UMC Utrecht
Cholesterol en het metabool syndroom
In zijn proefschrift toont Gideon Hajer aan dat een lage
HDL-cholesterolconcentratie (het `goede' cholesterol) een risicofactor
is voor vaatproblemen bij patienten met hart- en vaaziekten.
Ook bij patiënten die een lage LDL-cholesterolconcentratie (het
`slechte' cholesterol) hebben of LDL-cholesterolverlagende medicatie
gebruiken. In een patiëntenstudie liet Hajer zien dat onder invloed
van een vetrijke maaltijd de HDL-cholesterol concentratie in het bloed
daalt bij obese patiënten met metabool syndroom. Hiervoor zorgt een
stof die geproduceerd wordt door vetcellen, cholesteryl ester transfer
protein.
Ook toonde Hajer aan dat verschillende soorten cholesterolverlaging
(simvastatine en ezetimibe) deze daling niet kunnen voorkomen. Na een
vetrijke maaltijd stijgt het aantal vet-rijke deeltjes. Het voorkomen
van deze stijging door medicijnen zou kunnen leiden tot een lager
risico op het ontstaan van vaatziekten bij patiënten met metabool
syndroom. Echter, een gerandomiseerde studie liet zien dat
geneesmiddelen die nu veel gebruikt worden bij de behandeling van
cholesterol geen effect hebben op de concentratie of samenstelling van
vetdeeltjes na een maaltijd.
Gideon Hajer promoveert op 21 februari aan de Universiteit Utrecht.
donderdag 21 februari 2008