Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 25 februari 2008 1 Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGTL-2008/301
Onderwerp
Permanente Verbetering veiligheid
vervoer gevaarlijke stoffen

Geachte voorzitter,

Met deze brief informeer ik u op hoofdlijnen over de voortgang van spoor 2 van de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen: de permanente verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Deze brief is de invulling van een toezegging in mijn brief van 3 december 20071 , waarin ik u berichtte over de voortgang van het eerste spoor van de NVGS, het Basisnet.

Eén van de uitgangspunten van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) is, dat er zoveel mogelijk ruimte is voor eigen verantwoordelijkheid van de markt, de provincies en de gemeenten, binnen de door het Rijk gestelde kaders. Ik zet daarom in op een Gezamenlijke Uitvoeringsagenda voor spoor 2, met ruimte voor initiatieven en bevordering van een optimale samenwerking met alle belanghebbende partijen.

In dat kader heeft het ministerie van V&W in de eerste helft van 2007 een gespreksronde gehouden. Er is gesproken met andere ministeries, provincies, gemeenten, hulpverleners en bedrijfsleven. Daarbij is gesproken over de voortgang van de initiatieven die inmiddels zijn opgepakt, over de ambities voor de komende jaren en over de wensen om samen te werken en kennis te delen.


1 Kamerstuk 2007-2008, 30 373, nr. 15, Tweede Kamer. Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGTL-2008/301

Twee bevindingen uit deze gespreksronde zijn aanleiding om nadere accenten te leggen in de Gezamenlijke Uitvoeringsagenda voor spoor 2. De eerste hiervan is dat veel partijen invulling geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. Partijen zien mogelijkheden tot verdere verbetering door de aanwezige kennis met elkaar te delen en door op enkele terreinen tot een betere samenwerking te komen.
De tweede bevinding is dat er een manier gevonden moet worden om partijen die achterblijven te activeren om hun veiligheidsniveau te verhogen.

Om aan de behoefte tot interactie en samenwerking tegemoet te komen, is op 12 november 2007 een open middag georganiseerd voor en door alle betrokken partijen. Veertien sprekers hebben hun initiatieven en ambities gepresenteerd en hun wensen kenbaar gemaakt. Ruim honderd belangstellenden van overheden en bedrijfsleven hebben kennis genomen van activiteiten die kunnen bijdragen aan een stapsgewijze verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op het gebied van incidentmanagement is een nieuw samenwerkingsverband ontstaan, dat best practices in beeld gaat brengen.

Een belangrijke conclusie van deze bijeenkomst is dat er veel initiatieven lopen, elk met een eigen dynamiek en speelveld. Dit betekent dat de Gezamenlijke Uitvoeringsagenda voor spoor 2 zich niet leent voor een gezamenlijke intentieverklaring van alle betrokken partijen op één moment. Permanente verbetering zal vorm krijgen door een reeks van afspraken tussen overheden en marktpartijen. Het doel van spoor 2 - permanente verbetering - maakt het nodig, dat sommige acties een blijvend karakter hebben. Acties als kennisuitwisseling en communicatie zijn voorbeelden hiervan. Andere hebben een meer projectmatig karakter en kunnen binnen kortere of langere tijd worden afgerond.

Met behulp van de resultaten van de gespreksronde en de open middag zijn de activiteiten van spoor 2 geclusterd in de volgende thema's:
· Wetgeving;

· Toezicht;

· Veiligheidsmanagement;

· Incidentmanagement en ­registratie;

· Infrastructuur;

· Communicatie.
In het vervolg van deze brief informeer ik u aan de hand van deze thema's over de voortgang op hoofdlijnen2.

Wetgeving
De wetgeving heeft als doel een permanente verbetering van de veiligheid door eisen te stellen aan de lading, de verpakking, het voertuig en de bemanning bij het vervoer


2 In de Uitvoeringsagenda voor spoor 2 in de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen worden zeventien acties genoemd. De bijlage bevat een overzicht van die acties, de indeling in de thema's en de stand van zaken in januari 2008.

