'Van spreekrecht naar luisterplicht'
22 februari 2008
Dames en heren,
Ik maak hier graag gebruik van mijn spreekrecht om namens het OM iets
te vertellen over onze ervaringen met het spreekrecht voor
slachtoffers in het strafproces. Sterker nog, ik zie dat zelfs als een
spreekplicht. Want voor het OM wordt slachtofferzorg en alles wat
ermee samenhangt, van bijzaak steeds meer hoofdzaak. En dat wil ik ook
graag persoonlijk uitdragen.
Als voorbereiding op mijn verhaal heb ik mijn oor te luisteren gelegd
bij onze mensen in het land. Want we zouden het vandaag toch hebben
over de praktijk? Daarmee heb ik als procureur-generaal niet meer
rechtstreeks te maken. Met beleid des te meer.
Het was voor mij heel interessant om de ervaringen van onze officieren
van justitie en anderen te horen. Ik wil u laten delen in een paar
daarvan. Om daarna â het is niet anders â toch weer uit te komen op
wat dat voor ons beleid op het gebied van slachtofferzorg betekent.
Herinnert u zich bijvoorbeeld de Arnhemse zaak waarbij een 19-jarig
meisje in haar woning werd overvallen, met brandspiritus overgoten en
in brand gestoken? Ze woonde net samen en haar vriend bleek ruzie te
hebben met de dader. De politie â gealarmeerd wegens brand â trof het
meisje aan in de hal. Dagen later overleed zij aan de gevolgen. De
dader is afgelopen oktober veroordeeld tot twintig jaar gevangenis. De
broer van Melissa - het slachtoffer - maakte voor de rechtbank gebruik
van zijn spreekrecht. Ik kan u vertellen dat het muis en muis stil
was.
Een ander recent voorbeeld: de brute roofoverval op het Rotterdamse
café âInn & Outâ. Daarbij vielen maar liefst vier doden. Nabestaanden
en slachtoffers wilden graag spreken en daarbij ook de verdachten
aankijken. Zij kregen toen toestemming om naast de officier van
justitie plaats te nemen. Daarmee zaten zij bijna en figuurlijk op de
stoel van de aanklager.
Dit waren twee voorbeelden van de behoefte van de slachtoffers om zich
te laten horen ten behoeve van de verwerking van het misdrijf.
Dat spreekrecht ook verzoenend kan werken , blijkt uit het volgende
voorbeeld, een verkeersongeval. Bij de rechtbank Zwolle-Lelystad
diende een zaak tegen een automobilist die over de vluchtstrook had
gereden en daarbij een wegwerker ernstig had verwond. De dader
beweerde een lichte attack te hebben gehad, maar dat viel niet aan te
tonen. Wel had hij in de periode na het ongeval twee zware
hartaanvallen gekregen. Het slachtoffer maakte op de zitting gebruik
van het spreekrecht. Uiteindelijk verlieten slachtoffer en verdachte
gezamenlijk de rechtszaal en steunden elkaar in de verwerking.
Zo maar drie praktijkvoorbeelden. Wat vertellen deze gevallen en de
andere die ik hoorde mij? Twee dingen. Eén: al na drie jaar is het
spreekrecht niet meer weg te denken uit het strafproces.
Toen ik zelf nog officier van justitie was (eind jaren tachtig),
kwamen slachtoffers slechts bij toeval in het blikveld van het OM. Ik
herinner mij een Rotterdamse winkelier die boos was op sneeuwballende
jeugd en dat met een honkbalknuppel duidelijk maakte. Eén slachtoffer
liep â naar het zich aanvankelijk liet aanzien â licht hoofdletsel op.
Veel later sprak ik toevallig de behandelend neuroloog. Die vertelde
dat deze jongen inmiddels problemen had met zijn agressieregulatie als
gevolg van het opgelopen hersenletsel. Doordat ik dit tegen de
zaaksofficier zei, kon dit worden meegenomen in het dossier.
Dat is nu wel anders. Dankzij het spreekrecht heeft het slachtoffer
een stem gekregen in het strafproces. Het tweede aspect dat ik uit de
praktijkvoorbeelden destilleer: het is een goede zaak geweest om het
spreekrecht in te voeren. Laat ik op beide aspecten wat uitgebreider
op in gaan.
Allereerst, de snelle inburgering van het spreekrecht in het
strafproces. Toen de Wet Spreekrecht in 2005 in werking trad, had het
OM best wat bedenkingen. Is dat nou écht nodig, was grosso modo onze
reactie. Immers, ook daarvóór konden slachtoffers al verzoeken om
hun vordering benadeelde partij mondeling toe te lichten. In de
praktijk stonden rechters dan vaak toe dat slachtoffers iets mochten
zeggen. Maar dat was dus op uitnodiging van de rechter. Een recht is
natuurlijk iets anders dan een gunst. In die zin versterkte de Wet
Spreekrecht de positie van het slachtoffer.
We waren ook niet zo voor uit angst voor ellenlange zittingen en te
emotionele toestanden die niemand meer in de hand zou hebben. Iets
anders was dat het OM vreesde dat slachtoffers wel eens door de
advocaat van de verdachte als getuige gehoord konden gaan worden. Dat
zou én een emotionele belasting zijn voor het slachtoffer én het
requisitoir van de officier kunnen doorkruisen. Mede daarom bepaalde
de wetgever dat slachtoffer en nabestaanden zich in het spreekrecht
moesten beperken tot de persoonlijke gevolgen van het misdrijf en niet
in de bewijsvoering mochten treden. Deze beperking lijkt in de
praktijk goed te werken.
Dat het in de praktijk goed werkt en niet uit de hand loopt, is vooral
te danken aan de goede begeleiding van Slachtofferhulp Nederland dat
slachtoffers uitgebreid voorbereidt op de zitting.
Voor de goede orde: de meeste tijd van Slachtofferhulp Nederland gaat
- zoals u weet - niet zitten in de begeleiding ter zitting. Maar in
het opstellen van de schriftelijke slachtofferverklaring. Feitelijk
legt maar een fractie van de slachtoffers en nabestaanden een
mondelinge verklaring af in de rechtszaal. Dan gaat het vaak om zware
delicten, zoals moord, doodslag, zedenzaken en dodelijke ongevallen.
De meeste slachtoffers maken gebruik van een schriftelijke
slachtofferverklaring, een mogelijkheid die de Wet Spreekrecht ook
biedt. Daarnaast komt nog een mengvorm voor waarbij het slachtoffer in
de rechtszaal zijn schriftelijke verklaring voorleest.
Niet alleen de formele positie van het slachtoffer is van belang.
Minstens zo belangrijk is dat het OM vanuit de eigen taakopvatting is
gaan nadenken over hoe het slachtoffers kan ondersteunen. Zo is binnen
het OM het aanbieden van een slachtoffergesprek niet meer
vrijblijvend. Ook worden officieren van justitie tegenwoordig getraind
om in hun requisitoir bewust aandacht te besteden aan de gevolgen voor
het slachtoffer en voor diens familie. Dat gebeurt via een speciaal
daarvoor ontwikkeld rollenspel.
Behalve ingeburgerd is het spreekrecht ook een goede zaak. Een van de
voorbeelden liet al zien dat spreekrecht belangrijk kàn zijn voor de
verwerking. Slachtoffers die het kunnen opbrengen om in de rechtszaal
het woord te voeren, zijn daar na afloop vaak tevreden over. Ze hebben
het heft weer in eigen hand genomen en voelen zich daardoor minder
slachtoffer.
Aan de andere kant schuilt in zoân optreden ook een risico voor de
slachtoffers. Een ontkennende verdachte of een dreigende houding van
diens familie kunnen een zware wissel trekken op het slachtoffer en
zelfs een secundair trauma veroorzaken. Slachtofferhulp Nederland
wijst nadrukkelijk op deze mogelijke en ongewenste bijwerkingen van
een optreden in de rechtszaal. De meeste slachtoffers kiezen dan voor
de schriftelijke slachtofferverklaring wat ook kan helpen bij de
verwerking. Ik doel dan op het bekende âvan je af schrijvenâ.
Niet alleen voor het slachtoffer, ook voor het strafproces vormen het
spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring een verrijking.
Het strafrecht werkt zó dat niet alleen de misdaad, maar ook de
gevolgen gewogen worden. Het verschil tussen mishandeling en zware
mishandeling ligt niet het toegepaste geweld maar in het veroorzaakte
letsel. Spreekrecht en slachtofferverklaring helpen de officier van
justitie en de rechter om die gevolgen voor slachtoffer en
nabestaanden scherp op het netvlies te krijgen.
Het spreekrecht is ook een goede zaak voor de officier van justitie.
Voorheen wilde die wel eens van de rechter het verwijt krijgen de
gevolgen voor het slachtoffer te zwaar aan te zetten. Alsof we in
Nederland juryrechtspraak zouden hebben. Met het spreekrecht en de
schriftelijke slachtofferverklaring hebben de consequenties voor het
slachtoffer een duidelijke en formele positie gekregen in het
strafproces.
Tot zover het goede nieuws. Maar er blijft natuurlijk altijd iets te
wensen over. Bijvoorbeeld wat meer begeleiding van slachtoffers die er
tóch voor kiezen om op zitting te verschijnen.
Natuurlijk, het merendeel van de slachtoffers heeft voldoende aan de
schriftelijke slachtofferverklaring. Deze mensen worden â voorafgaand
aan de zitting - gehoord door de medewerkers van Slachtofferhulp
Nederland. Hun verklaring komt op een goede en zorgvuldige manier op
papier. Slachtofferhulp Nederland verricht hierbij prima werk dat ook
op het OM en de rechtsprekende macht afstraalt.
