Technische Universiteit Delft

Elektronengeïnduceerde depositie
door M&C

Promotie van De heer Ir. W.F. van Dorp: "Sub-10 nm focused electron beam induced deposition"

22 februari 2008 | 12:30 uur
plaats:

De heer Ir. W.F. van Dorp | materiaalkundig ingenieur, Nederland promotor | Prof.dr.ir. P. Kruit (TNW)

Bij elektronengeïnduceerde depositie (EBID) worden precursormoleculen die op een oppervlak zijn geadsorbeerd, ontleed onder invloed van een gefocuseerde elektronenbundel. De niet-vluchtige delen hechten aan het substraat en vormen het deposiet. De vluchtige delen worden weggepompt door het vacuumsysteem.

In het project dat aan het hier beschreven werk voorafging, werd onderzocht wat er voor nodig was om met EBID kleiner te kunnen schrijven dan 10-15 nm (de toen-malige grens). Een strategie werd gevonden en gedemonstreerd met het schrijven van 2 nm brede contaminatielijnen. Het hier beschreven werk heeft als doel het bereiken van de volgende grens
gebruikmakend van een organometallische precursor.

Allereerst is de literatuur van de afgelopen 70 jaar kritisch bekeken. Deze studie wijst uit dat de fysische processen die bij EBID een rol spelen, over het algemeen goed zijn begrepen. Met modellen voor verstrooiing van elektronen in een vaste stof en elektronengeïnduceerde opwarming en kennis van groeiregimes kunnen de meeste resultaten verklaard worden. Het overzicht brengt ook onduidelijkheden naar voren. Dat de doorsnedes voor verstrooiing van elektronen in vaste stof en voor het ontleden van precursormoleculen niet goed bekend zijn, bemoeilijkt de interpretatie van resultaten van experimenten waar de energie van de elektronen gevarieerd is. Dit vindt zijn oorzaak in het beperkte begrip van de manier waarop elektronen precursor-moleculen ontleden. Dit mechanisme is (o.a.) bepalend voor de zuiverheid van het deposiet en meer begrip is nodig om de voordelen van EBID ten volste te benutten.

Het groeigedrag in het sub-10 nm regime is bestudeerd door lijnen en arrays van puntjes te schrijven met W(CO)6. De kleinste gemiddelde waarden die gevonden zijn voor de breedte bij halve hoogte, zijn 1.9 nm voor lijnen en 0.72 nm voor puntjes. Dit zijn wereldrecords en voor het eerst is aangetoond dat groei op deze schaal bepaald wordt door willekeurige processen. De deposieten bevatten zo weinig moleculen, dat de telstatistiek zichtbaar wordt. Het gevolg is dat, ondanks identieke omstandigheden, de deposieten niet identiek zijn. De neergelegde massa varieert van puntje tot puntje en nucleatie gebeurt niet precies op de belichte plek, maar willekeurig daar omheen. Het gevolg is dat puntjes in het begin van het groeiproces asymmetrisch zijn.

Het volgen van het annular dark field signaal tijdens de groei biedt meer inzicht in het groeiproces. Het blijkt dat de groeisnelheid tijdens het schrijven niet constant is. Het groeiproces kan met deze methode ook worden beheerst, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de groei beïnvloed wordt door de nabijheid van andere deposieten.

De hoeveelheid neergelegd materiaal is gekwantificeerd met metingen met een atomaire krachtmicroscoop. De verdelingen van het neergelegde volume als functie van de schrijftijd lijken sterk op Poissonverdelingen. Dat impliceert dat de puntjes bestaan uit een discreet aantal eenheden. Door Poissonverdelingen met de volumeverdelingen te vergelijken, is bepaald dat het volume van zo'n eenheid 0.4 nm3 is. Dit is bijna net zo klein als een enkel W(CO)6 molecuul in de vaste fase.

Het hier beschreven werk opent een geheel nieuw gebied voor patronen van 20 tot minder dan 1 nm en brengt de ultieme resolutie van enkele moleculen binnen bereik.