VVD


26-2-2008

interpellatie-Kox

over de opvatting dat politieke partijen die aandringen op een bepaald stemgedrag bij verkiezingen voor de Eerste Kamer handelen in strijd met de Grondwet

Inbreng van Uri Rosenthal bij het interpellatiedebat, aangevraagd door Tiny Kox (SP).

De interpellatie en de interruptiedebatjes tot dusver aangehoord, ben ik ook blij: ik houd er namelijk een casus voor mijn seminar Media en politiek aan de Universiteit Leiden aan over, en niet alleen voor de zogenaamde oude media, maar ook de nieuwe media van internet en websites. Ik aarzel om het te zeggen, maar ik meen dat in het persbericht -- van Binnenlandse Zaken of van de Eerste Kamer -- stond dat de Eerste Kamer de minister naar deze zaal heeft geroepen voor de beschouwingen over dit onderwerp. Dat leek mij een totum pro parte; mijn fractie had en heeft geen behoefte aan deze interpellatie, maar in het algemeen is het een goede gewoonte om interpellaties toe te staan.

Ik moest overigens denken aan een eerdere interpellatie, waarin ik het adjectief "onheus" voor de interpellatie gebruikte. Als ik de beschouwingen, de interrupties en de reactie daarop op de tong proef, vind ik dat ook in deze interpellatie iets onheus zit. De brief van de minister aan het Statenlid de heer Van Bergen stemde ons tevreden. De reactie van de minister op de vragen van de Socialistische Partij van daarnet, idem dito. Ik wil de heer Kox complimenten maken voor de verregaande intelligence die hij bij andere partijen, ook de mijne, heeft gepleegd: knap gedaan!

Het is vanzelfsprekend dat binnen politieke partijen afspraken worden gemaakt, ook over hetgeen nu aan de orde is. Dat past in de behoefte en noodzaak tot enige ordening in het politieke landschap en daar hebben we politieke partijen voor. De nuance is echter -- en dat speelt zich af binnen het verenigingsrecht en de omgang binnen partijen -- dat er verschillen zijn tussen partijen in hetgeen er gebeurt als afspraken, bijvoorbeeld over het gewenste stemgedrag van leden van Provinciale Staten, niet worden nagekomen; worden er sancties gesteld op het niet-nakomen van afspraken, of houdt men het op een dringend verzoek? Ik zie duidelijke verschillen tussen de partijen die in deze Kamer aanwezig zijn.

Hierbij wil ik het laten. Aan de "o"'s van deze interpellatie zou ik kunnen toevoegen dat deze interpellatie van de heer Kox mij bij nader inzien ook wat ongericht voorkwam: op wie en waarop richtte deze zich nu? Dat was vandaag een groot misverstand. Als laatste punt het volgende. Er komt een notitie van de minister over de verkiezingen van de Eerste Kamer. Wij hopen dat de minister met voorstellen komt om een einde te maken aan het gedoe na de Provinciale Statenverkiezingen, met lijstverbindingen achteraf, inclusief hetgeen we in de afgelopen decennia meermalen hebben meegemaakt, namelijk de pogingen tot ruilhandel tussen de partijen. Ook in de periode tussen de Provinciale Statenverkiezingen en de Eerste Kamerverkiezingen van vorig jaar hebben we weer staaltjes van dit soort regenteske rekenarij meegemaakt. Dat soort regenteske rekenarij is slecht voor het aanzien van de politiek. Voorstellen van de minister om daarvan af te komen, zouden zeer welkom zijn.