Bijlage 1:
Geannoteerde agenda van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 29 februari 2008

Onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid

Agendapunt: Kernboodschappen ten behoeve van de Voorjaarsraad

Aard van de bespreking: aanname

De Raad zal van gedachten wisselen over de ontwerp kernboodschappen, die door het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het Sociaal Beschermingscomité (SPC) zijn opgesteld. Na accordering worden deze aan de Voorjaarsraad van 13 en 14 maart a.s. aangeboden. De kernboodschappen zijn mede gebaseerd op het jaarlijks Voortgangsrapport, het ontwerp Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag en het Gezamenlijk Verslag Sociale Bescherming en Sociale Insluiting. Ze geven op hoofdlijnen de boodschappen uit deze rapporten weer.

Inhoud
De kernboodschappen benadrukken dat er resultaten worden geboekt op het terrein van werkgelegenheid, maar dat de voortgang niet overal even snel gaat en de doelstellingen nog niet zijn bereikt. In het licht van de uitdagingen op dit terrein en de onzekere economische vooruitzichten is het van belang om hervormingen voort te zetten. Daarmee worden groei en werkgelegenheid bevorderd en wordt sociale cohesie versterkt. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten daarom worden aangepast zodat de nadruk op implementatie ligt. Om de Lissabonstrategie een duidelijker sociaal gezicht te geven moet de samenhang tussen werkgelegenheidsbeleid, economisch beleid en sociaal beleid worden versterkt. Ook moeten de nationale belanghebbenden worden betrokken bij de uitvoering van de strategie.

De kernboodschappen noemen een aantal gebieden waarop actie nodig is. Het gaat dan om het invoeren van effectieve flexicurity-benaderingen door de lidstaten en het beter anticiperen op de behoefte aan vaardigheden op de arbeidsmarkt. Daarnaast moet er bijzondere aandacht zijn voor inactieven en mensen met een slechte arbeidsmarktpositie om arbeidsmarktsegmentatie tegen te gaan en de sociale cohesie te versterken. Verder draagt de arbeidsparticipatie van deze groepen bij aan inspanningen om de effecten van de vergrijzing op te vangen. Bij het bevorderen van inclusieve arbeidsmarkten gaat het onder andere om het lonend maken van werk en het ondersteunen van transities op de arbeidsmarkt. In dit verband is de participatie van ouderen, jongeren en immigranten met name van belang. Voor jongeren is de overgang van school naar werk en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten van belang.

De modernisering van pensioenstelsels kan bijdragen aan de participatie van ouderen. Naast aandacht voor de inzetbaarheid van oudere werknemers gaat het om betere prikkels om te werken, door aanpassingen in de mogelijkheden voor vroegtijdige uittreding. Bij hervormingen van pensioenstelsels moet een goede balans worden bewerkstelligd tussen inkomensbescherming en prikkels om te werken.

Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te laten aansluiten is het mogelijk maken van mobiliteit van belang. Migratie kan een bijdrage leveren aan het tegengaan van arbeidsmarktknelpunten waarbij er bijzondere aandacht moet zijn voor de werkgelegenheids- en sociale effecten.

---

Bij het bevorderen van sociale cohesie wordt het belang van maatregelen gericht op actieve inclusie benadrukt. Daarbij gaat het naast het al eerder genoemde belang van toegang tot de arbeidsmarkt om inkomensondersteuning voor diegenen die niet kunnen werken en toegang tot bepaalde sociale voorzieningen. Ook wordt aandacht gevraagd voor de bestrijding van armoede en in het bijzonder van kinderarmoede. Tot slot wordt het belang van toegang tot gezondheidszorg benadrukt.

Nederlandse opstelling
Nederland kan instemmen met de kernboodschappen. Nederland is voorstander van het nauw met elkaar verbinden van economisch beleid, werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid, waarbij de focus in de Lissabonstretegie op groei en werkgelegenheid ligt. Nederland steunt het streven naar een nauwere samenhang tussen deze beleidsterreinen en is van mening dat deze samenhang vooral op nationaal niveau gewaarborgd moet worden. Verschillende van de in de kernboodschappen genoemde beleidsterreinen staan op de agenda van het kabinet, zoals de arbeidsparticipatie van groepen met een relatief zwakke arbeidsmarktpositie en de bestrijding van kinderarmoede.

Agendapunt: Gezamenlijke Werkgelegenheidsverslag 2007/2008, richtsnoeren werkgelegenheidsbeleid en landenspecifieke aanbevelingen.

