Eis 30 maanden celstraf voor doodrijden tasjesdief
21 februari 2008
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag voor de rechtbank in
Amsterdam 30 maanden gevangenisstraf geëist tegen een 46-jarige vrouw
uit Amsterdam. Zij wordt verdacht van doodslag door gevaarlijk
rijgedrag.Op 17 januari 2005 werd de vrouw van haar tas beroofd toen
zij met haar auto stil stond voor het stoplicht. Ze zag twee jongens
op een brommer met haar tas wegrijden en zette de achtervolging in.
Over een afstand van 35 meter reed zij steeds harder achteruit. Zij
stuurde daarna de auto de stoep op en raakte hierbij de brommer
waarbij de 19 jarige el B. bekneld raakte tussen een boom en haar
auto. De 19-jarige man overleed ter plekke aan zijn verwondingen.
Volgens de officier van justitie heeft de vrouw een onaanvaardbaar
risico genomen door hard achteruit te rijden. Ze had kunnen weten dat
de jongen zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen of komen te
overlijden als zij hem met een hoge snelheid zou raken. Die kans heeft
zij bewust genomen. Verdachte heeft ook zelf verklaard dat zij de
brommer "wilde aantikken".
Hoewel de verdachte slachtoffer is van een tasjesroof, is het OM van
mening dat er geen sprake is van een strafuitsluitingsgrond. De
reactie van de vrouw op de diefstal was geen onmiddellijke
noodzakelijke verdediging, want zij liep immers geen risico meer. Ook
staat het toegepaste geweld niet in verhouding tot de diefstal van de
tas. Daarnaast is haar reactie niet te rechtvaardigen door de op zich
begrijpelijke woede, de emotie op het moment onmiddellijk na de
diefstal. Zij heeft de tijd gehad zichzelf te corrigeren door na
enkele meters achteruit te rijden te stoppen.
Een confrontatie met een ongewapende jonge dief mag geen vrijbrief
zijn voor het toepassen van dodelijk geweld. Verdachte is veel te ver
gegaan. Iedereen heeft binnen de Nederlandse strafwet recht op
bescherming van zijn leven.
Het doden van een ander rechtvaardigt een gevangenisstraf.
In de strafeis heeft het OM rekening gehouden met een aantal
verzachtende omstandigheden. De verdachte heeft een blanco strafblad
en was slachtoffer van een diefstal. Haar leven is veranderd door de
stortvloed van reacties en de enorme aandacht voor deze zaak in de
media en samenleving. Tot slot is er rekening gehouden met het
tijdsverloop in deze zaak.
Tijdsverloop
De zaak kon niet eerder dan dinsdag inhoudelijk worden behandeld.
Nadat de vrouw door de rechter-commissaris in vrijheid was gesteld is
een gerechtelijk vooronderzoek (GVO) gestart. Eerst werd een aantal
getuigen gehoord en de verdediging vroeg om een aantal ingewikkelde
technische onderzoeken . Het OM wilde daarnaast een psychologische
rapportage over de vrouw laten maken, waaraan zij in eerste instantie
niet wilde meewerken. Daarna vroeg de verdediging om een reconstructie
van de aanrijding. Die vond plaats in maart 2007. Na sluiting van het
GVO op 12 juli 2007 besliste het OM dat er voldoende grond was voor
vervolging. Op de kennisgeving van verdere vervolging heeft de vrouw
bezwaar aangetekend. Hierdoor moest de inhoudelijke behandeling worden
uitgesteld. In november vorig jaar verklaarde de raadkamer van de
rechtbank het bezwaar ongegrond. Daarna kon pas een zittingsdatum
worden gepland voor de inhoudelijke behandeling.
Openbaar Ministerie