Technische Universiteit Eindhoven

Nano-sandwich van magnetische lagen kan nog veel kleiner

Geplaatst: 22 februari, 2008

MRAM-geheugenelementen kunnen nog minstens een factor tien kleiner worden gemaakt. Dat laat ir. Corine Fabrie zien met haar promotieonderzoek aan de TU/e. Hiermee is een snel, betrouwbaar en zuinig computergeheugen weer een stap dichterbij gekomen. Fabrie promoveert op 26 februari.

Een MRAM-unit, gemaakt door het bedrijf Freescale Semiconductor

Het grote voordeel van MRAM (Magnetic Random Access Memory) boven gewoon, elektrisch RAM-geheugen is dat het permanent is en daardoor geen opstarttijd vergt. Ook gebruikt het minder stroom. In 2006 kwam voor het eerst op de markt. De elementen waaruit het geheugen is opgebouwd, waren toen 1 bij 1,25 micrometer groot. Promovenda Corine Fabrie slaagde erin elementen van slechts 50 nanometer kan maken; zon twintig keer kleiner. Hiermee wordt MRAM met een grotere geheugeninhoud mogelijk en komt het gebruik in computers dichterbij.

De basis van MRAM-geheugen is een opmerkelijk natuurkundig effect, dat zich voordoet als een niet-magnetisch materiaal gesandwicht wordt tussen twee dunne magnetische lagen. Afhankelijk van de magnetisatierichtingen in de buitenste lagen is de elektrische weerstand van de tussenlaag hoog of laag. Zijn de magnetisaties gelijk gericht, dan is de weerstand laag en loopt er een grote stroom. Staan ze echter tegen elkaar in gericht, dan is de weerstand hoog. In 2007 kregen de ontdekkers van dit effect de Nobelprijs voor natuurkunde.

Deze sandwich van materialen vormt de basis voor een geheugencel. Daarbij staat een klein stroompje voor een 1, terwijl bij een 0 een grote stroom loopt, legt Fabrie uit. MRAM bestaat uit een raster van miljarden van dit soort parallel geschakelde cellen. Om MRAM-geheugen echter succesvol in computers te kunnen toepassen, moeten de elementjes kleiner dan 100 nanometer vervaardigd kunnen worden. Fabrie bereikte dit door onder meer gebruik te maken van elektronenbundel-lithografie en speciale etstechnieken.

Het werk van de TU/e-promovenda werd gefinancierd door NanoNed, het onderzoeksprogramma voor nanotechnologie van het ministerie van Economische Zaken. Hierdoor kon ze niet alleen de cleanroom in Eindhoven gebruiken, maar ook de cleanrooms van de TUs in Twente en Delft. Fabrie: Ik had dit werk nooit op slechts één technische universiteit kunnen doen.
Disclaimer
Print deze paginaOver de site