Geen misbruik van machtspositie door beheerder informatiesysteem voor
runderen
's-Gravenhage, 20 februari 2008 - In een uitspraak van 19 februari
2008 heeft het College geoordeeld dat NMa terecht een klacht
ingediend door het Fries Hollands Rundvee Stamboek heeft afgewezen.
Deze houder van het runderstamboek had bij de NMa geklaagd over
leveringsweigering, omdat de beheerder voor het beschikbaar stellen
van deze gegevens langs elektronische weg kosten in rekening brengt
die verder gaan dan handelingskosten, terwijl in het NIS ook gegevens
zijn opgenomen die het stamboek zelf heeft aangeleverd. Het College
heeft geoordeeld dat de beheerder van het NIS geen misbruik heeft
gemaakt van een machtspositie. NIS is een informatiesysteem over
runderen, waarvoor de runderstamboeken van Nederland gegevens leveren.
Met behulp van de daarin opgenomen gegevens kan de fokwaarde van een
rund worden berekend, hetgeen onder meer van belang is bij de afgifte
van een exportcertificaat.
Het College vindt dat het betrekken van kosten die zijn gemoeid met
opslag, bewerking en beheer van gegevens in het NIS bij de bepaling
van de prijs die aan een afnemer in rekening wordt gebracht, een
gebruikelijke praktijk is die geen misbruik is in de zin van artikel
24 Mededingingswet. Het is niet aannemelijk geworden dat de door de
beheerder in rekening gebrachte prijs zodanig hoog is, dat sprake is
van een excessief tarief. Evenmin is gebleken dat de beheerder niet
iedere derde partij die op vergelijkbare en elektronische wijze
gegevens wil verkrijgen uit het NIS op gelijke voorwaarden als het
stamboek toegang verschaft. Daarbij heeft het College gekeken naar een
onderzoeksrapport en de tarievenlijst. Het College komt tot de
conclusie dat geen sprake is van leveringsweigering.
Daarnaast heeft de houder van het stamboek in zijn klacht aan de orde
gesteld dat de beheerder (die zelf ook een runderstamboek bijhoudt)
zelf exportcertificaten uitgeeft tegen onbillijk lage prijzen. Ook dit
klachtonderdeel heeft NMa volgens het College terecht ongegrond
verklaard. Het College concludeert dat van onbillijk lage prijzen geen
sprake is omdat uit het onderzoek dat NMa heeft ingesteld naar de
prijsstelling voor deze exportcertificaten blijkt dat het in rekening
gebrachte bedrag ligt zowel boven de vaste als de variabele kosten van
het product en dat sprake is van een winstmarge.
LJ Nummer
BC4740
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 20 februari 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie