Besluit inzake armoedebestrijding en sociale uitsluiting (2010)
Voorstel: Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de
Raad inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en
sociale uitsluiting (2010)Datum Commissiedocument: 12 december 2007Nr.
Commissiedocument: COM(2007) 797 finalPre-lex:
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/en/com/2007/com2007_0797en01.
pdf Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
SEC/2007/1662 final (http://ec.europa.eu/governance/impact/practice)
Behandelingstraject Raad: Het voorstel zal in de werkgroep Sociale
Vraagstukken behandeld worden. Naar verwachting zal de Raad
Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
de mededeling op 9/10 juni 2008 bespreken.Eerstverantwoordelijk
ministerie: SZWRechtsbasis: EG-Verdrag artikel 137 lid
2Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: gekwalificeerde
meerderheid en co-decisieprocedure (artikel 251 EG)Comitologie: ja, er
wordt een comitologie-comité ingesteld. Zie artikel 7 van het
voorstel. Rechtsbasis artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EC met
inachtneming van artikel 8 van dat besluit (raadplegingsprocedure).
* Essentie voorstel
* Proportionaliteit en subsidiariteit
* Nederlandse positie
* Consequenties
* Nederlandse positie
Essentie voorstel
De Europese Commissie doet het voorstel om het jaar 2010 uit te roepen
tot het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting. De thema's daarbij zijn kinderarmoede en `overerving' van
armoede van generatie op generatie; een op integratie gerichte
arbeidsmarkt; achterstand in het onderwijs en bij scholing; toegang
tot basisvoorzieningen, zoals behoorlijke huisvesting; discriminatie
en de bevordering van de inburgering van immigranten en de integratie
van etnische minderheden in de samenleving en op de arbeidsmarkt; de
behoeften van mensen met een handicap en andere kwetsbare groepen.
Voorstel voor besluit is gebaseerd op artikel 137 lid 2 EG-Verdrag.
Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel: positief
Op nationaal niveau is iedere lidstaat verantwoordelijk voor de
coördinatie en uitvoering van activiteiten op nationaal, regionaal en
lokaal niveau. Elke lidstaat dient bij de Commissie een nationaal
programma voor de uitvoering van het Europees Jaar in.
Nederland staat positief tegenover deelname aan het Europees jaar van
bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Het Europees Jaar
biedt mogelijkheden om het Europees sociaal beleid dichter bij de
Nederlandse burger te brengen. De thema's van het Jaar sluiten aan bij
de nationale doelstellingen ten aanzien van armoedebestrijding.
a) Inhoud voorstel:
In de Europese Unie lopen momenteel 78 miljoen mensen het gevaar om
tot armoede te vervallen. De bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting is een van de hoofddoelstellingen van de EU en haar
lidstaten. De open coördinatiemethode voor sociale bescherming en
sociale integratie is een belangrijk hulpmiddel waarmee de politieke
verbintenis kracht wordt bij gezet. Ook wordt met de methode en het
vermogen van de EU versterkt om de lidstaten bij hun streven naar een
grotere sociale cohesie in Europa te ondersteunen.
De Europese Commissie stelt voor om 2010 uit te roepen tot het
Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
De volgende thema's staan daarbij centraal:
a) kinderarmoede en `overerving' van armoede van generatie op
generatie;
b) een op integratie gerichte arbeidsmarkt;
c) achterstand in het onderwijs en bij scholing;
d) toegang tot basisvoorzieningen, zoals behoorlijke huisvesting;
e) discriminatie en de bevordering van de inburgering van immigranten
en de integratie van etnische minderheden in de samenleving en op de
arbeidsmarkt;
f) de behoeften van mensen met een handicap en andere kwetsbare
groepen.
Het Europees jaar kan duidelijk maken dat armoede een ontwrichtende
uitwerking heeft op de sociale en economische ontwikkeling met
ingrijpende gevolgen voor (de participatie van) individuele personen,
de samenleving als geheel en de economie.
Het Europees Jaar richt zich op de burgers van de EU en alle publieke,
sociale en economische betrokkenen. De vier specifieke doelstellingen
ervan zijn:
o erkenning: erkenning van het recht van mensen die zich in een
situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig
leven een volwaardige rol in de samenleving;
o verantwoordelijkheid: een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor beleid op het gebied van de sociale integratie, met het accent op
ieders verantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en
marginalisering;
o cohesie: door een betere publieke voorlichting het bevorderen van
een op grotere cohesie gerichte samenleving, waarin geen twijfel
bestaat dat iedereen profijt heeft bij de uitbanning van de armoede;
o inzet: herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU
voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren
van deze inzet op alle bestuursniveaus.
b) Impact-assessment Commissie:
Doelstelling van het Jaar is bewustmaking van de omvang van armoede en
om te laten zien dat er oplossingen bestaan en om op te roepen tot
nieuwe initiatieven.
De Commissie heeft ervoor gekozen om het Europees Jaar een door de
Commissie gecoördineerd en centraal beheerd Europees Jaar tezamen met
gedecentraliseerd Europees Jaar te laten zijn. Hiermee zal een beter
effect, zoals politieke inzet op alle niveaus en een doeltreffende
ondersteuning van de open coö rdinatiemethode, worden gewaarborgd. Het
is de meest efficiënte aanpak.
Proportionaliteit en subsidiariteit
a) Bevoegdheid: voorstel voor besluit: EG-Verdrag artikel 137 lid 2.
Voor de doelstelling van het voorstel voor het Europees Jaar bestaat
een specifieke bevoegdheidstoekenning in het EG-Verdrag art 137. Het
voorgenomen optreden behoort niet tot de exclusieve bevoegdheid van de
EU, de lidstaten kunnen zelf maatregelen nemen om armoede en sociale
exclusie te bestrijden.
b) Functionele toets
o Subsidiariteit: positief. Om de doelstellingen van het voorstel te
kunnen verwezenlijken wordt voorgesteld om maatregelen op zowel
communautair als nationaal niveau uit te voeren. Het voorstel behelst
transnationale aspecten die door optreden van de lidstaten
afzonderlijk niet bevredigend kunnen worden geregeld. Het uitvoeren
van een gedeelte van de voorgestelde maatregelen op communautair
niveau (o.m. voorlichtingscampagnes, logo en slogan, onderzoek
Eurobarometer, conferenties) zal voordelen opleveren ten opzichte van
uitsluitend nationaal optreden. Het voorstel gaat ervan uit dat deze
maatregelen, omdat zij zijn gericht op het vervullen van de behoefte
aan onder meer multilaterale partnerschappen, transnationale
informatie-uitwisseling en de verspreiding van goede werkwijzen in de
hele EU, het beste op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt.
o Proportionaliteit: positief. De geplande activiteiten betreffen het
verstrekken en het uitwisselen van informatie en optimale werkwijzen.
In het voorstel voor het Europees Jaar wordt er de nadruk op gelegd de
verschillende nationale omstandigheden in de lidstaten te respecteren,
zowel met het oog op de mogelijkheid om in het Europees Jaar aan te
sluiten bij nationaal beleid als om de goede werkwijzen in bepaalde
lidstaten niet te belemmeren. Het voorstel gaat niet verder dan nodig
is om de hierboven genoemde doelstellingen te verwezenlijken.
Daarnaast wordt een deel van de voorgestelde activiteiten
gedecentraliseerd naar het nationale niveau. Hierdoor krijgen de
lidstaten de ruimte om aan te sluiten bij de nationale situatie. De
lidstaten behouden de vrijheid om een eigen invulling te geven aan het
Europees Jaar. In Nederland is het wellicht mogelijk om voor het
nationale coördinatieorgaan aan te sluiten bij reeds bestaande
organen.
c) Nederlands oordeel: positief
.
Nederlandse positie
a) Inhoud voorstel:
In de Europese Unie lopen momenteel 78 miljoen mensen het gevaar om
tot armoede te vervallen. De bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting is een van de hoofddoelstellingen van de EU en haar
lidstaten. De open coördinatiemethode voor sociale bescherming en
sociale integratie is een belangrijk hulpmiddel waarmee de politieke
verbintenis kracht wordt bij gezet. Ook wordt met de methode en het
vermogen van de EU versterkt om de lidstaten bij hun streven naar een
grotere sociale cohesie in Europa te ondersteunen.
De Europese Commissie stelt voor om 2010 uit te roepen tot het
Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
De volgende thema's staan daarbij centraal:
a) kinderarmoede en `overerving' van armoede van generatie op
generatie;
b) een op integratie gerichte arbeidsmarkt;
c) achterstand in het onderwijs en bij scholing;
d) toegang tot basisvoorzieningen, zoals behoorlijke huisvesting;
e) discriminatie en de bevordering van de inburgering van immigranten
en de integratie van etnische minderheden in de samenleving en op de
arbeidsmarkt;
f) de behoeften van mensen met een handicap en andere kwetsbare
groepen.
Het Europees jaar kan duidelijk maken dat armoede een ontwrichtende
uitwerking heeft op de sociale en economische ontwikkeling met
ingrijpende gevolgen voor (de participatie van) individuele personen,
de samenleving als geheel en de economie.
Het Europees Jaar richt zich op de burgers van de EU en alle publieke,
sociale en economische betrokkenen. De vier specifieke doelstellingen
ervan zijn:
o erkenning: erkenning van het recht van mensen die zich in een
situatie van armoede en sociale uitsluiting bevinden, op een waardig
leven een volwaardige rol in de samenleving;
o verantwoordelijkheid: een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor beleid op het gebied van de sociale integratie, met het accent op
ieders v erantwoordelijkheid bij de bestrijding van armoede en
marginalisering;
o cohesie: door een betere publieke voorlichting het bevorderen van
een op grotere cohesie gerichte samenleving, waarin geen twijfel
bestaat dat iedereen profijt heeft bij de uitbanning van de armoede;
o inzet: herbevestiging van de krachtige politieke inzet van de EU
voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en stimuleren
van deze inzet op alle bestuursniveaus.
b) Impact-assessment Commissie:
Doelstelling van het Jaar is bewustmaking van de omvang van armoede en
om te laten zien dat er oplossingen bestaan en om op te roepen tot
nieuwe initiatieven.
De Commissie heeft ervoor gekozen om het Europees Jaar een door de
Commissie gecoördineerd en centraal beheerd Europees Jaar tezamen met
gedecentraliseerd Europees Jaar te laten zijn. Hiermee zal een beter
effect, zoals politieke inzet op alle niveaus en een doeltreffende
ondersteuning van de open coö rdinatiemethode, worden gewaarborgd. Het
is de meest efficiënte aanpak.
Consequenties
Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting: het financiële kader voor de uitvoering
van de in het voorstel bedoelde activiteiten is EUR 17 miljoen voor de
periode 1 januari 2009-31 december 2010. Hiervan is EUR 6,5 miljoen
bestemd voor de periode tot 31 december 2009 (zie artikel 12 van het
voorstel). In het voorstel zijn financië le regelingen vastgesteld
voor de activiteiten die in het kader van het Europees Jaar moeten
worden uitgevoerd. Deze regelingen houden in dat activiteiten op
communautair niveau voor maximaal 80% gesubsidieerd kunnen worden en
activiteiten op plaatselijk, regionaal of nationaal niveau tot
maximaal 50% kunnen worden meegefinancierd. Tot de medegefinancierde
acties kunnen behoren: vergaderingen en evenementen, seminars voor de
uitwisseling van leerervaringen, voorlichtingcampagnes, enquêtes en
studies en de ontwikkeling van experimentele actieplannen ten behoeve
van sociale integratie.
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en /
of decentrale overheden:
Voor een indicatie van de financiële consequenties van het Europees
Jaar 2010 kan worden verwezen naar het Europees Jaar van gelijke
kansen voor iedereen in 2007. Hiervoor had de Europese Commissie
destijds EUR 15 miljoen beschikbaar gesteld (besluit 771/2006/EG van
17 mei 2006). Voor Nederland was er uiteindelijk een bijdrage van EUR
279.000 beschikbaar op basis van 50/50% cofinanciering. Indien het
voorstel budgettaire gevolgen heeft, zal deze worden ingepast op de
begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, in dit geval
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, conform de regels
budgetdiscipline.
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en
burger: nvt
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/
of bedrijfsleven en burger: nvt
Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid: Het voorstel bevat geen verplichting tot het
opstellen of wijzigen van nationale regelgeving.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
nvt
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: nvt
Implicaties voor uitvoering en handhaving
Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen,
zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid: zie handhaafbaarheid
b) Handhaafbaarheid:
Op grond van artikel 5 van het voorstel zullen de deelnemende
lidstaten worden verzocht om een nationaal coördinatieorgaan aan te
wijzen. Aan het laatstgenoemde orgaan zal de Commissie haar
bevoegdheden op het gebied van de uitvoering van de begroting
delegeren. Een belangrijke taak van dit orgaan is het beoordelen en
toekennen van subsidies voor nationale projecten. In Nederland kan
worden gedacht aan het Agentschap SZW, dat al een soortgelijke
ervaring heeft met het uitvoeren van subsidieregelingen in 2007 met
het Jaar van gelijke kansen.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Geen
b) Toelichting implicaties: nvt
Nederlandse positie
Nederland staat positief tegenover het voorstel. Armoede bestrijding
is in eerste instantie nationaal beleid. Betaald werk is bovendien de
meest effectieve en duurzame manier om armoede te bestrijden. Deelname
aan het Europees Jaar van bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting kan een positieve bijdrage leveren aan de
kabinetsdoelstellingen t.a.v. armoedebestrijding. Nederland kan zich
vinden in de overwegingen welke zijn neergelegd in de mededeling en
het voorstel. Voorts biedt het Europees Jaar vanwege de hierna
genoemde redenen een meerwaarde voor Nederland.
Sinds 2006 dienen lidstaten elke 2 jaar een Nationaal Strategisch
Rapport Sociale Bescherming en Insluiting (NSR) bij de Europese
Commissie in. Deze rapportage is het resultaat van de tussen lidstaten
tijdens de Voorjaarsraad van 2005 afgesproken stroomlijning van de
Open Methode van Coördinatie processen voor sociale insluiting en
pensioenen. Het onderwerp gezondheids- en langdurige zorg werd er in
2006 aan toegevoegd.
In 2008 zal er een Nationaal Strategisch Rapport Sociale Bescherming
en Insluiting opgesteld worden en aan de Europese Commissie worden
gestuurd. De thematiek van het Nationaal Strategisch Rapport vormt het
uitgangspunt voor het opstellen van een nationaal actieplan ten
behoeve van het Europees Jaar.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken