Volledige schadevergoeding voor boeren die ganzen opvangen
20 februari 2008
Goed nieuws voor boeren die ganzen opvangen in
ganzenfoerageergebieden. De provincie Groningen heeft zich samen met
andere provincies en met steun van de meest betrokken organisaties
ingezet voor een verbeterde regeling die naar verwachting in juni 2008
ingaat.
Boeren krijgen met deze nieuwe regeling voor ganzenopvang een
volledige, marktconforme vergoeding voor de schade die ze lijden aan
hun gewassen door de opvang van ganzen op hun land. Daarnaast
vergoeden de provincies de gemiste inkomsten door de opvang van
ganzen. De vergoedingen zijn vastgesteld volgens een worstcase
scenario, waardoor ook de agrariër met de meeste ganzen op zijn land
zich voor schadevergoeding kan aanmelden.
De ganzenregeling bestaat uit een vaste vergoeding en een vergoeding
voor gemiste inkomsten door schade. De schade wordt getaxeerd en op
basis daarvan uitbetaald. De regeling is bedoeld voor agrariërs die
hun percelen hebben liggen in de door provincies aangewezen
ganzenfoerageergebieden. In de provincie Groningen ligt in totaal ruim
5000 hectare ganzenfoerageergebied verdeeld over vijf gebieden:
* Leekstermeergebied
* Schildmeergebied
* Zuidlaardermeergebied (west)
* Kropswolde en
* Lauwersmeer.
Ongeveer 3800 hectare van deze gebieden bestaat uit landbouwgrond.
Binnen de foerageergebieden mogen ganzen niet afgeschoten of verjaagd
worden. De boeren die zich aanmelden voor de regeling zorgen dat er
voedsel voor de gans op hun perceel wordt verbouwd, zodat ganzen daar
gaan eten en daarmee de omliggende percelen worden ontzien. De
bedrijven die niet aan de regeling meedoen, maar wel in de
ganzenfoerageergebieden liggen kunnen bij het faunafonds een
schadevergoeding aanvragen.
In 2007 trad de WILG (Wet Inrichting Landelijk Gebied) in werking en
hebben de provincies de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch
Natuurbeheer (PSAN) overgenomen van het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en daarmee ook de subsidies voor
ganzenopvang (de ganzenpakketten) die in deze regeling zit.
Bij de overdacht van de ganzenpakketten per 2007 bleek het draagvlag
voor de regeling groot, maar alleen in de vorm van een jaarlijkse
regeling zoals dat door het Ministerie van LNV werd uitgevoerd. Een
jaarlijkse variant bleek niet mogelijk, gezien strijdigheid met de
Europese verplichtingen verbonden aan het Europese
Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). Dit Europese programma
schrijft voor dat maatregelen duurzaam moeten worden ingezet, wat door
de Europese Commissie is vertaald naar een minimumperiode van zes
jaar. Boeren verplichten voor minimaal zes jaar beheer te voeren,
bleek in de praktijk onuitvoerbaar. Zes jaar één soort begroeiing op
één en hetzelfde perceel ten behoeve van beheer, put de grond uit en
verstoort de gangbare bedrijfsvoering. Daarnaast leden veel boeren
meer schade dan dat de regeling kon vergoeden.
De provincies hebben met de minister van LNV afgesproken om 80.000 ha
foerageergebied aan te wijzen voor de ganzen, waarvan 15.000 ha
natuurgebied is.
Voor de overige 65.000 ha is in totaal 13 miljoen euro beschikbaar
voor de boeren die deze terreinen beheren. De provincies overleggen
nog met minister Verburg van LNV of dit bedrag voldoende is voor de te
verwachten claims. De Europese Commissie moet zich nog definitief
uitspreken over het voorstel.
20 februari 2008