Reactie minister-president bij ontvangst rapport 'De Staat van het Klimaat
2007'
Toespraak | 19-02-2008
Minister-president Balkenende heeft in Nieuwspoort het rapport 'De
Staat van het Klimaat 2007' ontvangen van het 'Platform Communication
on Climate Change'.
Professor Vellinga, dames en heren,
Hartelijk dank voor dit beknopte en leesbare rapport. Wie
belangstelling heeft voor de staat van ons klimaat, - en dat geldt
inmiddels toch bijna voor ons allemaal - vindt hierin de laatste
wetenschappelijke inzichten.
De hoofdboodschap is bekend: de aarde warmt op en dat hangt samen met
activiteiten van de mens. We hebben al onze denkkracht en daadkracht
nodig om het tij te keren en ons aan te passen aan de veranderende
omstandigheden. En onderzoekers spelen daarbij een essentiële rol.
Ik ben er trots op dat in ons land klimaatwetenschappers elkaar zo
goed weten te vinden, daarin gestimuleerd door de overheid. Door uw
bundeling van krachten speelt Nederland mee in de kopgroep van het
internationale klimaatonderzoek. Ons onderzoeksveld is goed
georganiseerd. En dat werpt vruchten af.
We hebben een goede naam. Niet alleen als 'waterdeskundigen'. Maar ook
als makers van klimaatmodellen en meetsystemen. En in de complexe
discussie over de duurzaamheidscriteria voor biomassa.
De met Al Gore gedeelde Nobelprijs voor het IPCC - vorig jaar - had
dan ook een heel klein beetje een oranje gloed. Een aantal van u was
nauw betrokken bij de oprichting van het IPCC in 1990. En Nederland
heeft zich binnen het Panel altijd sterk gemanifesteerd.
Het is belangrijk dat we internationaal aan de weg timmeren. Want dit
vraagstuk kunnen we alleen samen met andere landen oplossen.
* Stel dat Nederland geheel klimaatneutraal zou worden. Dan zou dat
een half procent schelen in de mondiale uitstoot van
broeikasgassen.
* Stel dat de Europese Unie klimaatneutraal zou worden. Dan scheelt
het 15 procent.
We moeten het dus samen doen. Niemand mag voor zijn
verantwoordelijkheid weglopen. Elke spaarlamp, elke windmolen, elk
energiezuinig gebouw, elke gesloten kas, elke schonere
energie-centrale is een investering in de toekomst van onze kinderen
en kleinkinderen.
Afgelopen december is een betekenisvolle stap gezet tijdens de
klimaatconferentie op Bali. Daar hebben we met alle deelnemende landen
afgesproken eind volgend jaar een overeenkomst te willen sluiten voor
de periode na afloop van het Kyoto-protocol.
Maar laten we daarop niet wachten. Ik ben ervan overtuigd dat landen
en ondernemingen die hun nek uitsteken met hun milieuprestaties,
daarvan de zoete vruchten zullen plukken. De toekomst is groen. Het is
beter voorop te lopen in vernieuwing dan vast te houden aan gewoonten
die simpelweg niet meer houdbaar zijn.
Dus spannen we ons in om de uitstoot van broeikasgassen te
verminderen. De EU heeft leiderschap getoond met het besluit om haar
emissies in 2020 met minimaal 20% te verminderen. In Nederland gaan we
nog een stap verder. Ons doel is 30% reductie in 2020 en realisering
van een koolstofarme economie op langere termijn.
We halen alles uit de kast om de doelstellingen te halen en houden
daarbij de vinger stevig aan de pols. In 2010 kijken we hoe we ervoor
staan en of eventueel nog aanvullende maatregelen nodig zijn.
Daarnaast maken we ons land bestand tegen de gevolgen van
klimaatverandering. En daarbij durven we groot te denken.
U noemt in uw rapport als voorbeeld de ontwikkeling van de
Zuidplaspolder - zes meter onder NAP. In de beste traditie van het
poldermodel werken overheden, wetenschappers en bedrijfsleven daar
samen aan een innovatieve, klimaatbestendige inrichting.
Omdat wij beschikken over kennis, kunde en kapitaal, kunnen we iets
doen aan onze kwetsbaarheid. Veel ontwikkelingslanden hebben die
mogelijkheden niet. Het staat buiten kijf dat rijke, ontwikkelde
landen als Nederland een speciale verantwoordelijkheid hebben. We
dienen armere landen te blijven ondersteunen en te helpen in de
wereldwijde strijd tegen klimaatverandering.
Ontwikkelingslanden behoren toegang te krijgen tot
financieringsbronnen om de noodzakelijke investeringen te kunnen doen.
Maar er is ook overdracht van kennis en technologie nodig, en
wetenschappelijke samenwerking.
Het is hard nodig dat opkomende economieën hun ontwikkeling ombuigen
in een klimaatvriendelijke richting. Anders lukt het niet de groei van
emissies te stoppen en de risico's van klimaatverandering beheersbaar
te houden. Dat bewustzijn groeit in de desbetreffende landen en er is
alle aanleiding daarop in te spelen.
Er is zoveel dat Nederland kan doen. Zo lees ik in uw rapport dat
maatregelen in gebouwen het grootste potentieel hebben tegen de
laagste kosten. Op dat terrein heeft juist ons land veel kennis in
huis. De noodzaak tot emissiereductie jaagt innovatie in ons land aan.
Van gesloten kassen en CO2-opslag in de bodem, tot de ontwikkeling van
een tweede generatie biobrandstoffen. Allemaal uitingen van een
groene, toekomstgerichte mentaliteit.
Dames en heren, de klimaatverandering grijpt in ons dagelijks leven
in. Vaak op onverwachte manieren.
Zo bezorgt klimaatverandering ons meer hooikoorts, om een klein
voorbeeld te noemen dat ik in uw rapport tegenkwam. Dat komt omdat de
warmteminnende en pollenrijke ambrosiaplant naar onze streken oprukt.
Het is maar dat u het weet.
We beleven de derde warme winter op rij. En natuurlijk weten we dat we
daar in wetenschappelijke zin geen conclusies aan mogen verbinden.
Maar er is genoeg ander bewijsmateriaal voorhanden dat de aarde warmer
wordt en dat de mens daar de hand in heeft.
Wat de mens heeft aangericht, kan de mens ook weer recht zetten. Laten
we ons verzetten tegen het pessimisme! We hebben eerder laten zien dat
we met doorzettingsvermogen en internationale samenwerking
zorgwekkende ontwikkelingen ten goede kunnen keren. Kijk naar onze
strijd tegen het gat in de ozonlaag. Mondiale afspraken hebben geleid
tot het terugdringen van CFK's in de atmosfeer.
Wereldwijde actie werkt!
Ook nu is een grootschalige mondiale actie noodzakelijk. En daar
hebben we alle harten, handen en hoofden bij nodig. Fantastisch dat de
Nederlandse wetenschap zo in de voorhoede meedoet.
Dank u wel.
Ministerie van Algemene Zaken