Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen van het lid Van Baalen over de Nederlandse bezorgdheid over het Taiwanese VN-referendum (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/02/Beantwoording-vragen-van-het-lid-Van-Baalen-over-d.html) 26-02-2008 |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Van Baalen over de Nederlandse bezorgheid over het Taiwanese
VN-referendum. Deze vragen werden ingezonden op 19 februari 2008 met kenmerk
2070812050.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken, op vragen van het
lid Van Baalen
(VVD) over de Nederlandse
bezorgheid over het Taiwanese VN-referendum.
Vraag 1
Is het waar dat u, tijdens de viering van het Chinees Nieuw Jaar te Den Haag,
in tegenwoordigheid van de ambassadeur van de Volksrepubliek China, uw
bezorgdheid heeft uitgesproken over het referendum dat Taiwan voornemens is te
houden over haar aanvraag voor het VN-limaatschap? 1)
Vraag 2
Is het waar dat u daarbij tevens aangaf dat geen van de partijen, zijnde de
Volksrepubliek China en de Republiek China (Taiwan), hun toevlucht moet nemen
tot eenzijdige maatregelen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het op Taiwan richten van meer dan 1500 raketten, het
dreigen met politieke, economische en militaire sancties en het ontkennen van
het zelfbeschikkingsrecht van Taiwan door China van een geheel andere orde zijn
dan het op legale wijze uitschrijven van een referendum door de democratisch
gekozen autoriteiten op Taiwan en het met volstrekt vreedzame middelen aanspraak
maken op het zelfbeschikkingsrecht?
Vraag 4
Bent u bereid om u binnen de Europese Unie, de VN en andere internationale
organisaties voor een duurzame vrede en stabiliteit aan weerszijden van de
Straat van Taiwan in te zetten, waarbij aan China kenbaar wordt gemaakt dat de
inzet van militaire middelen noch politieke en economische chantage tegen Taiwan
opties mogen zijn?
Antwoord
Het bericht van Novum is gebaseerd op onjuiste informatie die gedurende korte
tijd op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gestaan. Het
nieuwsbericht maakte melding van een versie van mijn speech tijdens de Chinese
nieuwjaarsviering die ik daar niet heb uitgesproken. Zodra dit ontdekt werd, is
de juiste versie van mijn speech op de website geplaatst. In de speech die ik
heb uitgesproken in tegenwoordigheid van de Chinese ambassadeur mevrouw Xue
wordt geen melding gemaakt van het Taiwanese referendum. Wel heb ik met Chinese
journalisten die ter plaatse waren gesproken over het referendum inzake de
aanvraag van het VN-lidmaatschap onder de naam Taiwan, dat op 22 maart 2008
wordt gehouden.
Met inachtneming van het één-China beleid is de regering met de EU van mening
dat het Taiwan-vraagstuk op vreedzame wijze via dialoog tussen beide betrokken
partijen moet worden opgelost. Zij moeten niet overgaan tot unilaterale acties
die zouden kunnen leiden tot een wijziging van de status quo, destabiliserende
initiatieven of dwang. De regering is in dit kader bezorgd over het besluit in
Taiwan om het voorgestelde referendum inzake het toetreden tot de VN onder de
naam Taiwan door te laten gaan. Het unilateraal voorgestelde referendum riskeert
de spanning in de Straat van Taiwan te verhogen, wat potentieel nadelig is voor
alle betrokkenen, inclusief de bevolking van Taiwan.
Zoals reeds aangegeven in de regeringsreactie op het AIV-advies "Met het oog
op China: op weg naar een volwassen relatie" is de regering van mening dat de
militaire opbouw van China geleidelijk aan invloed heeft op de regionale
machtsverhoudingen. Daarbij is het gebrek aan transparantie met betrekking tot
de omvang en de doelstellingen van de Chinese defensie-inspanningen een punt van
aandacht. De EU en Nederland hebben daarom ook bij de Chinese autoriteiten
aangedrongen op een grotere transparantie op dit gebied.
In het licht van het voorgaande gaat Nederland met de EU door om beide zijden
aan te moedigen om bij te dragen aan het bevorderen van dialoog en praktische
samenwerking en het opbouwen van wederzijds vertrouwen.
1) Novum, 9 februari 2008
Ministerie van Buitenlandse Zaken