Aard van de bespreking: aanname en algemene oriëntatie

Het voorzitterschap streeft naar aanname door de Raad van het Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag 2007/2008 en een algemene oriëntatie op de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de landenspecifieke aanbevelingen. De richtsnoeren worden na de Europese Raad en na advies van het Europees Parlement formeel door de Raad - in juni
- aangenomen.

Commissievoorstel
Het Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag is onderdeel van de bijlage van het Strategisch rapport over de uitvoering van de Lissabonstrategie dat de Commissie op 11 december jl. heeft gepresenteerd. Het Strategisch rapport vormt basis voor de voorbereiding van de Europese Raad van 13 en 14 maart a.s.. De Commissie maakt in haar strategisch rapport de balans op van de eerste drie jaar van de herziene Lissabonstrategie (2005-2008). De aankomende Voorjaarsraad is het begin van een nieuwe cyclus (2008-2010).

De bijlage van het Strategisch rapport bestaat uit een deel over macro-economisch beleid van de lidstaten, een deel over micro-economisch beleid en een deel over werkgelegenheidsbeleid. Het deel over werkgelegenheidsbeleid is tevens het Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag. De Commissie stelt dat het algemene beeld van de afgelopen drie jaar positief is. Op werkgelegenheidsterrein liggen twee van de participatiedoelstellingen binnen bereik. Indien de snelle stijging van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers sinds 2000 doorzet kan de 50% doelstelling in 2010 worden gehaald. Daarnaast komt met een arbeidsparticipatie van vrouwen van 57,2% in 2006 het realiseren van de 60%-doelstelling voor vrouwenparticipatie in 2010 in beeld. Verder lijkt de dalende trend in de productiviteitsgroei gestopt.

De Commissie geeft echter ook aan dat niet alle lidstaten even voortvarend te werk gaan en dat op een aantal cruciale beleidsterreinen nog onvoldoende voortgang is geboekt. Daarom moet de hervormingsagenda op een aantal beleidsterreinen in de periode 2008-2010 met extra
---

kracht worden doorgevoerd. Op werkgelegenheidsterrein moeten lidstaten zich extra inspannen om de doelstelling van 70% arbeidsparticipatie te halen. Vooral de voortgang van hervormingen in sociale zekerheidsstelsels, met meer prikkels om te werken, is beperkt. Ook kunnen lidstaten veel winst behalen door in te zetten op een verhoging van de arbeidsparticipatie in uren en is er meer aandacht nodig voor het verbeteren van het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkten.

De Commissie bevestigt het belang van de vier prioritaire gebieden van de Voorjaarsraad van maart 2006: investeren in mensen en moderniseren van arbeidsmarkten; verbeteren van het ondernemingsklimaat; kennis en innovatie; energie en klimaatverandering. Onder het thema arbeidsmarkt vraagt de Commissie de lidstaten onder andere om de gemeenschappelijke principes over flexicurity te implementeren, de voorzieningen voor kinderopvang te verbeteren en actieplannen en doelstellingen te formuleren voor het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten.

De Commissie geeft ook een beoordeling van de afzonderlijke Nationale Hervormingsprogramma's van de lidstaten en stelt landenspecifieke aanbevelingen voor over het hervormingsbeleid van de lidstaten. De Commissie is in het algemeen positief over de voortgang van hervormingsbeleid in Nederland. Sterke punten zijn volgens de Commissie onder andere de aanpak van de administratieve lasten, de inspanningen om het ondernemingsklimaat te verbeteren, de ambitieuze plannen op het terrein van energie en klimaat en prikkels om de kinderopvangvoorziening te verbeteren. In het algemeen heeft Nederland voortgang geboekt bij de uitvoering van werkgelegenheidsbeleid. De voortgang bij het verhogen van het totaal aantal gewerkte uren is nog beperkt. De verhoging van het arbeidsaanbod blijft een punt dat met prioriteit moet worden aangepakt. De Commissie stelt daarom voor de aanbeveling van vorig jaar op het terrein van het arbeidsaanbod te handhaven en daar het belang van verhoging van het aantal gewerkte uren bij te betrekken: "het verbeteren van het arbeidsaanbod van vrouwen, oudere werknemers en kwetsbare groepen met het oog op het verhogen van het totaal aantal gewerkte uren in de economie".

De Commissie stelt voor de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid niet te wijzigen en om `nieuwe' beleidsuitdagingen en doelstellingen die sinds 2005 zijn afgesproken, zoals op het gebied van energie en klimaat en betere regelgeving, in de inleidende teksten te integreren. Ook het belang van de sociale dimensie krijgt extra aandacht in de inleidende tekst bij de richtsnoeren, waarbij de focus op groei en werkgelegenheid behouden blijft. Het Werkgelegenheidscomité heeft overeenstemming bereikt over een ongewijzigde set richtsnoeren; er zijn slechts aanpassingen in de toelichtende tekst aangebracht.

Nederlandse opstelling
Nederland verwelkomt het Strategisch rapport van de Commissie. De focus ligt terecht op de implementatie van het beleid. Nederland is ook akkoord met het Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag. De horizontale analyse geeft een goede weergave van de arbeidsmarktsituatie in de lidstaten. Tevens geeft de Commissie aan waar nog inspanningen nodig zijn. De aanbeveling van de Commissie aan Nederland sluit aan bij de ambitie van het kabinet om een belangrijke stap te zetten in de verhoging van de arbeidsparticipatie de komende jaren, met als uiteindelijk doel een participatie van 80% in 2016.


---

Agendapunt: Gezamenlijk Verslag Sociale Bescherming en Sociale Insluiting

Aard van de bespreking: aanname

Het voorzitterschap streeft naar aanname door de Raad van het Gezamenlijk Verslag Sociale Bescherming en Sociale Insluiting. Het verslag behandelt de bredere thematiek van de open coördinatiemethode op het gebied van sociale insluiting en bescherming, te weten sociale cohesie, pensioenen en de arbeidsparticipatie van ouderen en gezondheidszorg. Lidstaten hebben dit jaar geen Nationale Strategierapporten sociale bescherming en insluiting ingediend. Nederland heeft wel een brief met de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid naar de Commissie gestuurd.Dit verslag hangt nauw samen met het Voortgangsrapport in het kader van de Lissabonstrategie.

Inhoud van het rapport
Het verslag benadrukt dat het sociale en het economische beleid elkaar wederzijds kunnen en moeten ondersteunen. Lidstaten moeten zich inspannen zodat ook kwetsbare groepen profiteren van economische groei en de sociale cohesie wordt versterkt. Onder de noemer van sociale cohesie wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de bestrijding van (kinder-) armoede. Het verslag benadrukt het belang van de bestrijding van kinderarmoede om te voorkomen dat armoede van de ene op de andere generatie wordt overgedragen. Een effectieve aanpak vereist een analyse van de oorzaken van kinderarmoede. Belangrijke elementen van de beleidsstrategie zijn het bevorderen van de arbeidsparticipatie van ouderen, inkomensondersteuning en voldoende aanbod van diensten voor kinderen en families. Op het gebied van de participatie van ouderen geeft het verslag aan dat deze is gestegen. Hervormingen van onder andere pensioenstelsels hebben geleid tot betere prikkels om te werken, maar de participatie van ouderen moet nog verder stijgen. In het licht van de betere gezondheidssituatie en hogere levensverwachting kunnen hervormingen van pensioenstelsels, betere prikkels en mogelijkheden voor langer doorwerken bijdragen aan een verdere stijging van de arbeidsparticipatie van ouderen. Het is van belang dat deelnemers in pensioenregelingen voldoende geïnformeerd worden over de (verschillende) pensioenstelsels zodat er goede keuzes kunnen worden gemaakt.
Op het gebied van gezondheidszorg gaat het verslag in op het belang van gelijke toegang tot gezondheidszorg en het belang van goede voorzieningen voor langdurige zorg.

Nederlandse opstelling
Nederland kan instemmen met de inhoud van het gezamenlijk verslag sociale bescherming en sociale insluiting. Zo sluit de aandacht voor sterkere sociale samenhang en kinderarmoede in het bijzonder aan bij de prioriteiten van het kabinet. Het kabinet wil voorkomen dat kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen minder kansen krijgen dan kinderen in rijkere gezinnen. In dit kader zal een onderzoek gedaan worden naar de achtergronden en de (lange termijn) gevolgen van armoede bij kinderen. Ook steunt Nederland de inzet op hogere participatie van ouderen. Het kabinet streeft er naar dat het voor ouderen gemakkelijker en aantrekkelijker wordt om langer door te werken.


---

Agendapunt: Rapport van de Commissie gelijkheid tussen mannen en vrouwen 2008

Aard van de bespreking: informatie

De Commissie zal in de Raad een toelichting geven op het rapport gelijkheid tussen mannen en vrouwen 2008. Het is de vijfde keer op rij dat de Commissie een rapport over dit onderwerp aanbiedt aan de Voorjaarsraad, ditmaal voor het eerst met data van alle 27 lidstaten. De Commissie kijkt terug op een bijzonder jaar, want in 2007 is de 50e verjaardag van het gelijke kansen beleid voor mannen en vrouwen gevierd. Daarnaast was 2007 tevens het jaar van de gelijke kansen voor iedereen.