Maar voor die enkeling die op zitting wil getuigen, is stevige
begeleiding noodzakelijk. Slachtofferhulp Nederland is erg gericht op
het opstellen van de schriftelijke slachtofferverklaring. Dat doet de
organisatie goed en professioneel. Maar ik vang uit het land wel eens
geluiden op dat voorbij dat punt slachtoffers soms op eigen kracht
verder moeten âzwemmenâ. Voor dit punt wil ik graag uw aandacht
vragen. Het OM zou blij zijn als Slachtofferhulp Nederland zijn goede
werken in deze richting zou willen uitbreiden.
Een ander verbeterpunt is de aandacht die de slachtofferverklaring
tijdens de zitting krijgt. Ik hoor soms verhalen over officieren en
rechters die een blik werpen op de slachtofferverklaring, er wat uit
citeren en vervolgens snel terugkeren naar de vertrouwde juridische
werkelijkheid. Natuurlijk gaat het bij schriftelijke
slachtofferverklaringen per definitie om emotionele getuigenissen en
hebben die niet altijd directe juridische relevantie. Maar juist in
hun emotionaliteit schetsen zij de impact van het misdrijf. En dat is
wel degelijk juridisch relevant. Vrouwe Justitia mag dan wel
geblinddoekt zijn, ze behoort zich niet doof te houden. Bij een
spreekrecht hoort ook een luisterplicht.
Bij zoân luisterplicht heeft het OM een belangrijk rol te vervullen
als achtervang. In eerste instantie is het aan de rechter om op
zitting de stukken uit het dossier te lichten die hij of zij relevant
vindt. Hopelijk zit de schriftelijke slachtofferverklaring daar
tussen. Maar als de rechter daar niet of onvoldoende uit citeert,
behoort de officier van justitie dat in het requisitoir goed te maken.
Een laatste en heel concreet verbeterpunt is de registratie van het
aantal keren dat slachtoffers gebruik maken van hun spreekrecht,
hetzij via de schriftelijke slachtofferverklaring, hetzij tijdens de
zitting. Dat is, dunkt mij, een taak voor de rechtsprekende macht.
Meten is weten. Zonder cijfers is het lastig sturen.
Het wordt zo langzamerhand hoog tijd om de hand in eigen boezem te
steken. Welke voornemens heeft het OM om het slachtoffer een
centralere plaats te geven binnen het strafproces?
Een speciale OM-commissie is druk bezig met het opstellen van een
beleidsplan slachtofferzorg. Het beleidsplan moet leiden tot een
eenduidiger werkwijze binnen het OM en tot een nieuwe Aanwijzing
slachtofferzorg in de eerste helft van 2008. Daarin houden we
uiteraard rekening met de Wet versterking positie slachtoffer die naar
verwachting in 2009 van kracht wordt.
In concreto gaat het OM vooral inzetten op twee zaken: onderscheid
tussen standaard- en maatwerkzaken in de slachtofferzorg en verdere
verbetering van het 1-loket-model.
Om maatwerk te kunnen leveren willen we op basis van duidelijke
criteria onderscheid maken tussen de slachtoffers van veel voorkomende
delicten en die van zware delicten. Alle slachtoffers hebben baat bij
goede, begrijpelijke en tijdige informatieverstrekking. Maar bij
slachtoffers en nabestaanden in zeer ernstige strafzaken is een
persoonlijker benadering op zijn plaats. Het onderscheid tussen veel
voorkomende zaken en zware zaken is overigens geen wet van Meden en
Perzen. Achter sommige veel voorkomende delicten kan ook grote tragiek
schuilgaan, bijvoorbeeld wanneer het slachtoffer een kind is. Ook dan
kan het OM kiezen voor de persoonlijke benadering.
Afgelopen jaar hebben verschillende arrondissementen proeven gedaan
met één loket voor slachtofferzorg. In de meeste gevallen gaat het
om een samenwerkingsverband van OM en politie. De ervaringen zijn
goed. Een voorbeeld is het Slachtoffer Informatie Punt Den Haag waar
toevallig Slachtofferhulp Nederland ook bij betrokken is. In 2007
meldden zich ongeveer 20.000 slachtoffers bij dit centrale loket, een
stijging van meer dan 50 procent ten opzichte van 2006. Het OM gaat
zich inspannen om het centrale loket voor slachtoffers in alle
arrondissementen ingevoerd te krijgen.
Dames en heren,
Slachtoffers hebben via het spreekrecht een duidelijke plaats
verworven in ons strafproces. Dat is een goede zaak. Voor de
traumaverwerking van het slachtoffer. Voor het juridische proces omdat
een papieren dossier een stem of een gezicht krijgt. En voor de
rechtsstaat in het algemeen. Want kijkend naar de gemiddelde ervaring
van slachtoffers houden ze een goed gevoel over aan hun spreekrecht.
Het is daarom óók een goede zaak om gezamenlijk te onderzoeken hoe
we de positie van het slachtoffer nog verder kunnen versterken. Ik zie
uit naar de paneldiscussie daarover.
Openbaar Ministerie