---

VenW/DGTL-2008/301

van gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om het zorgen voor kwalitatief goede (internationale) vervoersregelgeving, het harmoniseren van die regelgeving, het verschuiven naar doelregelgeving en het verbreden van het internationale beleid.

In juli 2007 informeerde ik u over de resultaten van de doorlichting van de regelgeving in het programma `Beter Geregeld'3. Uit de doorlichting op het domein Vervoer Gevaarlijke stoffen bleek dat het bedrijfsleven de noodzaak van regels op dit domein onderschrijft, "omdat verreweg alle regelgeving internationaal wordt afgesproken waardoor er altijd sprake is van een level playing field en omdat het bedrijfsleven goed wordt betrokken bij de totstandkoming van de regels".

Aanbevelingen uit de doorlichting hebben betrekking op het doorgaan met harmonisatie. Daarnaast zijn enkele nuances geplaatst bij het streven naar het verlichten van de regeldruk en het komen tot meer doelregelgeving. Zo is het van belang om in een transparante afweging te komen tot een goede balans tussen regeldruk en veiligheidsrisico's. Daarbij vereist het publieke belang van veiligheid bij gevaarlijke stoffen dat zaken soms tot in detail geregeld worden.

Een voorbeeld van samenwerking op het gebied van regelgeving is de rol die het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) heeft vervuld bij de introductie van dubbelwandige schepen voor het vervoer van een aantal gevaarlijke stoffen. In juni 2005 heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart het bedrijfsleven gevraagd om zelf met een implementatievoorstel te komen. Het CBRB heeft dit opgepakt waardoor er begin 2007 een voorstel lag.

Toezicht
De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) streeft ernaar om zo effectief mogelijk toezicht te houden op de naleving van de wet- en regelgeving in de keten. De IVW wil hierbij optimaal samenwerken met andere inspectiediensten en met bedrijven.

In oktober 2007 is het project Front Office Wegvervoer gestart. Doel van het project is dat ondernemers in de toekomst in het toezicht te maken krijgen met één aanspreekpunt. Het project is één van de uitwerkingen van het kabinetsplan "Eenduidig Toezicht"4 dat streeft naar een aanzienlijke vermindering van de toezichtlast voor ondernemers door middel van efficiënte en effectieve samenwerking tussen toezichthouders.

Veel bedrijven voeren zelf toezicht uit of laten dit doen door een (private) toezichthouder, al dan niet op basis van een wettelijke verplichting. Binnen de petrochemische en chemische industrie zijn internationale standaards afgesproken die zich ook over het vervoer uitstrekken, vaak nog met een bedrijfsinterne "kop" er op. Ook voor de railsector, de zeevaart, in delen van het wegtransport en de binnenvaart kent men interne inspecties.


3 Kamerstuk 2006-2007, 30 800 XII, nr. 81, Tweede Kamer.
4 Zie de Kamerstukken: 2000-2001, 27 831, nr. 1 en 2006-2007, 27 831, nr. 21, Tweede Kamer.
---

VenW/DGTL-2008/301

De IVW zal in 2008 onderzoeken of en op welke manier de overheidsinspecties kunnen samenwerken met bedrijven en particuliere toezichthouders om de toezichtlast door de IVW op bedrijven met goed intern toezicht te verminderen. De IVW wil hierbij systeemtoezicht inzetten. De inspectiecapaciteit kan dan meer worden gericht op de `zwakke schakels' in de vervoersketen.

Veiligheidsmanagement
In de NVGS zijn zorgsystemen en de rol van de veiligheidsadviseur benoemd als instrumenten waarmee bedrijven invulling kunnen geven aan de verdere verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Voor bedrijven in de sectoren spoor, luchtvaart en zeevaart is een zorgsysteem wettelijk voorgeschreven. In de sectoren wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart zijn bedrijven verplicht een veiligheidsadviseur te hebben. Uit de wettelijke vereisten volgt dus dat elk bedrijf een zorgsysteem, een veiligheidsadviseur of beide moet hebben.

Veiligheidsadviseur
De Vereniging van Veiligheidsadviseurs (VVA) is een platform voor professionalisering en ondersteuning van de veiligheidsadviseurs. Eind 2006 is het "Onderzoek naar het functioneren van de veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen" opgeleverd, met een aantal aanbevelingen. In een vervolgonderzoek wordt bekeken hoe de rol van de VVA versterkt kan worden. In samenwerking met het bedrijfsleven wordt bezien welk vervolg de andere aanbevelingen van het rapport krijgen.

Zorgsysteem
In juli 2007 is het onderzoek "Veiligheidszorg bij vervoerders van gevaarlijke stoffen over de weg en in de binnenvaart" opgeleverd. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat veiligheidszorg bij de binnenvaart en in delen van het wegtransport op grote schaal wordt toegepast. Vooral bedrijven die gevaarlijke stoffen in bulk behandelen of vervoeren, beschikken over zorgsystemen die ertoe bijdragen om veiligheid te integreren in het bedrijfsproces. Bij het vervoer van verpakte stoffen (inclusief containervervoer) kan het stimuleren van het toepassen van zorgsystemen nog effect sorteren. Het ministerie van V&W zal deze optie verder verkennen.

In oktober 2007 heeft de Vereniging van de Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) een discussiebijeenkomst georganiseerd, waarbij de voordelen van een samenhangend zorgsysteem in beeld zijn gebracht. De leden van de VNPI beschouwen zichzelf als marktleiders op het gebied van het vervoer van gevaarlijke stoffen. In deze bijeenkomst stelden de deelnemers dat de gemeenschappelijke zorg die de leden en de vereniging besteden aan het vervoer van gevaarlijke stoffen ook inhoudt dat zij kennis delen binnen de branche en met infrastructuurbeheerders. Eén van de uitkomsten van de bijeenkomst is dat de VNPI heeft aangeboden om zijn kennis over zorgsystemen te delen met de sector wegtransport.


---

VenW/DGTL-2008/301

In 2007 is in opdracht van het ministerie van V&W onderzocht, of het toepassen van een zorgsysteem door vervoerders van gevaarlijke stoffen kan worden gestimuleerd via een reductie van de verzekeringspremie. Het rapport wordt begin 2008 opgeleverd. Uit het onderzoek blijkt dat de premiehoogte hiervoor geen adequaat instrument is. Het is voor verzekeraars en bedrijven wel interessant om middels een gerichte voorlichting aan wegtransporteurs op mogelijkheden tot verlaging van de integrale schadelast te wijzen.

Incidentmanagement en -registratie
Binnen dit thema van spoor 2 krijgen drie afzonderlijke onderwerpen de aandacht: incidentmanagement, meld- en volgsystemen (MVS) en incidentregistratie.

Incidentmanagement
In de gespreksronde met alle betrokken partijen kwam de wens tot betere samenwerking naar boven. Dit geldt voor zowel de incidentafhandeling, als de wijze waarop organisaties zich inspannen om incidenten te voorkomen of in omvang te beperken. Bedrijven en hulpdiensten hebben binnen hun eigen organisatie deskundigheid, en hebben ieder hun eigen aanpak om deze deskundigheid effectief in te zetten bij de incidentbestrijding. De mate van samenwerking en kennisuitwisseling tussen bedrijven en hulpdiensten is echter per regio verschillend. In de hulpverleningsregio's waarin zich de chemische complexen bevinden, zijn doorgaans goede afspraken gemaakt. In de andere hulpverleningsregio's is winst te behalen door meer gebruik te maken van de deskundigheid van het bedrijfsleven. In november 2007 is daarom de werkgroep Incidentmanagement ingesteld, waarin hulpverlening, bedrijfsleven en overheden zitting hebben. Deze werkgroep gaat onderzoeken hoe door betere samenwerking de bestrijding van incidenten sneller en effectiever plaats kan vinden. Concreet willen partijen bijvoorbeeld, meer dan nu, gezamenlijk incidentscenario's opstellen en oefenen.

De spoorsector en de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding hebben de afgelopen jaren veel gedaan aan een goede operationele voorbereiding op incidenten. Voor alle veiligheidsregio's is of wordt momenteel een regionaal TreinIncidentManagementplan opgesteld. Hierbij is met name aandacht gegeven aan de opstelling van een goed rampenbestrijdingsplan.