Inhoud van het rapport
De Commissie beschrijft de voortgang binnen de EU-lidstaten van het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en het proces van gender mainstreaming binnen de Unie en de lidstaten. Focus ligt op het bereiken van effectieve gelijkheid door het verbeteren van zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten.
Tot de belangrijkste resultaten die in 2007 behaald zijn, behoren de formele consultatie van sociale partners over de combinatie van werk, privé- en familieleven, ondersteuning van de Europese Alliantie voor het Gezin, verificatie van de naleving van gelijke behandelingswetgeving (Richtlijn 2002/73) en de oprichting van het Europese Genderinstituut.

De voortgangsrapportage focust altijd op één specifiek thema. Evenals vorig jaar betreft het de zogenaamde gender gap, maar waar de Commissie destijds vooral inging op het belang van grotere deelname van vrouwen aan het arbeidsproces (kwantiteit), ligt nu de nadruk op de kwaliteit van banen. De Commissie doet een aantal aanbevelingen om de gender gap tegen te gaan:

1) meer en betere banen creëren voor vrouwen in de nieuwe cyclus van de Europese Strategie voor Groei en Werkgelegenheid;

2) het integreren van een genderperspectief in alle aspecten van kwaliteit van banen;
3) het verbeteren van het aanbod en de kwaliteit van dienstverlening die de combinatie van arbeid en zorg bevordert;

4) het voorkomen van stereotyperingen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in de media en het benadrukken van de rol van mannen bij het bevorderen van gendergelijkheid;
5) het ontwikkelen van instrumenten om de impact van beleidsmaatregelen vast te stellen vanuit een genderperspectief.

Nederlandse opstelling:
Nederland zal de informatie van de Commissie aanhoren.

Agendapunt: Voorbereiding Tripartiete Sociale Top

Aard van de bespreking: informatie

Het voorzitterschap zal de Raad informeren over de voorbereidingen voor de Tripartiete Sociale Top die aan de vooravond van de Europese Raad van 13 en 14 maart a.s. bijeen zal komen.


---

De Tripartiete Sociale Top zal de voortgang van de Lissabon strategie bespreken. De Top bestaat uit het voorzitterschap van de Raad en de twee opeenvolgende voorzitterschappen, de Commissie en de sociale partners, vertegenwoordigd op Europees niveau. Deze Tripartiete Sociale Top komt minstens één keer per jaar bijeen, meestal op de dag voorafgaande aan de Europese Raad. De agenda wordt bepaald door het voorzitterschap, de Commissie en de sociale partners. Ter voorbereiding van deze Top bespreekt het voorzitterschap zijn ideeën in de Raad. Het voorzitterschap informeert de Europese Raad over de besprekingen in de Tripartiete Top.

Nederlandse opstelling
Nederland zal de informatie van het Voorzitterschap aanhoren.

Agendapunt: Opinie over de interne markt

Aard van de bespreking: instemming met de opinie

Het voorzitterschap streeft naar goedkeuring door de Raad van een gezamenlijke opinie van het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het Comité voor Sociale Bescherming (SPC) over de mededeling van de Commissie over de interne markt herziening die zij op 20 november jl. heeft gepubliceerd.

Inhoud
De opinie benadrukt het belang van de interne markt voor de EU. De interne markt versterkt de basis om de doelstellingen van groei en werkgelegenheid (in het kader van het Lissabonproces) te verwezenlijken. Verder bevestigt de opinie in het kader van de externe dimensie van de interne markt de uitdaging om de juiste balans te vinden tussen vrijhandel en de rol van internationale voortrekker op het gebied van sociale normen. Ook benadrukt de opinie het in de Commissiemededeling genoemde belang van een meer pragmatische, op feiten gebaseerde, benadering van de interne markt, waarbij meer focus is op het concreet verbeteren van de werking van markten in praktijk voor burgers en bedrijven. Een dynamische en concurrerende economie gebaseerd op open markten is de beste manier om sociale uitsluiting te bestrijden en te voorkomen. Om burgers de voordelen hiervan te laten plukken is een benadering gebaseerd op toegang, kansen en solidariteit nodig. De ontwikkeling van de interne markt wordt daarom ondersteund en aangevuld door de Sociale Beleidsagenda waarvan in 2008 een herziene versie wordt voorgesteld door de Commissie. Daarin zal onder andere aandacht zijn voor het vrij verkeer van werknemers en sociale normen ter bevordering van de rechten van werknemers en het creëren van een gelijk speelveld. De opinie benadrukt verder dat de implementatie van het sociale acquis in sommige gevallen nog achterblijft en dat dit van belang is voor eerlijke concurrentie. Tot slot gaat de opinie in op de sociale diensten van algemeen belang. De opinie benadrukt het belang van deze diensten en de verantwoordelijkheid van de autoriteiten om op geëigend niveau te beslissen over de aard en reikwijdte van deze diensten zodat rekening kan worden gehouden met de lokale en individuele behoeften. Verder worden de inspanningen van de Commissie om in te spelen op de behoefte aan informatievoorziening door de Commissie over de toepassing van specifieke EU-regelgeving uiteengezet. Het Comité voor Sociale Bescherming (SPC) zal een bijdrage leveren aan dit werk van de Commissie. Verder bevestigt
---

de opinie het voornemen van de Commissie om een vrijwillig raamwerk van principes ter bevordering van de kwaliteit van de dienstverlening te ontwikkelen. Daarbij wordt benadrukt dat dit volledig in overeenstemming moet zijn met het Protocol over diensten van algemeen belang bij het nieuwe Verdrag.

Nederlandse opstelling
Nederland kan zich vinden in de opinie. Deze benadrukt het belang van de interne markt als basis voor groei, werkgelegenheid en sociale samenhang in de EU. Sociaal beleid vormt hierop een nuttige en wenselijke aanvulling. In de brief aan de Tweede Kamer in reactie op de mededeling over actieve integratie (vastgesteld in de ministerraad van 8 februari jl.) is aangegeven dat Nederland kan instemmen met het door de Commissie voorgestelde principe om de toegankelijkheid en kwaliteit van sociale diensten van algemeen belang te verbeteren door een versterking van het proces van open coördinatie voor sociale bescherming en sociale inclusie. Daarbij is wel aangegeven dat voorkomen moet worden dat de lidstaten met een extra rapportageverplichting worden belast. Mede hierom bestaan er reserves tegen het voornemen om indicatoren voor kwaliteit en toegankelijkheid van sociale diensten te ontwikkelen.

Agendapunt: Situatie van personen met een handicap in de Europese Unie: het Europees Actieplan 2008-2009

Aard van de bespreking: politiek akkoord en aanname van resolutie

Het voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord en aanname door de Raad van een resolutie over de situatie van personen met een handicap in de Europese Unie en het Europese Actieplan 2008-2009. In deze resolutie wordt aangegeven dat landen de implementatie van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van de Verenigde Naties gezamenlijk ter hand willen nemen, waarbij de Europese Commissie het voortouw heeft als het binnen haar competentie ligt. Rechtsgrondslag vormt art. 13 EG Verdrag. De Raad beslist bij gekwalificeerde meerderheid en het Europees Parlement heeft medebeslissingsrecht.

Inhoud
De resolutie geeft als kernboodschap dat de lidstaten en de EU het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap hebben ondertekend. In dit verdrag wordt aangegeven hoe staten er zorg voor kunnen dragen dat mensen met een handicap in staat worden gesteld mensenrechten en fundamentele vrijheden te genieten. Het Actieplan 2008-2009 is een middel om deze implementatie op het terrein arbeid vorm te geven. Dit Actieplan is de tweede fase van een lopend Actieplan. De eerste fase was hoofdzakelijk gericht op arbeid, waarbij deze fase daarnaast ook aandacht heeft voor de voorwaarden (mobiliteit in de zin van kunnen reizen).

Nederlandse opstelling
Nederland kan met de resolutie akkoord gaan, omdat deze veel ruimte laat voor de landen om zelf de instrumenten te kiezen. Belangrijke onderdelen zijn dat er in de tekst van de resolutie geen verwijzingen staan naar het Optioneel Protocol van het VN-verdrag (is door Nederland e.a. niet ondertekend); dat er geen nieuwe rechten worden toegekend aan mensen met beperkingen en dat de landen de ruimte hebben te kiezen voor de meest adequate instrumenten om de verplichtingen uit het VN-verdrag te vertalen in eigen wetten en regelingen. Voor Nederland worden goedkeuring en invoering gelijktijdig in wetten geregeld. Dit betekent dat de ratificatie niet op korte termijn kan worden verwacht. De tekst van de
---

resolutie laat voldoende ruimte op dit punt. Wat betreft de zaken die op het terrein van de Europese Commissie liggen, is nu duidelijk dat alleen op die terreinen waar de Europese Commissie mandaat heeft, voorstellen kunnen worden ingediend.


---