European Union



Brussel, 25 februari 2008

De hervormingen werpen vrucht af, maar de kwetsbaarste groepen mogen niet over het hoofd gezien worden - EU-verslag

Het afgelopen jaar hebben hervormingen van de sociale bescherming en actieve integratiemaatregelen aanzienlijk bijgedragen tot meer groei en werkgelegenheid in Europa. Er moet evenwel nog meer worden gedaan om ervoor te zorgen dat deze voordelen ook aan mensen in de marge van de samenleving ten goede komen, zo blijkt uit een verslag van de Commissie dat op 29 februari door de ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken besproken zal worden. Het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie 2008 is toegespitst op de prioriteiten en de geboekte vooruitgang op het gebied van kinderarmoede, langer werken, particuliere pensioenen, ongelijkheden in de gezondheidszorg en langdurige zorg. Zodra het verslag door de Raad is goedgekeurd, zal het aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad op 13 en 14 maart worden voorgelegd om de sociale dimensie van het groei- en werkgelegenheidspakket te benadrukken.

"De hervormingen van de sociale bescherming en de actieve integratiemaatregelen werpen vrucht af: ze bevorderen de sociale samenhang en de groei door meer mensen naar de arbeidsmarkt te trekken en door de overheidsfinanciën een duurzamere basis geven", aldus Vladimír Spidla, Europees commissaris voor werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. "Gezonde groei en nieuwe banen verbeteren echter niet automatisch de situatie van de meest gemarginaliseerde groepen in de samenleving. We hebben een eengemaakt beleid nodig om ervoor te zorgen dat ook met de kwetsbaarste groepen rekening wordt gehouden.

In het verslag staan dit jaar een aantal hoofdthema's centraal - een recente innovatie die een meerwaarde is voor de open coördinatiemethode van de EU op het gebied van het sociaal beleid. Deze aanpak heeft geleid tot meer inzicht, het van elkaar leren bevorderd en betere monitoring en meer gerichte verslaglegging aangemoedigd. Over het geheel genomen is de vooruitgang veelbelovend, maar het verslag brengt ook een aantal nieuwe aandachtspunten naar voren:


- De arbeidsparticipatie is voor alle categorieën oudere werknemers gestegen. De totale arbeidsparticipatie van 55-64-jarigen is gestegen van 38% in 2001 tot 44% in 2006 en de Lissabondoelstelling van 50% in 2010 is door negen landen (Denemarken, Estland, Ierland, Cyprus, Letland, Portugal, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) gehaald, terwijl in sommige andere landen die arbeidsparticipatie niet meer dan 30% bedraagt. Actieve integratiemaatregelen en pensioen- en arbeidsmarkthervormingen hebben meer stimulansen gecreëerd om te (blijven) werken, maar de arbeidsparticipatie moet nog verder omhoog. In combinatie met inspanningen om de productiviteit te verhogen, zal dit bijdragen tot een gezondere basis voor de stelsels van sociale bescherming en voor de toereikendheid en duurzaamheid van de pensioenen, op voorwaarde dat de arbeidsmarkten meer opengesteld worden voor oudere werknemers.


- De pensioenhervormingen zijn op de goede weg, maar dienen regelmatig gemonitord te worden wat betreft de toekomstige effecten op duurzaamheid en toereikendheid, met name voor mensen met atypische loopbaanpatronen. De bewustmaking van de aan verschillende pensioenregelingen verbonden risico's dient verbeterd te worden, zodat mensen met kennis van zaken keuzes kunnen maken.


- 16% van de Europeanen dreigt in armoede af te glijden en 8% loopt een armoederisico ondanks het feit dat zij werk hebben. Onder de 78 miljoen Europeanen die een armoederisico lopen, zijn 19 miljoen kinderen. Het waarborgen van gelijke kansen voor iedereen door goed doordachte sociale beleidsmaatregelen en door het opvoeren van de inspanningen met het oog op een succesvolle schoolloopbaan voor ieder kind, is een noodzakelijke voorwaarde voor het doorbreken van de spiraal van armoede en uitsluiting. In dit verband dient het integratie- en antidiscriminatiebeleid versterkt te worden, vooral ook ten aanzien van immigranten en hun nakomelingen, en etnische minderheden.


- Wanneer kinderen arm zijn, is dat doordat hun ouders geen of alleen onregelmatig of weinig werk hebben, dan wel niet voldoende verdienen, en de inkomensondersteuning niet toereikend is om het armoederisico af te wenden. Voor de bestrijding van kinderarmoede is bijgevolg een combinatie vereist van goede arbeidsmogelijkheden waardoor de ouders kunnen integreren in en vooruitkomen op de arbeidsmarkt, een adequate, goed opgezette inkomensondersteuning en de nodige diensten voor kinderen en hun gezin. Er moet een juist evenwicht worden gevonden tussen het helpen van gezinnen en specifiek op kinderen gerichte maatregelen. De op dit gebied meest succesvolle lidstaten richten zich op de meest kansarme kinderen in het kader van een bredere universele aanpak waarbij alle kinderen worden gesteund.


- Sociaal beleid heeft een belangrijk effect op de gezondheid, en iemands gezondheid is een belangrijke bepalende factor voor zijn of haar kansen in het leven. Er bestaan op het ogenblik in de EU grote verschillen op het gebied van de gezondheid; zo varieert de levensverwachting voor mannen van 65,3 jaar in Litouwen tot 78,8 in Cyprus en Zweden, en die voor vrouwen van 76,2 jaar in Roemenië tot 84,4 in Frankrijk. Er moet aandacht worden besteed aan het thema gezondheid op alle beleidsterreinen, waaronder het bevorderen van een gezonde levensstijl, en sociale bescherming moet zorgen voor toegang voor iedereen tot hoogwaardige en langdurige zorg, en moet de preventie bevorderen, ook voor diegenen die het moeilijkst te bereiken zijn.


- De demografische en maatschappelijke veranderingen brengen een grotere behoefte aan langdurige zorg met zich. De lidstaten hebben zich ertoe verbonden meer toegang tot diensten van goede kwaliteit te bieden, maar voor veel lidstaten blijft het bieden van dergelijke kwaliteitsdiensten een uitdaging. Er dient een juist evenwicht gevonden te worden tussen de verantwoordelijkheden van de overheid en van particulieren en tussen formele en informele zorg, met inbegrip van de ondersteuning van informele zorgverleners.

Achtergrond

Het EU-stelsel van gemeenschappelijke doelstellingen, evaluatie en verslaglegging voor sociale bescherming en integratie - de `open coördinatiemethode' - functioneert parallel aan de groei- en werkgelegenheidsstrategie. Het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie zal tezamen met het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid aan de EU-leiders worden voorgelegd en als uitgangspunt dienen voor de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad.
Gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie (voorstel van de Commissie):

http://ec.europa.eu/employment_social/social_inclusion/news_en.htm Gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad, publicatie op 29 februari 2008:

http://ec.europa.eu/employment_social/social_inclusion/jrep_en.htm Studie over kinderarmoede:

http://ec.europa.eu/employment_social/spsi/publications_en.htm#childpo verty