van het gehalte droge stof Experiment: Bepaling van het gehalte droge stof 21 feb 2008

Onderdeel: Wageningen Universiteit

Supermarktklanten die hun loodzware winkelwagentje naar de auto duwen, beseffen meestal niet dat ze voornamelijk water aan het transporteren zijn. Een kilo vlees bevat ruim twee-derde liter water. En een komkommer bestaat bijna helemaal uit water, evenals natuurlijk de meeste dranken. Enkele voedingsmiddelen bevatten nauwelijks of helemaal geen water, zoals suiker en meel. Van de meeste andere voedingsmiddelen kun je niet meteen zeggen hoeveel water er in zit. Er kunnen namelijk allerlei moderne emulgatoren en verdikkingsmiddelen in zitten, die ervoor zorgen dat je het water niet merkt, zoals bij fritessaus en dieetmargarines. Voor de fabrikant is de hoeveelheid water in zijn producten van enorm belang. Enerzijds omdat het een extreem goedkoop bestanddeel is waarmee hij veel geld kan verdienen, bijvoorbeeld door het product âslankâ, âgezondâ of âlightâ te noemen. Anderzijds kunnen bacteriën en schimmels goed groeien in een waterrijk voedingsmiddel. Droge producten zijn in het algemeen veel langer houdbaar.

In dit experiment leer je een methode waarmee je zelf kunt achterhalen hoeveel water er in een voedingsmiddel aanwezig is. Eerst wordt het monster zonodig gemalen, daarna gedroogd in een stoof en tenslotte afgekoeld onder kurkdroge condities, dit alles afgewisseld door zeer nauwkeurige massabepalingen. Uit de verschillende massaâs kunnen het droge stof gehalte en daarmee het watergehalte berekend worden. Deze proef is zeker geen rocket science, maar er moet wel uiterst nauwkeurig gewerkt worden. Het sterke van de behandelde methode is dat hij toepasbaar is op vrijwel elk voedingsmiddel.

Het experiment duurt een dagdeel.