Raad van State
1. 200605761/1
datum van uitspraak: woensdag 20 februari 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
(Vaststelling indexcijfers voor subsidie aanleg Noord-Zuidlijn in
Amsterdam)
Uitspraak over de vaststelling door de minister van Verkeer en
Waterstaat van de jaarlijkse indexcijfers voor de subsidie voor drie
grote bouwprojecten in Amsterdam. Het gaat om subsidie voor de aanleg
van de Noord-Zuidlijn, een auto-onderdoorgang achter het Centraal
Station en om een busstation aan de noordzijde van het Centraal
Station. In 1999 heeft de minister aan het Regionaal Orgaan Amsterdam
(ROA) voor de drie projecten een totale subsidie van ongeveer 2,5
miljard gulden (ruim 1 miljard euro) toegekend. Deze subsidie wordt
vanaf 1999 jaarlijks in gedeelten verleend. Deze jaarlijkse
toekenningen worden als compensatie voor prijsstijgingen met een
bepaald percentage verhoogd. Deze verhogingen worden berekend aan de
hand van zogenoemde indexcijfers. Over de vaststelling van deze
indexcijfers voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 gaat deze zaak.
Voor 2000 is de verhoging vastgesteld op 4,5%, voor 2001 op 4,55%,
voor 2002 op 3,0% en voor 2003 op 2,75%. Het ROA vindt dat deze
indexcijfers te laag zijn vastgesteld, waardoor volgens haar te weinig
subsidie is verleend. Het ROA vindt ook dat de minister bij de
berekening van de prijsstijgingen van een onjuiste methode is
uitgegaan. De rechtbank heeft het beroep van het ROA ongegrond
verklaard. Tegen deze uitspraak is zij in hoger beroep gekomen bij de
Raad van State. De zaak is op 6 november van vorig jaar op zitting
2. 200703038/1
datum van uitspraak: woensdag 20 februari 2008
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Natuurbeschermingswet
(Weigering maatregelen tegen onttrekken grondwater in Deurnse Peel)
Uitspraak over de weigering door de minister van LNV om bestuurlijke
maatregelen te treffen tegen het onttrekken van grondwater door een
inwoner van IJsselsteyn in de omgeving van natuurgebied De Bult. De
inwoner beschikt over zeven beregeningsputten. De Werkgroep Behoud de
Peel vreest dat het oppompen van grondwater gevolgen heeft voor het
nabijgelegen natuurgebied dat deel uitmaakt van De Deurnse Peel. De
minister vindt dat daarvan geen sprake is. Daarom wil hij niet
handhavend optreden tegen het onttrekken van grondwater. De zaak is op
17 december van vorig jaar op zitting behandeld.
3. 200704687/1
datum van uitspraak: woensdag 20 februari 2008
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
(Gedogen van snuffelmarkten en evenementen in onder meer stadion NAC
Breda)
Uitspraak over de besluiten van het college van burgemeester en
wethouders van Breda om het houden van evenementen op drie locaties in
Breda te gedogen. Het gaat onder meer om beurzen en snuffelmarkten.
Deze evenementen vinden plaats in een aantal sportcentra waaronder het
stadion van betaald voetbalclub NAC Breda. De activiteiten zijn in
strijd met het geldende bestemmingsplan, maar waren tot voor kort
mogelijk doordat voor vijf jaar vrijstelling was verleend van het
bestemmingsplan. Deze periode is inmiddels ten einde. Omdat nog geen
nieuwe locatie voor de evenementen is gevonden heeft het college nu de
besluiten genomen om de evenementen te gedogen. De afdeling Breda van
het Koninklijk Verbond van Horecaondernemers heeft daar bezwaren
tegen. Zij vindt dat ze bij de aanwijzing van de locaties betrokken
had moeten worden en dat andere locaties wellicht ook geschikt waren
geweest. De rechtbank heeft het beroep van de afdeling Breda gegrond
verklaard. Volgens de rechtbank kan het college op grond van de wet de
evenementen helemaal niet gedogen vanwege de eerder verleende
vrijstelling en moet zij vanwege het ontbreken van de vereiste
vergunning juist handhavend optreden. Het college en de eigenaar van
één van de locaties zijn het hier niet mee eens en komen tegen de
uitspraak in hoger beroep bij de Raad van State. De zaak is op 10
januari van dit jaar op zitting behandeld.
4. 200705046/1
datum van uitspraak: woensdag 20 februari 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Weigering vrijstelling voor escortbedrijf in Bladel)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Bladel om vrijstelling te verlenen voor een
escortbedrijf aan de Jacob Meijerweg in Bladel. De provincie wil de
vrijstelling niet verlenen, omdat het uitoefenen van een escortbedrijf
daar in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank in Den Bosch
heeft eerder het beroep van de eigenaresse van het bedrijf gegrond
verklaard, omdat de provincie volgens haar de weigering niet goed
heeft gemotiveerd. De eigenaresse is tegen de uitspraak van de
rechtbank in hoger beroep gekomen, omdat zij vindt dat zij helemaal
geen vrijstelling nodig heeft. Mocht zij die wel nodig hebben, dan
past het bedrijf volgens haar in de woonbestemming die daar geldt
volgens het bestemmingsplan. Zij woont namelijk ook in het pand en
stelt er slechts administratieve werkzaamheden te verrichten. De zaak
is op 29 januari van dit jaar op zitting behandeld.
5. 200705205/1
datum van uitspraak: woensdag 20 februari 2008
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
(Bestuurlijke maatregelen tegen bewoning Fort Pannerden)
Uitspraak over de bestuurlijke maatregelen die het college van
burgemeester en wethouders van Lingewaard in het begin van 2006 heeft
getroffen om de bewoning van Fort Pannerden in Doornenburg te
beëindigen. Het fort is in 1869 gebouwd en ligt in het gebied achter
de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Volgens het college, dat het fort voor
toeristische doeleinden wil gebruiken, was de bewoning in strijd met
het bestemmingsplan. De gemeente heeft de bewoners, die zichzelf
"Woongroep Fort Pannerden" noemen, al in november 2006 gedwongen
verwijderd uit het Fort. Twee van hen verzetten zich nu tegen deze
verwijdering en hebben beroep ingesteld. Zij vinden dat het college
niet van zijn bevoegdheid om bestuurlijke maatregelen te treffen
gebruik had mogen maken om het fort open te kunnen stellen voor
toeristen. Ze zijn eerder door de rechtbank in Arnhem in het ongelijk
gesteld. De zaak is op 31 januari van dit jaar op zitting behandeld.