KNMG
Aanbevelingen van KNMG congres "Opleiden voor kwaliteit": wat doet de KNMG ermee?
Op 11 oktober 2007 hield de KNMG het Congres Opleiden voor kwaliteit in Domus Medica. Tijdens het congres kwamen verschillende aanbevelingen naar voren. Hieronder leest u hoe de KNMG de aanbevelingen oppakt.
1. In de modernisering van de specialistenopleidingen volgens het zogenaamde CanMeds model, die op dit moment aan de gang is, blijkt het lastig te zijn om de competentie "maatschappelijk handelen" van artsen te definiëren, aan aios aan te leren, en te toetsen. Omdat het niet de bedoeling is dat elke wetenschappelijke vereniging zelf hiervoor het wiel uitvindt, is de KNMG op verzoek van het congres bezig een voorstel te maken.
2. Alle specialisten moeten gemiddeld per jaar 40 uur geaccrediteerde nascholing volgen om hun registratie te kunnen behouden. Vragen die hierbij, ook vanuit het ministerie van VWS, rijzen, zijn: laten we de invulling van de nascholing aan de individuele specialist over? Moet de scholing beter worden afgestemd op het dagelijks werk van de specialist? Hebben praktische vaardigheden en andere dan medisch-wetenschappelijke competenties genoeg aandacht in de nascholing? Is de nascholing niet te vrijblijvend? Op voorstel van het congres en in overleg met VWS maken de KNMG en haar federatiepartners op dit moment een plan om de nascholing van de beroepsgroep verder te ontwikkelen, als hoogwaardig onderdeel van de totale kwaliteitsbevordering. Ook aspecten als visitatie, functioneringsgesprekken en praktijkaccreditering krijgen hierin een duidelijke plaats.
3. Buitenlandse artsen van buiten de EU die in Nederland willen komen werken, moeten aan een aantal eisen voldoen. Het congres vroeg de KNMG om een platform voor deze artsen op te richten, waarin relevante kennis en informatie kunnen worden uitgewisseld en gebundeld. De KNMG is hiermee inmiddels aan de slag.
4. Aan buitenlandse artsen van binnen de EU die in Nederland willen komen werken, mag geen taaleis gesteld worden door de erkennende instantie. De werkgever mag dat echter wel doen. Het congres heeft de KNMG gevraagd of zij er voor kan zorgen dat dit voor de ziekenhuizen en andere instellingen in ons land op één en dezelfde manier gebeurt. KNMG zal hierover in overleg treden met NVZ en NFU om te trachten gezamenlijk een richtlijn te ontwikkelen.
5. Sommige EU landen vinden het voldoende dat een arts van buiten de EU een aantal jaren daar werkt om een erkenning als EU-arts te krijgen, zonder een echte toetsingsprocedure zoals dat in ons land gebeurt. Een arts met zo'n erkenning en een EU paspoort moet automatisch in ons land ook een erkenning krijgen. De KNMG bereidt een stuk voor om in de Europese artsenorganisatie CPME te bespreken, en dat erop gericht is afspraken binnen de EU te maken dat elk Europees land een behoorlijke toetsprocedure heeft voor artsen van buiten de EU.
Voor vragen hierover kunt u terecht bij Lode Wigersma, directeur beleid en advies KNMG, email L.Wigersma@fed.knmg.nl