Gevangenisstraf en tbs voor steekpartij Sociale Dienst Zeist
Utrecht, 20 februari 2008 - De 23-jarige man die op 9 oktober 2006
drie medewerkers van de regionale sociale dienst in Zeist met een mes
te lijf ging is door de rechtbank Utrecht veroordeeld tot een
gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden en tbs met
dwangverpleging.
De rechtbank achtte poging tot moord op twee medewerkers die met een
mes gestoken werden bewezen. De aanval op de derde medewerker werd de
door de rechtbank omschreven als poging tot zware mishandeling. De
rechtbank ging er in dit derde geval vanuit dat de verdachte het
slachtoffer niet gestoken, maar geslagen heeft met het handvat van het
mes.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zeer sterk verminderd
toerekeningsvatbaar was. De rechtbank concludeerde op basis van
rapportages door deskundigen dat de verdachte ten tijde van het plegen
van de misdrijven leed aan de ziekte schizofrenie.
De officier van justitie had zes jaar gevangenisstraf en tbs geëist,
maar de rechtbank legde een lagere straf op. Dit omdat de rechtbank -
in tegenstelling tot de officier van justitie- van oordeel dat
verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten als zeer sterk
verminderd toerekeningsvatbaar moest worden beschouwd en de rechtbank
het geweld tegen een van de baliemedewerksters niet als poging tot
moord, maar als zware mishandeling beoordeelde. De rechtbank achtte
het ook onwenselijk dat de man in afwachting van een behandeling nog
geruime tijd in detentie moet doorbrengen.
De rechtbank benadrukte dat het handelen van de verdachte zeker niet -
zoals door de raadsvrouwe op de zitting was gezegd - aan de
handelwijze van de medewerkers van de Sociale Dienst zelf te wijten
was. De handelwijze van verdachte viel volgens de rechtbank âop geen
enkele manier te rechtvaardigen.â
Volgens de rechtbank is het leed dat de verdachte bij slachtoffers -
maar ook bij hun collegaâs die hiervan getuigen waren â heeft
aangericht onbeschrijfelijk. Ook bij andere medewerkers van Sociale
Diensten, CWIâs, UWVâs en andere publieke dienstverleners heeft de
verdachte gevoelens van angst en onveiligheid teweeg gebracht. âZij
zijn immers ook werkzaam op een voor het publiek toegankelijke plek en
worden daar vaak geconfronteerd met agressie en geweld.â
LJ Nummer
BC4737
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 20 februari 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie