogte van de
toegekende subsidie. Wegens de bovengenoemde aanzienlijke niet te
verklaren verschillen in de uitkomst van de indicatiestelling is IWI
van oordeel dat deze uitkomst vooralsnog geen invloed zou moeten
hebben op de hoogte van de subsidie.
Ook de omvang van de wachtlijst zou volgens IWI geen invloed moeten
hebben op de hoogte van de subsidie. Er zijn immers ook grote
verschillen geconstateerd in de groei van de wachtlijst per
sw-bedrijf. Deze verschillen zijn zo groot dat gesproken kan worden
van een financiële incentive voor het niet opschonen van de
wachtlijst.
De Inspectie Werk en Inkomen houdt namens de minister van SZW toezicht
op de uitvoering van de Wsw door gemeenten.
persbericht IWI, 27 februari 2008
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Inspectie Werk en Inkomen