Meld- en volgsystemen
Bij incidentbestrijding speelt de directe beschikbaarheid van ladinggegevens voor hulpverleners een grote rol.

Vervoerders in de binnenvaartsector gebruiken hiervoor een meld- en volgsysteem. Bij een incident kunnen de hulpdiensten gegevens uit dat systeem opvragen. ProRail beschikt over de ladinginformatie van spoortransporten en de actuele locatie. Het systeem wordt verder ontwikkeld tot een meldsysteem van gevaarlijke stoffen, waarbij de nauwkeurigheid en snelheid worden vergroot. In geval van een spoorincident verschaft ProRail deze informatie direct aan de hulpverlenende instanties. Sinds kort kan dit ook elektronisch.

---

VenW/DGTL-2008/301

Voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen wordt onderzocht, hoe de ladinginformatie sneller ter beschikking gesteld kan worden aan hulpdiensten. In 2007 is een onderzoeksrapportage verschenen over de haalbaarheid van de invoering van een meld- en volgsysteem. In oktober 2007 heeft een workshop plaatsgevonden naar aanleiding van dat onderzoek. Op basis hiervan lijkt koppeling van bestaande systemen de voorkeur te hebben boven het ontwikkelen van een nieuw meld- en volgsysteem. Door de koppeling kan de veiligheid toenemen zonder dat dit een forse investeringen van bedrijfsleven en overheid vergt.

Incidentregistratie
Het belang van een goede incidentregistratie en het delen van kennis op dit gebied is evident. Mogelijke oorzaken en de voorbereiding op incidenten kunnen dan beter worden aangepakt. In de NVGS is geconstateerd dat er bij het vervoerend bedrijfsleven weinig animo is om deel te nemen aan een vrijwillig incidentregistratiesysteem. Uit onderzoek is gebleken dat dit onder meer komt door de geringe respons op eerder verstrekte gegevens, onduidelijkheid over wat waar gemeld moet worden en onzekerheid over sancties. De werkgroep Incidentregistratie werkt mogelijkheden uit om het proces van melding en respons te verbeteren.

Infrastructuur
In de NVGS is de actie opgenomen voor infrastructuurbeheerders en medeoverheden om in hun beheerplannen en in het planningsproces van de ruimtelijke ordening rekening te houden met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Zo is bijvoorbeeld in mijn eerder genoemde brief van 3 december 2007 een aantal maatregelen vermeld die het goederenvervoer over het spoor structureel veiliger maken.

Overleg tussen lagere overheden, bedrijven, hulpverlening, ProRail en Railion (de zogeheten Urmond-groep) heeft in de afgelopen jaren geleid tot wederzijds begrip en inzicht in beschikbare maatregelen op en rond het spoor. Begin 2008 zal de Urmond- groep het rapport "Verhoging van intrinsieke veiligheid langs spoorassen" opleveren. Alle deelnemende partijen hebben afgesproken dat dit voor hen de leidraad is voor permanente verbetering in de praktijk.

Communicatie
Het vervoer van gevaarlijke stoffen brengt risico's met zich mee. Communicatie tussen de samenleving en de overheid kan het draagvlak voor beslissingen en het bewustzijn over de eigen verantwoordelijkheid vergroten.
In de NVGS wordt het onderwerp `communicatie' toegespitst op communicatie over risico's en het bewustzijn van de burger. Met name door het Rijk, medeoverheden en het verladend bedrijfsleven wordt het nodige gedaan aan voorlichting op dit gebied.

Tijdens de gesprekronde van 2007 is naar voren gekomen dat bedrijven en overheden elkaar en de burger beter willen informeren over wie zij zijn en wat zij doen om veilig vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk te maken. Het ministerie van V&W zal hieraan
---

VenW/DGTL-2008/301

een bijdrage leveren door meer informatie op of via zijn internetsite te ontsluiten. Zo zal hierop informatie over de voortgang van de Gezamenlijke Uitvoeringsagenda voor spoor 2 worden vermeld.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Er lopen veel initiatieven binnen de kaders van de NVGS, waarin partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Nederland heeft een goede veiligheidstraditie op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen en dat moet ook zo blijven.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings


---